www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

MacroScoop 1/2 - Leerpakket 2

Page 1

1/2 LEERPAKKET 2

Proefversie©VANIN

Voorlopige versie lesmateriaal

Proefversie©VANIN

Dit is een voorlopige versie van lesmateriaal van Uitgeverij VAN IN, bestemd voor promotionele doeleinden.

Doordat de minimumdoelen voor de eerste graad in een latere fase worden gecommuniceerd, zijn alle inhouden in deze bundel 'onder voorbehoud' . Onze auteurs kijken alles nog grondig na en passen aan waar nodig. Zo kun je er zeker van zijn dat ze volledig in lijn liggen met de nieuwe minimumdoelen.

Op onze website vullen we steeds het laatste nieuwe materiaal aan. Bovendien vind je daar ook alle informatie over de methode, de verschijningsplanning, contactinformatie van je educatief adviseur...

Zo kan jij steeds al de laatste info en het meest recente materiaal bekijken!

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws en materiaal via vanin.be/secundair

))

Proefversie©VANIN

Inhoudsopgave

1.Thermische energie

Proefversie©VANIN

2.Spijsvertering

3.Adem

4.Transport

5.Uitscheiding

6.Samenhang

Opgelet: De thema's in dit inkijkexemplaar zijn nog van de vorige editie van MacroScoop. Doordat de minimumdoelen pas in maart werden gecommuniceerd zijn onze auteurs

volop aan het werk om de inhouden aan te passen zodat jij er volgend schooljaar mee aan de slag kan.

Welkom bij MacroScoop. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.

1 Op weg met MacroScoop

Het leerwerkboek bestaat uit 11 thema’s. Elk thema is op dezelfde manier opgebouwd.

Elk thema start met enkele foto’s die te maken hebben met dit thema. Je vindt ook een handig overzicht van de hoofdstukken.

We starten elk thema met een WOW Op deze Wow!-pagina is er de keuze tussen verschillende interessante items. Je maakt hier kennis met het onderwerp van het thema.

Voor je verder gaat oefenen, bekijk je eerst de AHA

Hier vind je de synthese van het thema en een checklist.

In de thema’s zie je verschillende manieren om een synthese te maken: mindmap, schema, samenvatting en Cornell. In het boek staat steeds één manier. Bij het onlinelesmateriaal vind je nog andere manieren.

De checklist is een opsomming van de doelen waaraan je in het thema hebt gewerkt. Je gaat bij jezelf na welke doelen je denkt bereikt te hebben, of waaraan je nog moet werken. Als je twijfelt, dan ga je terugkijken in het thema.

Je kunt in het onderdeel Test jezelf verder oefenen.

Je leerkracht beslist of je de oefeningen op het einde van het thema maakt of doorheen de lessen.

Op diddit vind je bovendien nog meer oefeningen terug.

