www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

Van Dale Basiswoordenboek Nederlands

Page 1

de a 1 [a ’s] 1 deeerstelettervanhetalfabet > het a bc: hetalfabet;(uitdr) van a totz: vanhetbegin totheteinde,helemaal;(spreekwoord) wie a zegtmoetookbzeggen: alsjeergensmeebegonnenbent,moetjehetookafmaken 2 muzieknoot ^ muzieknoten

a 2 [afkorting] a re(=100m2)

a- geefthettegenovergesteldeofdeafwezigheidvanietsaan > hijishartstikke a technisch: hijistotaalniettechnisch,hijheefthelemaal geenverstandvantechniek

A [afkorting] 1 a mpère;ditiseenmaatdiede sterktevanelektrischestroomaangeeft 2 ter aanduidingvandetalenrichtingvaneenmiddelbareopleiding > atheneum A à [voorzetsel] 1 omhetaantalongeveeraante geven=tot > kookdeaardappelsvijftien à twintigminuten 2 omaantegevenwatietsperstuk kost > wekochtenvierijsjes à € 1,50 het A4’ tje [ s]velpapiermeteenformaatvan 210×297mm > zehaddrie A4’ tjes volgeschreven

aag·je [zelfstnw] o eennieuwsgierig aagje: een kinddatheelnieuwsgierigis de aai [m; en]keerdatjemetjehandzachtover ietsofiemandheenstrijkt=streling aai·en [aaide,heeftgeaaid] iemandofietsaaien: iemandofietsaaitjesgeven=strelen de aak [aken]bootmeteenplattebodemvoor vrachtvervoeroverrivierenenkanalen de aal [m;alen]visdielijktopeenslang=paling > (uitdr) zijiszogladalseen aal: zijisergslim, geslepen

de aal·bes [ sen]kleinerode besdieintrosjesgroeit de aal·moes [aalmoezen] gelddatjeaaneenbedelaar geeft

de aal·schol·ver [m; s]zwartezwemvogelmeteen haakvormigesnavel

aalbes

het aam·beeld [ en] 1 ijzerenwerkblokvaneen smid 2 middelstevandedriegehoorbeentjes injeoor

de aam·bei·en [meervoud]pijnlijkebobbeltjes bijjepoepgaatje

aan 1 [bijw] 1 opofomjelichaam > meteen trui aan 2 inwerking x uit > deradiostaat aan 3 inverschillendevastecombinaties > daarhebikniets aan;rustig aan;zijiserberoerd aan toe o hetis aan tussendietwee: zehebben verkering aan 2 [voorzetsel] 1 omaantegevendattwee zakenaanelkaarvastzitten > deposterhangt aan demuur;honden aan delijn! 2 omaante gevenwieietskrijgt > geefditbriefjemaar aan dejuf 3 inverschillendevastecombinatiesvan woorden > aan iemanddenken;ikben aan va-

kantietoe: ikhebvakantienodig; mijnvaderis aan hetafwassen: isbezigaftewassen; wemoestentwee aan tweenaarvorenkomen: telkensmet z ’ ntweeëntegelijk

aan·be·ste·den [besteeddeaan,heeftaanbesteed] eenwerkaanbesteden: hettegeneenbepaaldeprijslatenuitvoeren

de aan·be·ta·ling [v; en]kleindeelvaneenbedragdatjealvastbetaalt,terwijljederestlater zultbetalen

aan·be·ve·len [bevalaan,heeftaanbevolen] ietsofiemandaanbevelen: zeggendatietsofiemandgoedis=aanprijzen,aanraden > desorbetshierkanikje aanbevelen

de aan·be·ve·ling [v; en]watjezegtofopschrijftomietsofiemandaantebevelen= aanraden > ikganaardie filmop aanbeveling vanmijnvriendin: omdatmijnvriendinzegtdat hijgoedis

aan·b id·den [aanbad,heeftaanbeden] iemandaanbidden: iemandheelergbewonderen, iemanddehoogsteeergeven=vereren,adoreren > dedriekoningen aanbaden hetkindjeJezus de aan·b id·der [m/v/x; s],vrouwook: aan·b id· ster [v; s]iemanddiesmoorverliefdopjeis de aan·b id·ding [v]diepebewondering,grote eerbied de aan·b id·ster [v] ^ aanbidder

aan·bie·den [boodaan,heeftaangeboden] iemandietsaanbieden: latenwetendatiemand ietskankrijgen > kanikueenkopjekof fie aanbieden ?;tekoop aangeboden:eenpaarskeelers; iemandjehulp aanbieden de aan·bie·ding [v; en]artikeldatgedurende eenkortetijdgoedkoperisdannormaal= koopje > detandpastaisinde aanbieding : dieis tijdelijkgoedkoper de aan·blik [m] 1 hetkijken > bijdeeerste aanblik zagikaldathetmiswas 2 watjeziet > het landschapboodeentroosteloze aanblik: hetzag ertroosteloosuit het aan·bod datgenewatiemandaanbiedt > een aanbod aannemen;een aanbod afslaan aan·bouw [zelfstnw] o in aanbouw zijn: gebouwdworden aan·bran·den [branddeaan,isaangebrand] (vaneten)aandebodemvandepangaan vastzittenenzwartworden aan·bre·ken [brakaan] 1 [isaangebroken] (vaneentijdstipofperiode)beginnen > eindelijkisdegrotedag aangebroken 2 [heeftaangebroken] ietsaanbreken: ietsopenmaken > een nieuwpakkof fie aanbreken aan·bren·gen [brachtaan,heeftaangebracht] 1 ietsaanbrengen: ietsergensopofinmaken > grendelsopeendeur aanbrengen;verbeteringenin eenopstel aanbrengen 2 iemandalslidaanbrengen: iemandlidmaken 10 a

aan·dacht hetopletten,hetmetjegedachten ergensbijzijn=attentie,oplettendheid > mag ikevenjullie aandacht?;de aandacht vestigenop iets: zorgendatdemensenopietsletten; de aandacht vanietsafl eiden: zorgendatdemensenergensandersopletten; datkindkrijgtte weinig aandacht: erwordtteweinignaaromgekeken

aan·d ach·tig [bijvnw,bijw]metaandacht= oplettend,attent

het aan·deel [aandelen] 1 bewijsdatjegeldhebt gestokenineenonderneming 2 bijdrage > wat isjouw aandeel inderuzie?: wathebjijmetde ruzietemaken?