STARTEN MET MACROSCOOP
BIoTopEn En HUn VErsCHEIDEnHEID BIoToopsTUDIE Je gaat op EXCUrsIE!
Aha! Aha! In de cellen worden voedingsstoffen afgebroken. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen zijn schadelijk verwijderd longen dienen als uitscheidingsorgaan voor Andere uitscheidingsorganen zijn de de De uitscheidingsorganen in het water zijn opgelost. opgeloste stoffen buisjes van de zweetklieren terecht. Vandaar komt het zweet via een afvoerbuis langs een porie aan het Zweten heeft nog een andere functie Bij zware inspanningen stijgt de lichaamstemperatuur. regelt lichaamstemperatuur want het zorgt voor afkoeling Of anders gezegd: energie kwijt nierslagader van de nier gaat de via een urineleider naar de blaas Van daaruit gaat de urine via de urinebuis naar buiten. In de nieren liggen kleine filtertjes urine nierbekken verzameld opgeslagen De bloedcellen blijven in de bloedbaan en ook een deel van het water gaat terug in de bloedbaan. Uitscheiding bij dieren urine, uitwerpselen geen zweetklieren Ga naar het onlinelesmateriaal en leer nog andere vormen van synthese kennen.
TEST JEZELF Welke eigenschappen moeten cellen hebben om een weefsel te kunnen vormen? Op de figuur hieronder zie de verschillende organisatieniveaus bij de aardappelplant. Benoem ze zo nauwkeurig mogelijk. B: Benoem het juiste organisatieniveau van de volgende afbeeldingen.
Wat wil ik te weten komen Wat ken/kan ik? begrepen ik nog op figuren en foto’s. 164 Ik kan de verschillende soorten bloedcellen aan de hand van een aanwijzen op een figuur of een tekening. Ik kan foto’s van het hart vergelijken met afbeeldingen (bijvoorbeeld: beschrijven Ik kan de weg van het bloed in het lichaam beschrijven beschrijven omschrijven Ik kan de weg van de kleine en de grote bloedsomloop Ik kan uitleggen wat we bedoelen met een dubbele bloedsomloop. Ik kan bij eenvoudige situaties eerste hulp toepassen brengen Ik ken de basisprincipes van EHBO en kan ze toepassen Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder.
5 STARTEN MET MACROSCOOP
Proefversie©VANIN

Onderzoek 5

In een biotoop leven organismen samen met elkaar. Ze staan onder invloed van elkaar.

1 Onderzoeksvraag

Organismen kunnen verschillende relaties met elkaar aangaan. Je spreekt van voedselrelaties, steunrelaties, voortplantingsrelaties en beschermingsrelaties.

2 Handig voor onderweg

Kruis de meest geschikte onderzoeksvraag aan.

Hoe verloopt het transport van thermische energie als convectiestromen in de lucht verhinderd worden?

De voedselrelaties kun je met verschillende modellen voorstellen. De meest eenvoudige voorstelling is de voedselketen waarin organismen gerangschikt worden volgens het patroon van eten en gegeten worden.

Van een voedselketen kun je ook een voedselpiramide maken.

In de loop van elk thema word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen.

Is transport van thermische energie nog mogelijk als de convectiestromen in de lucht niet meer tot bij de hand komen?

Hoe hoger een organisme in de piramide staat, hoe kleiner het aantal organismen.

2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP

Wanneer je voedselketens met elkaar kunt verbinden, krijg je een voedselweb

Is transport van thermische energie via straling nog mogelijk als de lucht niet meer tot bij de hand komt?

WELKE WEG LEGT EEN BROODJE SMOS AF DOOR JE LICHAAM?

Hoe verloopt het transport van thermische energie via straling als de convectiestromen in de lucht verhinderd worden?

Er zijn verschillende voedselniveaus in de biotoop. Je spreekt van producenten consumenten reducenten en detrivoren

1 Spijsvertering is de volledige weg die voedsel aflegt door het lichaam zodat een voedingsmiddel gaandeweg omgezet wordt in voedingsstoffen.

Een voedselkringloop maakt een voorstelling met alle verschillende niveaus.

2 Hypothese

In die kringloop geldt de regel ‘eten of gegeten worden’. De producenten zorgen voor de nodige voedingsstoffen voor de consumenten. Detrivoren en reducenten ruimen de resten op.

a Waar begint de spijsvertering?

Test jezelf: oefeningen 8, 9, 10 en 11

b Hoe gebeurt dat?

Hier en daar wordt er een ‘Tip’ ingeschakeld. Het zijn kleine items die je helpen om een opdracht goed uit te voeren of die je extra uitleg geven.

We zetten doorheen het thema de belangrijkste zaken op een rijtje in deze rode kaders.

Proefversie©VANIN

3 Benodigdheden

infraroodlamp (of een spot die veel thermische energie uitstraalt) statief doorzichtige glazen plaat chronometer of smartphone, ingesteld als chronometer

2 Het grote doel van de spijsvertering is om de voedingsstoffen te kunnen opnemen in het bloed. Hiervoor moeten de moleculen van de voedingsstoffen omgezet worden in hele kleine deeltjes die in de bloedbanen kunnen opgenomen worden.