de aan·deel·hou·der [m/v/x; s],vrouwook: aan·deel·houd·ster [v; s]iemanddieeenof meeraandelen(bet.1)ineenbedrijfheeft het aan·den·ken [ s]voorwerpwaardoorjeaan iemandofietsblijftdenken=souvenir,herinnering > eenschelpals aandenken aandevakantie

aan·dik·ken [dikteaan,heeftaangedikt] iets, bv.eengebeurtenisofeenverhaal,aandikken: iets eenbeetjemooierofspannendermaken= overdrijven

aan·doen [deedaan,heeftaangedaan] 1 iemandietsaandoen: veroorzakendatiemandiets moetondergaan 2 eenplaatsaandoen: diekort bezoeken 3 prettig,onaangenaamenz.aandoen: eenprettige,onaangena meenz.indrukmaken > datschilderij doet modern aan de aan·doe·ning [v; en] 1 ziektevaneenbepaaldlichaamsdeelofvaneenbepaaldefunctievanjelichaam=kwaal > hartaandoening , oog aandoening 2 aan·d oen·lijk [bijvnw,bijw]zodatertedere gevoelensbijjeopkomen=vertederend,ontroerend

de aan·drang [m] 1 hetaandringen,nadruk= klem > met aandrang ietsvragen 2 innerlijke noodzaak > de aandrang voelenomteniezen de aan·drift [ en]natuurlijkeneiging=instinct aan·drin·gen [drongaan,heeftaangedrongen] ergensopaandringen: steedsopnieuwen dringendomietsvragen > ophulp aandringen aan·dui·den [duiddeaan,heeftaangeduid] 1 ietsaanduiden: ietsaangeven,ietsduidelijk maken=uitdrukken > haarantwoord duidt wel aan hoeteleurgesteldzijwas 2 (België) iemand aanduiden: iemandaanstellen,benoemen > iemandalsopvolger aanduiden

aan· een [bijw]nietgescheiden,nietlos > letters aaneen schrijven;zesweken aaneen: aanéén stukdoor de aan· een·scha·ke·ling [v; en]langerij=serie,reeks > een aaneenschakeling vangebeurtenissen de aan· fl ui·ting [v; en]ietswatbespottelijken

schandelijkis=afgang > deeerstelesvande nieuwemeesterwaseen aanfl uiting aan·gaan [gingaan,isaangegaan] 1 eenkort bezoekbrengen > ga jenogbijoma aan? 2 het gaatnietaandat … : hetisnietnetjesdat … ,het hoortnietdat … 3 hetgaatmijaan: ikheb daarmeetemaken > dat gaat jeniks aan ! 4 iets aangaan: metietsbeginnen > eenweddenschap aangaan

aan·g aan·de [voorzetsel](deftig)over=omtrent,watbetreft,inzake > aangaande derapportcijferskunnenwijnognietsmeedelen aan·ga·pen [gaapteaan,heeftaangegaapt] iemandaangapen: iemandmetopenmond aanstaren,omdatjeverbaasdbentofietsniet snapt aan·ge·bo·ren [bijvnw](vaneigenschappen) diejealvanafjegeboortehebt aan·ge·brand [bijvnw] 1 boosofbeledigd > hijissnel aangebrand 2 (België)gewaagd,pikant > hetwaseen aangebrande mop aan·ge·daan [bijvnw] bewogen de aan·ge·l e·gen·heid [v;aangelegenheden] zaak=kwestie > financiële aangelegenheden: geldzaken

aan·ge·naam [bijvnw,bijw]prettig, fi jn= plezierig > aangenaam kennistemaken: ditzeg jewanneerjeiemandvoorheteerstontmoet aan·ge·scho·ten [bijvnw]eenbeetjedronken=tipsy

aan·ge·sla·gen [bijvnw,bijw]uitjeevenwichtgebracht,vanslag > omawas aangeslagen toenopanaarhetziekenhuismoest aan·ge·trouwd [bijvnw]gezegdvaniemand diezelfniettotdefamiliehoort,maargetrouwdismeteenfamilielid

aan·ge·ven [gafaan,heeftaangegeven] 1 iemandietsaangeven: iemandietsinhandengeven=overhandigen,aanreiken > wiljedeboter aangeven ? 2 ietsaangeven: ietstekennengeven,ietslatenweten > zij gafaan datzijvroeg naarhuiswilde; (muziek) detoon aangeven: de toonlatenhorenwaaropanderenmoetenafstemmen 3 iemandofietsaangeven: iemandof ietsoffi cieelmelden > dediefheeftzichzelf aangegeven bijdepolitie;iets aangeven bijde douane: vertellendatjeietsdegrensover brengt

aan·ge·we·zen [bijvnw] 1 meestgeschikt > jijbentde aangewezen persoonomdattedoen 2 opietsaangewezenzijn: hetmetietsmoeten doen,geenanderemogelijkheidhebben > wij zijnophetopenbaarvervoer aangewezen het aan·ge·zicht [ en]voorkantvanjehoofd= gelaat,gezicht aan·ge·z ien [voegwoord]omdat=daar de aan·gif·te [v; n]hetaangeven(bet.3) > aan-

de
11 aangifte • a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

de back (Engels) … bek[m/v/x; s](sport)achterspeler=verdediger het back·gam·mon (Engels) … beg ˆ g ˆ emm e n • kansspelvoortweepersonendatgespeeld wordtopeenbordmetschijvenendobbelstenen=triktrak

de b ack·hand (Engels) … bekhent[ s]tennisslag waarbijderugvanjehandnaarhetnetgekeerdis x forehand de b ack·pac·ker (Engels) … bekpekk e r[m/v/x; s](letterlijk:rugzakker)iemanddiemetzijnof haarbagageineenrugzakeentochtofreis maakt=rugzaktoerist de b ack·slash (Engels) … bekslesj[m; es]schuinestreepnaarachteren,hetteken\ back·stage (Engels) … beksteetsj[bijw](letterlijk:achterhettoneel)deruimteachtereen toneelofpodium;decoulissen > hetoptreden gingprima,maar backstage wasdechaosgroot de back- up (Engels) … bek· up[ s]kopiediegemaaktwordtvaneencomputerbestand,alsreserve > haarcomputerwasgecrasht,maarzehad gelukkignogeen back-up de b a·co [m; ‑’s](verkorting) bacardi- co la;ditis eendrankjevancolametrum het b a·con (Engels) … beek e n,België:bakk õn • heelmagergerooktspek de ba·c o·ve [ n]Surinaamsebanaanomtebakken=bakbanaan de bac·te·rie [v;bacteriën]naamvoorverschillendesoortenuiterstkleinedeeltjesdienodig zijnvoorhetlevenopaarde,maardiesomsook ziekteofbederfveroorzaken het bad 1 [ en] 1 kuipomjeintewassen=badkuip 2 waterwaarjejeinonderdompelt > een warm bad nemen: ineenkuipmetwarmwater gaan; hetisalseenwarm bad : hetisheelprettig bad 2 ^ bidden