Voor het waarnemen van de warmte mag je de chronometer maximaal 5 minuten laten lopen. Tip

a Wat gebeurt er met die verteerde stoffen?

b Waar worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed?

Interessant om weten

Pas na ongeveer 30 uur heeft het voedsel volledig zijn weg door het spijsverteringskanaal afgelegd. Alle bruikbare stoffen zijn dan in het bloed opgenomen en de onverteerbare resten zijn uitgescheiden, via het spijsverteringsstelsel.

3 Welke organen maken deel uit van de spijsvertering? Om alvast te weten waar alle organen zich bevinden, bestudeer je figuur 2.2.

Een ‘Interessant om weten’ is een klein blokje informatie, dat je verder op weg helpt om de opdrachten goed te begrijpen.

Wanneer je een onderzoek uitvoert, volg je telkens 7 stappen die worden aangeduid met de volgende iconen:

Schrijf de naam van de organen bij de pijltjes. Gebruik daarvoor de ontdekplaat die je vindt bij het onlinelesmateriaal.

Onderzoeksvraag

Hypothese

Benodigdheden

Vaktaal en moeilijke woorden vallen extra op door de stippellijn. Achteraan het boek vind je deze woorden terug in de woordenlijst

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg: WOORDEnliJSt

Werkwijze

Waarneming

Besluit

Reflectie

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je ook online terug.

Als je dit icoon ziet, dan vind je op diddit een ontdekplaat terug.

Als je dit icoon ziet, vind je extra materiaal terug op diddit.

26 BIOTOPEN EN HUN VERSCHEIDENHEID
Fig. 2.1 Fig. 2.2 124 SPIJSVERTERING
Fig. 3.2
207 3 StRaling
Thema Biotopen en hun verscheidenheid hoofdstuk term de nitie in je eigen woorden abiotische factor de niet-levende omgevingsfactoren 3 autotroof een organisme dat zelf in zijn voedsel voorziet, meestal zijn het planten, bacteriën en schimmels 2 biodiversiteit de grote verscheidenheid aan leven 1 biotische factor de levende omgevingsfactoren 1 biotoop een leefgebied waar de abiotische en biotische factoren zeer typerend zijn 3 consumenten de verbruikers; planten- en vleeseters determineren het op naam brengen van een organisme door gebruik te maken van waarneembare kenmerken 3 detrivoren afvalopruimers in de natuur 2 ecologisch evenwicht de slingerbeweging tussen organismen die de natuur in evenwicht houdt excursie uitstap 2 exoot een uitheemse soort invoeren 3 heterotroof organismen die anderen nodig hebben om zich mee te voeden 1 instrumenten che een che met het gebruik van bepaalde instrumenten 1 landschapselement typische elementen die in een bepaald landschap aanwezig zijn 230 2 Bij extreem hoge temperaturen kan het wegdek soms omhoogkomen. a Wat is de reden hiervan? b Je merkt dat het niet zo eenvoudig is om daar een antwoord op te geven. Maar blijkbaar heeft de temperatuur een invloed op het volume van materie. Dat kun je nagaan met het volgende onderzoek. Fig. 4.2 Onderzoek 5 Onderzoek 5a Onderzoeksvraag De vraag zou kunnen zijn: wat is de invloed van de temperatuur op het volume van materie? Dat is echter geen goede onderzoeksvraag want je weet niet of het gaat over vaste sto en, vloeisto en of gassen. Daarom splits je dit onderzoek in drie delen. 1 Onderzoeksvraag Welke invloed heeft de temperatuur op het volume van een vaste stof? 2 Hypothese 3 Benodigdheden bol en ring van ’s Gravesande verwarmingstoestel 4 Werkwijze Dit experiment wordt door de leerkracht uitgevoerd. 5 Waarneming Wat gebeurt er bij kamertemperatuur als de bol op de ring gelegd wordt? Bij kamertemperatuur gaat de bol wel niet door de ring. Wat gebeurt er met de bol als hij verwarmd wordt? De verwarmde bol gaat wel / niet door de ring. Wat gebeurt er met de bol als hij terug a oelt? De afgekoelde bol gaat wel / niet door de ring. 6 Besluit Welke invloed heeft de temperatuur op het volume van een vaste stof? Fig. 4.3 51
6 STARTEN MET MACROSCOOP