bagagedrager 58 back

de b ad·juf·frouw [v; en]vrouwelijkebadmeester

de b ad·ka·mer [ s]ruimtemeteenbadofdouche

het b ad·la·ken [ s]grotehanddoek de b ad·mees·ter [m/v/x; s]iemanddiebijhet zwembadofdezeeopdezwemmerslet het b ad·min·ton (Engels) … b etmintonofbetm int e n,België:b atminton • spelwaarbijjemet racketseenshuttleheenenweerslaat de b ad·muts [ en]mutsdiejebijhetzwemmen draagtzodatjehaarnietnatwordt het b ad·pak [ ken]broekmetbovenlijfjeuitéén stuk,omintezwemmen=zwempak de b ad·plaats [ en]stadofdorpaanzeewaar veelmensenkomenzwemmen de b ad·stof katoenenstofmetlusjes het b ad·zout speciaalzoutwaardoorhetbadwaterzachtwordtenlekkergaatruiken de ba·g a·ge … baag aazj e [v]alleswatjebijje hebtalsjeopreisbent de ba·g a·ge·dra·ger [m; s] rekjeachteropde fi etsom spullenopmeetenemen de ba·ga·tel [ook:het]ietsdat heelonbelangrijkis=kleinigheid

ba·ga·tel·li·s e·ren [bagatelliseerde,heeftgebagatelliseerd] ietsbagatelliseren: ietskleinerofonbelangrijkerlatenlijkendanheteigenlijkis de b a·gel … beeg ˆ e l[m; s]knapperigrondbroodjemeteengaterin

de b ag·ger natte,zwaregrond=blubber,modder

b ag·ge·ren [baggerde,heeftgebaggerd]

b ad·de·ren [badderde,heeftgebadderd](informeel)eenbad 1 (bet.2)nemen=poedelen

b a·den 1 [baadde,heeftgebaad] 1 iemandbaden: iemandinbad 1 (bet.2)doen > we baadden onselkeochtendinderivier 2 inietsbaden: heel veelvanietshebben > mijnoomentante baden inhetgeld;toenzijwakkerwerd, baadde zijinhet zweet

b a·den 2 ^ bidden

de badge (Engels) … betsj,België:batsj[ s] 1 speldmeteennaamkaartjeerop 2 speld meteentekstofeenafbeeldingerop=button 3 kaartjeofandervoorwerpmeteenchip,dat bv.toeganggeefttoteengebouw het b ad·huis [ huizen]gebouwwaarjetegenbetalingeendoucheofbadneemt ba·di·n e·rend [bijvnw]alsgrapjebedoeld, luchtig=gekscherend de b ad·jas [ sen]jasvanbadstofdiejenahetbad ofnahetzwemmenaantrekt

1 baggeruitsloten,plassenenz.halen 2 door demodderbaggeren: dooreendiepelaagmodderlopen bag·ger·vet [bijvnw]heelergvet=moddervet

b ag·gy (Engels) … b e:g ˆ ie[bijvnw](letterlijk: zakkerig)ditzegjevankledingstukken,zoals eenbroekofeentrui,diewijdenslobberigzitten

bah [tussenwerpsel]omaantegevendatje ietsviesofvervelendvindt > bah,hetstinkt hier!

de b ah·co … baakoo[m; ‑’s]verstelbaresleutel waarmeejemoerenvanverschillendegrootte losofvastdraait

de b a·jes (informeel)gevangenis=bak,nor,lik de b a·jes·klant [m/v/x; en](informeel)iemand dieregelmatigindegevangeniszit de ba·jo·n et [ ten]steekwapenopdeloopvan eengeweer=geweerdolk de bak [m; ken] 1 soortkistofdooszonderdeksel,waarinjeietskuntzetten,leggenofopber•

gen > een bak metplanten 2 (informeel)grap= mop > bakken vertellen 3 (informeel)gevangenis=nor,lik,bajes 4 (België)kistvanplastic ofvanhout=krat > een bak bier o aande bak komen: aandeslagkomen,werkkrijgen;(informeel) een bakje kof fie,theeenz.: eenkopjekof fi e, theeenz.;(informeel) een bakje troost: eenkop kof fi e

het b ak·beest [ en]ietsdatonhandiggrooten lompis > een bakbeest vaneenkast het b ak·boord linkerkantvaneenschip x stuurboord

het b a·ken [ s]merktekenop hetwaterwaaraanschipperszienwaarzekunnen varen > (uitdr) de bakens verzetten: jeplannenveranderenomdatdeomstandighedenveranderdzijn de b a·ker·mat [ ten]plaatsof landwaarietshetallereerstbegonnenis het b a·ker·praat·je [ s]praatjedatjenietmoet geloven,kletspraatje de b ak· fi ets [ en] fi etsmeteenbakervoorom spullenintevervoeren de b ak·ke·baard [m; en] haardateenmanlaatgroeienlangszijnoren,maarniet opzijnkin

bak·ke·l ei·en [bakkeleide, heeftgebakkeleid]ruziemaken=kibbelen

de bak·kel·j auw [m; en](Suriname)gezoutenengedroogdekabeljauw

b ak·ken 1 [bakte,heeftgebakken] 1 koekjes, taartenenz.bakken: dieindeovengaarlaten worden > (uitdr) nou,nou,jij bakt zewelbruin!: jijdoetdingendieeigenlijknietkunnenof mogen 2 vlees,aardappelsenz.bakken: datof dieinheetvetindekoekenpangaarmaken > (uitdr) liggen bakken indezon: liggentezonnebaden 3 pottenbakken: vankleigemaaktepottenindeovenhardlatenworden

b ak·ken 2 [bakte,isgebakt](informeel)zakken voorjeexamen=stralen

de b ak·ker [m/v/x; s]iemanddievoorzijnof haarberoepbrood,koekjesenz.bakt 1 (bet.1)of verkoopt > eenwarme bakker : diehetbrooddat hijverkoopt,nietvandefabriekkrijgtmaar zelfbakt o hetkomtvoorde bakker !: hetkomt dikinorde

de bak·ke·r ij [v; en]plaatswaarbroodgebakken 1 (bet.1)wordt

het b ak·kes [ en](informeel)gezicht=smoel, tronie

het b ak·kie [ s] 1 zendertjewaardoorjemetanderenkuntspreken 2 (informeel)aanhangwagentjevoorachtereenauto

de bak·l a·va (Turks)[m; ‑’s]zoetTurksgebakmet notenenhoning

het b ak·poe·der poederdatjegebruiktwanneer jeietsbaktdatmoetrijzen

de b a·kra [m/v/x; ‑’s](Suriname;straattaal,informeel)witpersoon,vooraleenwitteNederlander

de b ak·steen [m; stenen]gebakkensteendiebv. gebruiktwordtomhuizentebouwen > (uitdr) zakkenalseen baksteen: jeexamenopgeen stukkennahalen;(uitdr) hetregent bakstenen: hetregentheelhard

de b ak·vis [v; sen](ouderwets)meisjedatgeen kindmeerwilzijn,maarooknognietvolwassenis

b ak·zeil [zelfstnw] o bakzeil halen: minder eisendaneerst,terugkrabbelen de bal 1 [m; len] 1 voorwerpdatbolenrondis,en waarmeejeallerleispelenensportenkunt doen > (informeel) een balletje trappen: een partijtjevoetballen;(uitdr) wiekaatstmoetde bal verwachten: alsjeiemandplaagtkunjeverwachtendatjeteruggeplaagdwordt;(België) de bal misslaan: jevergissen(inNederland: de plankmisslaan) 2 ietsdatbolenrondgemaakt is > een bal gehakt 3 zaadbal=testikel > (informeel;uitdr) iemandmet ballen: iemandmet lefendaadkracht 4 hetbolledeelvanjevoetzoolaandekantvanjetenen o (informeel) ik snapteergeen bal van: helemaalniets

het bal 2 [ s]dansfeest,inNederland:deftigdansfeest > eengemaskerd bal: dansfeestwaarbijiedereenzichzoverkleedtdathijnietherkend wordt

de ba·la·l ai·ka [ ‑’s]muziekinstrumentuitRusland,eensoortplatte,driehoekigegitaarmet tweeofdriesnaren

ba·lan·c e·ren [balanceerde,heeftgebalanceerd]wankelenmaartochnietvallen,in evenwichtproberenteblijven > declown balanceerde ophetslappekoord

de ba·l ans [ en] 1 (ouderwets)toestelommeete wegen,datbestaatuittweeschalendieaan weerszijdenvaneenhefboomhangen 2 evenwicht > in balans zijn;moederishelemaaluit balans vandaag: zeishelemaaluithaargewone doen 3 eenoverzichtoppapiervanwatiemandbezit,nogtegoedheeftenwathijofzij nogschuldigis > (uitdr) de balans opmaken: achterafkijkenwatvoorresultaatjeinspanning heeftgehad

bal·d a·dig [bijvnw,bijw]wildenondeugend de bal·da·k ijn [m,ook:het; enof s]sierdakvan mooiestofoppalen,bv.boveneentroon de ba·l ein [ en]staafjevanmetaalofplastic,bv.in paraplu ’ s

b a·len 1 [zelfstnw] o (informeel) de balen van ietshebben: meerdangenoegvanietshebben, ietsspuugzatzijn

baken
• 59 balen a • b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
bakkebaard

b a·len 2 [baalde,heeftgebaald](informeel) van ietsbalen: ietsheelergvervelendvinden > (uitdr) balen alseenstier: heelergbalen de b a·lie [v; s]toonbankineenhotel,bank,reisbureauenz.

de balk [m; en] 1 langwerpigblok,meestalvan houtofijzer=bint 2 regelopdecomputerdie lijktopeenbalk(bet.1)

b al·ken [balkte,heeftgebalkt](vanezels) ‘ ia ’ roepen ^ ezel

de b al·ken·brij [m]gerechtgemaaktvano.a. stukjesvleesenmeel

het bal·kon [ s] 1 uitbouw meteenhekwerkeromaan debovenverdiepingvaneen huis 2 bepaalderanginde bioscoop,deschouwburg enz.metduurdereplaatsen

de b al·lad (Engels) … bell e t [ s]rustige,gevoeligepopsong

de bal·l a·de [v; sof n]verhaaloprijmovereen romantischegebeurtenis

de b al·last [m] 1 extraladingineenschipwaardoorhetstabielerligt 2 dingenwaarjealleen maarlastvanhebtalsjezemeeneemt

b al·len [balde,heeftgebald] 1 meteenbal 1 (bet.1)spelen 2 jevuistenballen: jehandentot vuistenmaken

de b al·len·bak [m; ken]grotebakmetgekleurde ballen,vooralinwinkels,waarinkleinekinderenkunnenspelen

de bal·le·r i·na [v; ‑’s]balletdanseres

het bal·l et 1 danskunst > balletdanser, balletvoorstelling 2 [ ten]dansdieophettoneel wordtuitgevoerd > ‘ hetZwanenmeer ’ iseenbekend ballet

de b al·ling [m/v/x; en]iemanddieuiteenbepaaldgebiedisweggestuurdendaarnietmeer terugmagkeren=banneling

de b al·ling·schap [v]hetlevenalsballing > hij werdveroordeeldtotlevenslange ballingschap de bal·l on [m; nenof s]dun zakjevanrubberdatjekunt opblazen

ballon

de bal·lo·ta·ge … balloot aazj e [v]hetstemmenover devraagofiemandlidmag wordenvaneenclub

de b all·point (Engels) … b olpojntofb alpojnt[ s]balpen het balmas·qu é … balmaskee[ s]gemaskerdbal, dansfeestwaariedereeneenmaskeropheeft ba·l o·rig [bijvnw,bijw]ineeneigenwijzebui, tegendedraadin=recalcitrant,weerspannig de b al·pen [ nen]penmeteenbolletjeindepunt =ballpoint

de b al·sem [m; s]geurigezalfgemaaktvanhars enolie > lippenbalsem; (uitdr) datis balsem voor deziel: datiseenheletroost

b al·se·men [balsemde,heeftgebalsemd] iemandbalsemen: iemandmetbalseminsmeren > eenlijk balsemen : hetbehandelenmetstoffen waardoorhetgoedblijft

de balts [m]allevastebewegingenenhandelingenvanvogelsenanderedierenvoorzegaan paren

de ba·lus·tra·de [v; sof n]hekwerkomeen balkonoflangseentrap

het b al·ver·lies hetkwijtrakenvandebalbijbalsporten,zoalsvoetbal,doordateentegenstanderhemvanjeafpakt

de b al·zak [m; ken]rimpeligvelomdeteelballen heen=scrotum ^ teelbal

bam [tussenwerpsel]geluidvaneenplotselinge,hardeklap

de b ama [m] bachelor- ma sterstructuur;ditisde indelingvanhethogeronderwijsineendriejarigebachelor-eneeneen-oftweejarigemasterfase

de b am·boe [m,ook:het]tropischerietsoortmet langehoutachtigestengels > een fl uitvan bamboe

de b a·mi [m]plattedeegsliertjesdiegegeten wordenmetgroentenenvlees > bami goreng: gerechtvangebakkenrijst ban [zelfstnw] o inde ban zijnvaniemandof iets: heelsterkdooriemandofietsgeboeidzijn; zijishelemaalinde ban vancomputerspelletjes; iemandinde ban doen: (vandepaus)beslissen datiemandgeenlidmeermagzijnvande rooms-katholiekekerk; depausheeftLutherinde ban gedaan

ba·n aal [bijvnw,bijw]akeligalledaags,ophet platvloerseaf=triviaal > hijwistalleenmaar wat banale dingentezeggen de ba·n aan [bananen]krommewittevruchtmeteengeleschil,dieindetropen groeit

banaan

de band 1 [m; en] 1 rubberen ringmetluchterin,omwielenvan fi etsen,auto ’ senz. > je banden oppompen 2 reep stofofandermateriaalbv.omietsmeevastte maken > debagagewasmet banden vastgesjord ophetdakvandeauto;schouder bandjes : reepjes stofwaaraaneenkledingstukoverjeschouder hangt;(uitdr) eenlopende band : bredestrook waaropproductenineenfabrieklangsdearbeidersgaan(diemoetenbijelkproductsteeds dezelfdebewerkinguitvoeren);(uitdr) ikmoet jouaandelopende band waarschuwen: steeds opnieuw 3 lintvooringeluids-ofvideorecorder,omgeluidenofbeeldenopvastteleggen > ietsopde band opnemen 4 gevoeldatjebijel-