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten.

Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (o.a. videobestanden, artikels). Ga hier ook aan de slag met de ontdekplaten!

Proefversie©VANIN

Credit: IMAGO
het onlineleerplatform bij
MacroScoop
7 DIDDIT

MATERIE EN ENERGIE IN ORGANISMEN

Spijsvertering

Proefversie©VANIN

1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP

3 SPIJSVERTERING EN GEZONDHEID

4 SPIJSVERTERING BIJ ANDERE ORGANISMEN

Proefversie©VANIN

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

114 SPIJSVERTERING
1 3 2

1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

IK EET NOOIT SUIKER!

1 Een goed ontbijt is een goed begin van de dag.

a Bestudeer de verpakking van een doos ontbijtgranen. Welke ingrediënten staan daarop vermeld?

Proefversie©VANIN

b Op het etiket vind je de tabel ‘Voedingswaarde-informatie’ terug. Wat staat daarin vermeld?

2 Wat je eet (cornflakes, brood, melk, choco, kaas …) noem je voedingsmiddelen. Wat erin zit (vetten, koolhydraten (zetmeel, suiker, glucose), eiwitten …), zijn voedingsstoffen.

a Bestudeer op dezelfde manier de etiketten van een pakje Lotus speculoos Suske en Wiske (6 x 25 g) en van Paula vlekjespudding (4 x 125 g). Vul de tabel verder in. Je vindt de informatie via het onlinelesmateriaal op de website van een supermarkt.

voedingswaarde per 100 g

voedingsmiddel energetische waarde (kJ)

voedingsstoffen (g)

b Is de energetische waarde van de pudding groter of kleiner dan die van de speculoos? Verklaar.

Fig. 1.1 Fig. 1.2
115 1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN
Fig. 1.3

Op een etiket staat meestal de voedingswaarde-informatie per 100 g vermeld.

Maar daarmee weet je niet hoeveel je opeet per portie.

Bestudeer het etiket van een pot Alpro soya yoghurt met perzik.

a Vul de tabel in.

voedingsmiddel

energetische waarde (kJ)

per 100 g

Proefversie©VANIN

voedingsstoffen (g)

b Bereken met deze gegevens hoeveel energie je opneemt als je een portie van 150 g opeet.

Bereken ook de hoeveelheid van de verschillende voedingsstoffen.

per 100 g

voedingsmiddel

Alpro soya

energetische waarde (kJ)

voedingsstoffen (g)

4 Als je een willekeurige hoeveelheid van een bepaald voedingsmiddel opeet, moet je nog anders te werk gaan.

a Je wilt vier koekjes opeten. Noteer eerst de energetische waarde voor 100 g in de tabel hieronder.

voedingsmiddel

koekjes

energetische waarde (kJ) vetten koolhydraten eiwitten zout

b Bepaal de massa van vier koekjes.

De massa bedraagt: g

c Je kunt nu de voedingswaarde voor de koekjes herberekenen.

Noteer de resultaten in de tabel.

energetische waarde (kJ) vetten koolhydraten eiwitten zout

3
Fig. 1.4
116 SPIJSVERTERING
Fig. 1.5

d Hoeveel verschillende voedingsmiddelen zijn er?

e Hoeveel voedingsstoffen heb je leren kennen tijdens deze les?

f Welke zijn dat?