balkon1
• 60 balen

de c [c ’s] 1 dederdelettervanhetalfabet 2 muzieknoot ^ muzieknoten

C 1 Romeinscijfervoor100 ^ Romeinsecijfers

C 2 [afkorting] Celsius ca. [afkorting] c irca het ca·ba·ret … kaabaareofkaabaaret[ s]voorstellingophettoneelmeto.a.liedjesentoneelstukjes,meestalomtelachen de ca·ba·re·ti er … kaabaaretj ee[m/v/x; s], vrouwook: ca·ba·re·ti· è·re [v; s]iemanddie optreedtineencabaret de ca·b i·ne [v; s] 1 afgeslotenruimte,bv.voor eenbestuurderofvoorpassagiers > lift cabine , treincabine ;een cabine vaneenvrachtwagen 2 kleedhokje

de c a·brio [m; ‑’s](verkorting)cabriolet de ca·bri·o·l et [m; ten]personenautometeen linnendakdathelemaalingevouwenkanworden

de ca·c ao … kaak au,België:k akkaoo[m]grondstofvoorchocolade,gehaalduitdebonenvan decacaoboom de ca·c ao·bo·ter … kaak auboot e r,België:k akkaooboot e r[m]vetuitcacaobonendatjekunt gebruikenomjelippentegenuitdrogingtebeschermen

het ca·ch et … kasj e • ietsextra’swaardoorietseen beetjedeftigwordt=stijl > diemooiePerzische lopergeeft cachet aanonzeantieketafel de c ac·tus [m; sen]plantmet stekels,dieinwarme,droge strekeninhetwildgroeit

cactus

de ca·d ans [ en]ritmevan eenbeweging,eenmuziekstukofeengedicht > deruiterbewoogmeemetde cadans vanzijnpaard

het ca·d eau … kaad oo[ s]ietsdatjevaniemand krijgtzonderdatjeerietsvoorterughoeftte doen=geschenk,gift,presentje > afscheidscadeau,verjaarscadeau ; (uitdr) datkunjevanmij cadeau krijgen: ikmoeternietsvanhebben; (uitdr) iets cadeau krijgen: ergensnietsvoor hoevendoen

de ca·d et [m/v/x; ten] 1 iemanddieopgeleid wordttotlegerof fi cier=adelborst 2 (België) spelervantwaalftotvijftienjaardielidisvan eensportvereniging de ca·d et·ten [meervoud](België)spelersvan dertientotveertienjaardiedeelnemenaaneen competitiesport

het ca·fé [ s]gebouwwaarmensennaartoegaan omietstedrinken=kroeg,bar,pub de ca·fé·baas [m; bazen]caféhouder,kroegbaas de cafe ïne ca·fe·i·ne • opwekkende,giftigestofdie inheelkleinehoeveelhedenvoorkomtinkof fi e, thee,cacaoencola

cafeïnevr ij ca·fe·i·ne·vrij[bijvnw]zondercafeïneerin > cafeïnevrije koffie de ca·fe·ta·ria [m; ‑’s]eenvoudigengoedkoop restaurantwaarjesnacks,zoalsfrietenfrikandellen,kuntetenofafhalen

de caf·fèl at·te (Italiaans) … kaff eel att e [m; s] kof fi edieopItaliaansemanierisgemaakt,met veelmelk

het ca·hi er (Frans) … kaaj ee[ s]schrift de cai [v](Nederland) c entrale a ntenne-i nrichting;ditisdeof fi ciëlenaamvoor ‘ dekabel ’ die radio-entelevisieprogramma’sdoorgeeft de cais·si·è·re (Frans) … kesj e:r e ofkasje:r e [v; s] vrouwdieaandekassavaneenwinkelofrestaurantzit

de cais·s on (Frans) … kess õn[m; s]grotebakdie onderwaterkademuren,dijkenofpijlersvan eendamverstevigt

de cake (Engels) … keek[m; s]zachte,vrijluchtigekoekdiejeinplakkensnijdt cal [afkorting] cal orie de ca·la·mi·teit [v; en]ramp,ellende de cal·cu·l a·tie [v; s]berekeningdielaatzien hoeveelietsgaatkosten de cal·cu·l a·tor [m; s]rekenapparaat cal·cu·l e·ren [calculeerde,heeftgecalculeerd] ietscalculeren: ietsberekenen,ietsuitrekenen de ca·lei·do·sc oop [m;caleidoscopen]kijkerdie bijelkebewegingeenandereregelmatigekleurige fi guurteziengeeft de ca·lo·r ie [v; ën]eenheidvooreenhoeveelheid energiediejeuitvoedselkunthalenenvoor eenhoeveelheidwarmtedieeenapparaatkan leveren > inpinda ’szittenheelveel calorieën het cal·vi·n is·me protestantsgeloofvolgensde leervanCalvijn cal·vi·n is·tisch [bijvnw,bijw] 1 volgenshet calvinisme=protestants 2 strengenserieus de ca·m ee [v; ën]siersteendiezouitgesnedenis datereengezichtofeenanderplaatjeopstaat c a·mel (Engels) … kemm e l[bijvnw]bruinbeige de ca·mem·b ert (Frans) … kammamb e:r[m] zachtewitteFranseschimmelkaas de c a·me·ra [m; ‑’s]apparaatwaarmeejefoto ’ s, fi lmsofvideo-opnamenkuntmaken de ca·mi· on [m; s](België,spreektaal)vrachtwagen de ca·mi·o·n et·te [ s](België)bestelwagen de ca·mou· fl a·ge … kaamoefl aazj e [m; s]iets dateenmens,dierofdingcamoufl eert > camoufl agekleuren: kleurendiehetzelfdezijnals dievandeomgevingzodatzenietopvallen ca·mou· fl e·ren [camou fleerde,heeftgecamoufl eerd] ietsofiemandcamoufl eren: ervoor zorgendatietsofiemandnietopvalt > desol-

• 123 camou fl eren a b • c d e f g
h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

daten camou fl eerden detanksmettakkenenbladeren

camp (Engels) … kemp[bijvnw]zolelijk,kitscherigofouderwetsdathetweerleukisenin demodekomt

de cam·p ag·ne … kamp anj e [m; s]uitgebreide actieomietsaanteprijzenofomietsjuistafte keuren > reclamecampagne ,verkiezings campagne ;AmnestyInternationalvoertaljareneen campagne tegenhetmartelen: zijwilbereikendathet martelenvanmensenophoudt de c am·per (Engels) … kemp e r[m; s]motorvoertuigdatisingerichtomertijdensvakantiesintewonen=kampeerwagen de c am·ping (Engels) … kemping,België:k amping[ s]kampeerterrein de c am·pus [m; sen]terreinvaneenuniversiteit ofkostschoolwaarstudentenofscholieren wonen

de c an·cel·cul·tuur … kens e lkultuur[v]cultuur waarinregelmatigwordtopgeroepenomeen persoonoforganisatieteboycottendieiets verkeerdszouhebbengedaanofgezegd c an·ce·len … kens e l e n[cancelde,heeftgecanceld] 1 ietscancelen: ietsnietdoorlatengaan= afgelasten > devoetbalwedstrijdwerd gecanceld vanwegehetweer 2 iemandcancelen: iemanddie (volgensbv.mensenindesocialemedia)iets verkeerdsheeftgedaanofgezegd,totzwijgen brengen,bv.dooreenboycot de c an·na·bis [v]hennep

de can·nel·l o·ni (Italiaans)[m]gerechtvan deegrolletjesgevuldmetvlees de c a·non [m; s]zangstukvoortweeofmeer stemmen,waarbijallepartijenweldezelfde melodiezingen,maarnaelkaarbeginnen > ‘ VaderJacob’ iseenbekende canon de can·ta·te [ sof n]grootzangstukvoorsolozangers,koorenmeestalmetorkest de can·tha·rel [m; len]eetbarepaddenstoel= hanenkam

het c an·vas sterkelinnenstofwaaro.a.boodschappentassenvangemaaktworden de cao [v; ‑’s] c ollectieve a rbeids overeenkomst; hierinstaanafsprakentussenwerkgeversen werknemersoverhetloon,hetaantalvakantiedagenenz.

de cap (Engels) … kep[ s]petmeteenhardebol voorruiters

ca·p a·bel [bijvnw]geschikteninstaatomiets goedtedoen=bekwaam,competent de ca·pa·ci·teit [v; en] 1 maximalehoeveelheid,ofmaximalekracht=vermogen > deze kachelheefteenbehoorlijke capaciteit : hijkan een flinkeruimtegoedverwarmen; hetziekenhuisheefteen capaciteit van1000bedden: er kunnen1000mensentegelijkverpleegdworden; dethermoskanheefteen capaciteit vanan-

derhalveliter: ergaatanderhalveliterin 2 geschiktheid,bekwaamheid > zijheeftbeslistde capaciteiten omnaardeuniversiteittegaan de cape (Engels) … keep[ s]jaszondermouwen > regencape de ca·pi·tu·la·tie [v; s]hetcapituleren=overgave > deTweedeWereldoorlogeindigdemetde capitulatie vanDuitsland

ca·pi·tu·le·ren [capituleerde,heeftgecapituleerd]jeovergeven,jeverzetopgeven de cap·puc·ci·no (Italiaans) … kappoetsj ienoo [ ‑’s]kopkof fi emetschuimendemelkencacaopoedererbovenop de ca·pri· ool [m;capriolen]mallebewegingof rarestreek=toer,bokkensprong > detrapezewerkersmaaktenallerlei capriolen indenokvan decircustent;zulke capriolen moetjenietmeer uithalen: zulkemallestreken de cap·s u·le [m; s] 1 cabine voordebemanningvaneen ruimteraket 2 omhulselom eenpoederofvloeistofdat ervoorzorgtdatdatpoeder ofdievloeistofpasinje maagofdarmenopgelost wordt > hoofdpijnpoedersin capsules

de c ap·tain (Engels) … kept e n[m/v/x; s] 1 gezagvoerderineenvliegtuig,deeerstepiloot 2 aanvoerdervaneensportteam de ca·pu·ch on … kaapuusj on[m; s]mutsdie aaneenjasvastzit

c a·ra [afkorting]verzamelnaamvooralleziektenaandeluchtwegen,zoalsastmaenbronchitis.Eenkenmerkvanditsoortaandoeningenisbenauwdheid

de ca·ram·b o·le … kaarambool[m; s]hetraken vaneenrodeeneenwittebalmetdeandere wittebalbijhetbiljartspel de ca·ra·m el ^ karamel de c a·ra·van (Engels) … kerr e ven,België:karravvan[ s] vakantiehuisjeopwielen datalsaanhangwagenachterdeautomeegenomen kanworden de car·bu·ra·t eur [m; s]onderdeelvaneenmotor waarindebrandstofmetluchtwordtvermengd,waardoordebrandstofbeterverbrand wordt=carburator de car·bu·ra·tor [m; enof s]carburateur het car·ci·n oom [carcinomen](medisch)kwaadaardigkankergezwel het car·dio·gram [ men]dooreenapparaatgemaaktetekeningvandebewegingenvanhet hart,waaropjekuntzienoferafwijkingenzijn de car·dio·loog [m/v/x;cardiologen],vrouw

• caravan • 124 camp
capsule2

veel 2 naariemandofietskijken: jeogenopiemandofietsgerichthoudenomdiepersoonof diezaaktezien > naardetelevisie kijken ; (uitdr) laatnaarje kijken!: jeverteltonzin 3 boos,vrolijk,verbaasdenz.kijken: eenboos,vrolijk,verbaasdenz.gezichtzetten de k ij·ker 1 [m; s] 1 verrekijker > (uitdr) inde kijker(d) lopen: deaandachttrekken,gezien worden 2 (informeel)oog de k ij·ker 2 [m/v/x; s],vrouwook: k ijk·ster [v; s] iemanddiekijkt=toeschouwer > nietgeschikt voorjeugdige kijkers het k ijk·geld [ en]belastingdiejemoetbetalen alsjeeentelevisiehebt

k ijk·je [zelfstnw] o ergenseen kijkje nemen: ergensevengaankijken de k ijk·ster [v] ^ kijker 2 de k ijk·wo·ning [v; en](België)modelwoning

k ij·ven [kijfde,heeftgekijfd]scheldendruziemaken=kiften,krakelen de kik [m; ken]kleingeluidjevanpijn,schrikof verdriet > (uitdr) geen kik geven: heelstilofheel fl inkzijn

k ik·ken [kikte,heeftgekikt]eenkikgeven de k ik·ker [m; s]am fi biemet langepotenenzwemvliezendiekanspringenen kwaken=kikvors ^ am fi bie > (uitdr) eenkoude kikker : iemanddienietsnelenthousiastwordt;(uitdr) een kikker injekeelhebben: even eenbeetjeheeszijn

het k ik·ker·bad [ en]ondiepzwembadjevoor peuters=pierenbad de k ik·ker·dril glibberigeendoorzichtigeeitjes vankikkers;deeitjeszittenmeestalintrosjes aanelkaar

het k ik·ker·land grappigenaamvoorNederland het k ik·ker·vis·je [ s]klein,zwartvisjedatuitgroeittoteenkikker=donderkopje de k ik·vors [m; en]kikker de k ik·vors·man [m; nen]manineenduikerspakdieonderwateronderzoekdoetofreddingswerkverricht