Vezels vind je vooral terug in groenten en fruit en in deegwaren zoals brood, pasta ... Interessant om weten

Op een etiket vind je vaak ook informatie terug over de voedingsvezels. Dat zijn echter geen echte voedingsstoffen. Een voedingsvezel komt immers nooit in een cel. Ze zijn enkel nodig om de darmwerking volledig in orde te houden.

Proefversie©VANIN

Wat je eet, zijn de voedingsmiddelen. Elk voedingsmiddel bestaat uit verschillende voedingsstoffen.

De hoeveelheid chemische energie die een voedingsmiddel bevat per 100 g (of 100 ml), is de energetische waarde van dat voedingsmiddel. Je vindt die terug op het etiket. Daarop staat ook de voedingswaarde vermeld.

Een uitspraak zoals ‘ik eet nooit suiker’ kan waar zijn. Maar om helemaal zeker te zijn dat je de waarheid spreekt, moet je van elk voedingsmiddel het etiket heel nauwkeurig bestuderen.

Test jezelf: oefeningen 1, 2 en 3

Fig. 1.6
117 1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

1 Voedingsstoffen worden in drie grote groepen ondergebracht.

Ze hebben elk hun eigen functie.

Vul de tabel in om die functie te achterhalen. De afbeeldingen moeten je daarbij op weg helpen.

functie

voedingsstof

vitamines

mineralen

(bijvoorbeeld

calcium, ijzer …)

suikers

vetten

eiwitten

mineralen

water

omschrijving van de functie

Proefversie©VANIN

2 Niet iedereen heef t dezelfde nood aan bepaalde voedingsstoffen.

Amina is zwaar ziek geweest en moet dringend aansterken. Haar mama geeft haar een lekkere kop kippensoep. Welke voedingsstoffen krijgt Amina op die manier binnen?

Finn doet intensief aan sport en moet vanavond stevig trainen. Voor de training eet hij een groot bord spaghetti met bruine suiker. Welke voedingsstoffen neemt hij dan op?

Voedingsstoffen worden in drie groepen ondergebracht.

Vitamines en mineralen hebben een beschermende functie. Ze beschermen ons tegen ziektes en laten de stelsels hun specifieke taken uitvoeren.

Suikers en vetten (brandstoffen) leveren energie om arbeid te verrichten en onze lichaamstemperatuur op peil te houden.

Eiwitten, water en mineralen zijn bouwstoffen om te groeien en om nieuwe cellen aan te maken.

Het eten van pizza en frietjes levert de nodige brandstoffen voor het lichaam, maar voorziet te weinig in de behoefte aan de andere voedingsstoffen. Pizza en frietjes beschermen je dus niet tegen ziektes.

Test jezelf: oefeningen 4 en 5

KUNNEN PIZZA EN FRIETJES JE BESCHERMEN TEGEN DE GRIEP?
Fig. 1.7 Fig. 1.8 Fig. 1.9
118 SPIJSVERTERING

MAG IK ELKE DAG EEN BOTERHAM MET CHOCO ETEN?

1 Gezonde leefgewoonten zijn belangrijk.

a Beschrijf aan de hand van de twee foto’s wat de jongeren aan het doen zijn.

b Wat kunnen de gevolgen zijn van dit gedrag op hun gezondheid?

Proefversie©VANIN

c Wat kunnen ze veranderen om gezonder te leven?

2 Om je op weg te helpen verstandige keuzes te maken bij je dagelijkse maaltijden heeft het Vlaams Instituut Gezond Leven een model ontwikkeld: de voedings- en bewegingsdriehoek.

Deze versie van de voedingsdriehoek geeft duidelijk aan wat je wel of niet mag eten. Hij houdt ook rekening met duurzaamheid. Ook bewegen is heel belangrijk bij een gezonde levensstijl.