kil [bijvnw,bijw] 1 opeenakeligemanier koud > kil weer 2 niethartelijk,nietvriendelijk=koel,koud > een kille ontvangst k il·len [kilde,heeftgekild] 1 iemandkillen: iemandopeenafschuwelijkemanierdoodmaken=afmaken 2 (vanzeilen)klapperen het k i·lo [ ‑’s]1000gram ^ gewicht ki·lo- 1000 > een kilo gramis1000gram;een kilometeris1000meter

de k i·lo·byte (Engels) … k ieloobajt[ s]eenheid waarmeejeuitdrukthoeveelgeheugenruimte

eencomputerheeft;eenkilobyteis1000byte= kB

het k i·lo·gram [ men]kilo ^ gewicht de k i·lo·jou·le … k ieloozjoel[m; s]eenheidvoor eenhoeveelheidenergiediejeuitvoedselkunt halen de k i·lo·me·ter [m; s]duizendmeter ^ lengte de kilt [m; s]geruiteSchotserok de kim [ men](ouderwets)horizon=einder k im·me ^ kim de ki·m o·no [m; ‑’s]Japansejasmetwijdemouwendiesluitmeteenbandofkoord de kin [ nen]deelvanjegezichtonderjemond het kind [ eren] 1 nognietvolwassenmens > ookalishij 40,hijblijfteen kind; (uitdr) zoblijalseen kind : heelerg blij;(uitdr) jemoethet kind nietmethetbadwaterweggooien: jemoetniettegelijkmethetslechteook hetgoedewegdoen; van kinds afaan: sindsde vroegstekinderjaren 2 iemandvanwiejijde vaderofmoederbent=koter > zehebbenzes kinderen; (uitdr) hijwaseen kind vanzijntijd: hij pastepreciesindetijdwaarinhijleefde;(uitdr) het kind vanderekeningzijn: denadelenondervinden,dedupezijn

k in·der·ach·tig [bijvnw] 1 waarjetegroot voorbent > ikvinddateen kinderachtig boek; kinderachtig gegiebel 2 gezegdvaniemanddie gauwgekwetstofbeledigdis= fl auw,kleinzielig > doenietzo kinderachtig!;deprijsvandie sportwagenisniet kinderachtig: hijkostheelveel de k in·der·be·scher·ming [v]instellingdie kinderenbeschermtalszedoorhunouders mishandeldofverwaarloosdworden de k in·der·bij·slag [m]gelddatjekrijgtvande staatalsjeeenkindhebt de k in·der·boer·de·rij [v; en]boerderijmet dieren,speciaalingerichtvoorkinderen het kin·der·d ag·ver·blijf [ verblijven]ruimte waartegenbetalingvoorkinderenvanwerkendeouderswordtgezorgd=crèche het k in·der·geld (België,spreektaal)kinderbijslag k in·der·hand [zelfstnw] o een kinderhand is gauwgevuld: alsjenietveelwensenhebt,zijnze makkelijktevervullen het k in·der·kop·je [ s]bollestraatkei=kassei de k in·der·krib·be [v; nof s](België)crèche k in·der·lijk [bijvnw,bijw]vaneenkind,als vaneenkind > dievrouwheefteen kinderlijk gezichtje de k in·der·lok·ker [m/v/x; s]iemanddieop straatkinderenloktomzekwaadtedoen het k in·der·meis·je [ s]meisjedatbijeengezin

• kin • 342 kijker
kikker

inwoontomvoordekinderentezorgen=kinderjuffrouw

de k in·der·op·vang [m]verzorgingenopvang vankinderenalsdeoudersernietzijn,bv.omdatzewerken

de k in·der·por·no pornowaarbijkinderenwordenafgebeeld,voorvolwassenendiedatseksueelopwindendvinden de k in·der·post·ze·gel [m; s]elkvandepostzegelsdiejaarlijksdoorkinderenverkocht worden,enwaarvandeextraopbrengstaan kinderentengoedekomt k in·der·schoe·nen [zelfstnw] o datstaatnog inde kinderschoenen : datisnogmaarinhet beginstadium

kink [zelfstnw] o een kink indekabel: eenonvoorzienprobleem de k ink·hoest [m]kinderziektewaarbijjeerg moethoesten

kinderstoel

k in·der·spel [zelfstnw] o datis kinderspel : datisheeleenvoudig de k in·der·stoel [m; en]hoge stoelmeteentafeltjeeraan vast,speciaalvoorkinderen de k in·der·te·le·foon MERK [m; s]nummerdatkinderen kunnenbellenalszeinde moeilijkhedenzitten de k in·der·ver·lam·ming [v] ziektediejealskindenalsvolwassenekunt krijgenenwaarbijjeverlamdraakt=polio de k in·der·wa·gen [m; s] wagenwaarinjeeenbaby voortduwt

k in·ky (Engels) … k ingkie[bijvnw](informeel) leukeneenbeetjegewaagd > een kinky café de kin·ne·s in·ne (Jiddisch) … kinn e s inn e • jaloezie=kift,afgunst de ki· osk [ en]kleingebouwtjewaarjekranten, sigaretten,bloemenofsnoepkuntkopen de kip [v; pen]vrouwelijk hoenmeteenroodkammetjeopdekop,datvaak wordtgehoudenomdeeieren=hen > (uitdr) kletsen alseen kip zonderkop: inhet wildeweg,zonderjeverstandtegebruiken;(uitdr) er alsde kippen bijzijn: ersnelbijzijn,omdater ietstehalenvaltwatjegraagwilthebben; (uitdr) erwasgeen kip : erwasniemand;(uitdr) metde kippen opstokgaan: vroeggaanslapen ^ kip

kinderwagen

de k in·der·ziek·te [v; sof n] 1 ziektedievooralvoorkomtbijkinderen > mazeleniseen kinderziekte 2 probleemdatvoortkomtuithet feitdatietsnoginhetbeginstadiumis,dater noggeenervaringmeeis > de kinderziektes van eentoneeluitvoering kinds [bijvnw,bijw]gezegdvaniemanddieal oudisenzichweeralskindgaatgedragen= seniel

k inds·been [zelfstnw] o van kindsbeen af: al vanafjongeleeftijd

het k inds·deel [ delen]deelvandeerfenisvanje ouderswaarjealskindrechtophebt de k ind·sol·daat [m/v/x; soldaten]soldaatdie nogmaareenkindis de ki·ne·s ist [m/v/x; en](België) ^ kinesitherapeut de ki·n e·si·the·ra·peut [m/v/x; en](België)iemanddiemetmassageenlichaamsoefeningen afwijkingenaanjebotten,gewrichtenofspierenprobeertteverhelpenoftevoorkomen= kinesist(inNederland:fysiotherapeut(bet.2))

k ing·size (Engels) … k ingsajz[bijvnw]extra groot,supergroot > een kingsize hamburger de ki·n i·ne ouderwetsgeneesmiddeltegende koortsdatgemaaktisvaneenplant

kip mannetje haan vrouwtje kip,hen jong kuiken

groep toom

geluidhaan kraaien(kukeleku)

geluidkip tokken,kakelen(tok)

geluidkuiken piepen(piep)

kip·l ek·ker [bijvnw]goeduitgerustengezond > ikvoelmeweer kiplekker !

de k ip·nug·get (Engels) … k ipnug ˆ g ˆ it[m; s]gefrituurdstukjekippenvlees

het k ip·pen·eind·je [ s]heelkleineafstand > van hiernaardebakkerismaareen kippeneindje

het k ip·pen·vel puntjesopjehuidalsjehetkoud hebtofvanietsschrikt > vanzo ’ ngriezelfi lm krijgik kippenvel

k ip·pig [bijvnw]gezegdvaniemanddiealleengoedkanzienwatdichtbijis=bijziend k ir·ren [kirde,heeftgekird] 1 (vanmensen) hoogenopgewondenpraten=kraaien > ‘o,wat enig! ’ kirde zij 2 (vanduiven)koeren de kiss-and-r ide (Engels) … kis·enrajt[m; s] (letterlijk:kussenenrijden)plaats,bv.bijeen station,waarautomobilistenkortmogenstoppenompassagierstelatenuitstappen

k is·se·bis·sen [kissebiste,heeftgekissebist] ruziemakenoveronbelangrijkedingen=harrewarren,kibbelen

de kist [ en] 1 rechthoekigedoos,meestalvan

• kip •
343 kist a b c d e f g h i j • k l m n o p q r s t u v w x y z

hout > een kist metappels;doodskist ,juwelen kistje 2 (informeel)vliegtuig

k is·ten [kistte,heeftgekist] eenoverledenekisten: eenoverledeneineendoodskistleggen > (uitdr) laatjeniet kisten!: houvol,ookalmaken zehetjemoeilijk

het k ist·je [ s](informeel)hogelompeschoen,bv. eensoldatenschoen

de kit [ ten] 1 [ook:het]lijmofstofomgatenop tevullen > houtkit ,siliconen kit 2 [m]pakket metdaarinalleswatjevooreenbepaalddoel nodighebt > carkit 3 (ouderwets)hogesmalle bakwaarinjevroegerkolennaastdekachel zette=kolenkit

de kit·che·n et·te … kitsj e nett e [m; s]kleinkeukentje

de kite (Engels) … kajt[m; s]soortgrotevlieger waardoorjeje,staandeopeensurfboard,over hetwaterkuntlatenvoorttrekken

k ite·sur·fen … k ajtsurf e n[kitesurfte,heeft gekitesurft]surfenopeenspeciaalsurfboard, waarbijjejelaatvoorttrekkendooreenkite kits [bijvnw](informeel)inorde,OK > alles kits?

de kitsch (Duits) … kietsjofkitsj[m]namaakkunst=nep > deantiekhandelaarverkochtook veel kitsch

de k it·te·laar [m; s]clitoris

k it·tig [bijvnw,bijw]vlotenenergiek > met kittige pasjes

de k i·wi [m; ‑’s] 1 ovaletropischevruchtmeteenharige bruineschilengroen vruchtvlees 2 vogel,iets groterdaneenkip,dieniet kanvliegeneninNieuwZeelandvoorkomt

kJ [afkorting] kilo j oule k.k. [afkorting] kosten koper;ditbetekentdat dekoperdeoverdrachtsbelastingmoetbetalen bijdeverkoopvaneenhuis > hethuiskost € 180.000,- k.k.

kl aag·lijk [bijvnw,bijw]alsiemanddieklaagt =klagerig > toenzijnbaasopvakantiewas maaktedehonddeheledag klaaglijke geluiden de kl aag·zang [m; en]liedwaarinjeoveriemandofietsklaagt=treurdicht,elegie > (uitdr) een klaagzang aanheffen: beginnente klagen

klaar [bijvnw,bijw] 1 af=gereed > klaar voor destart?af!;overeenuurbenik klaar metm’ n huiswerk; (uitdr) ikbenerhelemaal klaar mee: ik heberschoongenoegvan 2 (ouderwets)duidelijk > (uitdr) klare taalspreken: ietsronduit zeggen;(uitdr) zo klaar alseenklontje: volkomenduidelijk 3 (vanvloeistoffen,lichten klanken;ouderwets)helder

klaar·bl ij·ke·lijk [bijw]zoalsduidelijkblijkt > zeheeftzich klaarblijkelijk vergist de kl aar·heid [v]duidelijkheid > ietstot klaarheid brengen: duidelijkmakenhoeietsinelkaar zit

kl aar·ko·men [kwamklaar,isklaargekomen] eenorgasmekrijgen ^ orgasme

kl aar·licht [bijvnw] o op klaarlichte dag: overdag,alshetlichtis

kl aar·ma·ken [maakteklaar,heeftklaargemaakt] ietsklaarmaken: ietsinordemaken,iets bereiden > gisterenhebikallesvoordevakantie klaargemaakt ;hetetenwasheerlijk klaargemaakt

de klaar- over [m/v/x; s]iemanddieineenopvallendeoranjejasbijeenzebrapadstaaten ervoorzorgtdatkinderenveiligoverkunnen steken=verkeersbrigadier

kl aar·spe·len [speeldeklaar,heeftklaargespeeld] ietsklaarspelen: ietsvoorelkaarkrijgen = fi ksen,bolwerken > hoehebjedat klaargespeeld?

kl aar·staan [stondklaar,heeftklaargestaan] vooriemandklaarstaan: bereidzijniemandte helpen > onzebuurvrouw staat altijdvoorons klaar

kl aar·sto·men [stoomdeklaar,heeftklaargestoomd] iemandklaarstomen: ervoorzorgendat iemandinkortetijdveelleertzodathijofzij examenkandoen

klaar·wak·ker [bijvnw,bijw]helemaalwakker > toenikvannachteenenggeluidhoorde,was ikopeens klaarwakker

klaas [zelfstnw] o eenhouten klaas: iemand diezichnietsoepelbeweegtofdiezichstug gedraagt

Klaas [zelfstnw] o Klaas Vaak: mannetjeuit kinderverhalendatzandinjeogenstrooitzodatjeslaapkrijgt

de klacht [ en]woordenwaarmeejeklaagt > voormijnbuikklachten moestiknaarhetziekenhuis;een klacht indienenbijdechefvanhetbedrijf het klad voorlopigevormvaneentekstoftekening x net > mijnopstellenmaakikaltijdeerst inhet klad ;een kladje metaantekeningen: een stukjekladpapier o de klad komterin: hetgaat achteruit,hetgaatslechter;(informeel) iemand bijde kladden grijpen: iemandbeetpakken,iemandbijdekraagpakken

het kl ad·blok [ ken]blokmetgoedkooppapier waaropjedingeninhetkladkuntmaken kl ad·den [kladde,heeftgeklad]slordigschrijvenofschilderen=kladderen,kalken,kliederen > hij kladde zijnnaamophetpapier;diemoderneschilders kladden maarraak

kl ad·de·ren [kladderde,heeftgekladderd] kladden

kl a·gen [klaagde,heeftgeklaagd]latenmer-

• 344 kisten
kiwi1
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.