Fig. 1.12 https://www.gezondleven.be/themas/voeding/voedingsdriehoek

Fig. 1.13 https://www.gezondleven.be/themas/beweging-sedentair-gedrag/bewegingsdriehoek

a Ga via het onlinelesmateriaal naar de website van Gezond Leven en zoek de drie uitgangspunten op waarop de driehoek gebaseerd is.

Fig. 1.10 Fig. 1.11
119 1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

b Noteer nauwkeurig hoe jouw menu van gisteren eruitzag. Denk er ook aan om aan te duiden wat je gedronken hebt. Noteer ten slotte hoeveel beweging je ongeveer hebt gehad.

maaltijd voeding drank ontbijt

tussendoortje

middagmaal

tussendoortje

avondmaal

later op de avond

Hoeveel beweging heb je gehad?

c Bespreek jouw dagmenu aan de hand van de voedingsdriehoek. Wat deed je goed?

Wat deed je minder goed? En vooral, hoe zou je dat kunnen veranderen?

Check hiervoor ook de website van Gezond Leven.

Proefversie©VANIN

d Ook duurzaamheid is van belang bij de voedingsdriehoek. Hoe kun je zien dat het model hiermee rekening houdt?

3 Sommige mensen schrappen bepaalde voedingsmiddelen uit hun dagelijks menu. Dat kan uit overtuiging zijn of omwille van gezondheidsproblemen.

Wat betekenen de volgende termen? Verzamel je informatie via het internet. – Veganisme

– Vegetarisme – Flexitariër

– Pescotariër – Pollotariër

120 SPIJSVERTERING

Interessant om weten

Als je dierlijke producten uit je voedingspatroon bant, dan is het wel belangrijk dat je die vervangt door een volwaardig alternatief.

Eiwitten kun je ook uit plantaardige bronnen halen: granen, peulvruchten (waaronder soja), noten en zaden.

Die plantaardige eiwitten hebben echter het nadeel dat ze een lagere kwaliteit hebben dan dierlijke eiwitten.

Daardoor is de behoefte aan eiwitten hoger bij vegetariërs en veganisten dan bij mensen die een gemengde voeding gebruiken.

Proefversie©VANIN

De voedingsdriehoek geeft duidelijk aan wat gezonde voedingsmiddelen zijn en welke voedingsmiddelen je het best vermijdt. Hij houdt ook rekening met duurzaamheid. Variëren in voeding is erg belangrijk om de juiste voedingsstoffen op te nemen.

Ook bewegen is heel belangrijk bij een gezonde levensstijl.

Sommige mensen schrappen bepaalde voedingsmiddelen uit hun dagelijks menu. Dat kan uit overtuiging zijn of omwille van gezondheidsproblemen.

Elke dag een boterham met choco kan dus lekker zijn, maar voldoet niet aan de richtlijnen van de voedings- en bewegingsdriehoek. Aanvullen en variëren is de boodschap.

HOE WORD IK EEN GOEDE VOEDINGSDETECTIVE?

1 Om voedingsstoffen op te sporen maak je gebruik van een aantal eenvoudige testreacties, waarbij meestal een kleurverandering merkbaar is.

a De testreacties voor zetmeel, glucose, eiwitten, water en vetten werden samengevat in een overzichtelijke tabel. Bekijk ze aandachtig.

Fig. 1.15

voedingsstof testreactie met … werkwijze waarneming zetmeel lugol

Druppel een beetje lugoloplossing in een zetmeelpapje.

glucose diastix Maak een oplossing van glucose in gedemineraliseerd water en dompel een diastix teststrip in de oplossing.

eiwitten albustix Giet 20 ml gedemineraliseerd water in een beker en roer er een beetje wit van een rauw ei doorheen. Dompel een albustix teststrip in de oplossing.

water kobaltdichloridepapier Dompel een droog kobaltdichloridepapiertje in water.

vetten papier Wrijf een stukje salami tegen een stukje papier (bij voorkeur bruin inpakpapier).

kleuromslag van oranje-bruin naar paars-zwart

kleuromslag van lichtgroen naar bruin

kleuromslag van geel naar groen

kleuromslag van blauw naar roze

Er ontstaat een doorzichtige plek op het papier.

Fig. 1.14
121 1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

Proefversie©VANIN

b

Onderzoek 1

1 Onderzoeksvraag

Welke voedingsstoffen zitten er in de voedingsmiddelen die je wilt onderzoeken?

2 Hypothese

3 Benodigdheden

petrischalen met stukjes van een vijftal voedingsmiddelen lugol diastix albustix kobaltdichloridepapier blad papier vijf voedingsmiddelen

4 Werkwijze

1 Start met het eerste voedingsmiddel.

– Doe de test voor glucose.

– Controleer of er eiwitten in zitten.

– Test of het voedsel water bevat.

– Zijn er vetten aanwezig?

– Controleer of er zetmeel in zit.

2 Als er een verandering merkbaar is (kleuromslag of vetvlek), noteer je een ‘+’ in de tabel; anders schrijf je ‘–’. Wacht steeds een tiental seconden vooraleer je een conclusie trekt.

3 Vul de tabel volledig in.

Fig. 1.16 lugoloplossing Fig. 1.17 diastix Je test enkele voedingsmiddelen op de aanwezigheid van voedingsstoffen.
122 SPIJSVERTERING

5 Waarneming

voedingsmiddel glucose eiwit water vetten zetmeel

Proefversie©VANIN

6 Besluit

Welke voedingsstoffen zitten er in de door jou gekozen voedingsmiddelen?

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

7 Refle ctie

Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat je lichaam alle voedingsstoffen krijgt?

Zijn er voedingsmiddelen die je beter vermijdt?

Interessant om weten

Op de verpakking van voedingsmiddelen wordt steeds vaker de nutri-score vermeld. Het is een model dat informatie geeft over de voedingswaarde.

De nutri-score is de combinatie van een kleur en een lettercode waarmee je gezondere voedingskeuzes kunt maken.

Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal.

Om voedingsstoffen op te sporen maak je gebruik van een aantal eenvoudige testreacties of verklikkers, waarbij meestal een kleurverandering merkbaar is.

Door die kennis kun je de meest gezonde voeding opsporen. Je wordt daardoor een goede voedingsdetective.

Test jezelf: oefening 6

Fig. 1.18
123 1 OVER VOEDING EN VOEDINGSSTOFFEN

WELKE WEG LEGT EEN BROODJE SMOS AF DOOR JE LICHAAM?

1 Spijsvertering is de volledige weg die voedsel aflegt door het lichaam zodat een voedingsmiddel gaandeweg omgezet wordt in voedingsstoffen.

a Waar begint de spijsvertering?

b Hoe gebeurt dat?

2 Het grote doel van de spijsvertering is om de voedingsstoffen te kunnen opnemen in het bloed. Hiervoor moeten de moleculen van de voedingsstoffen omgezet worden in hele kleine deeltjes die in de bloedbanen kunnen opgenomen worden.

a Wat gebeurt er met die verteerde stoffen?

Proefversie©VANIN

b Waar worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed?

Interessant om weten

Pas na ongeveer 30 uur heeft het voedsel volledig zijn weg door het spijsverteringskanaal afgelegd.

Alle bruikbare stoffen zijn dan in het bloed opgenomen en de onverteerbare resten zijn uitgescheiden, via het spijsverteringsstelsel.

3 Welke organen maken deel uit van de spijsvertering?

Om alvast te weten waar alle organen zich bevinden, bestudeer je figuur 2.2.

Schrijf de naam van de organen bij de pijltjes. Gebruik daarvoor de ontdekplaat die je vindt bij het onlinelesmateriaal.

2
DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP
Fig. 2.1
124 SPIJSVERTERING
Fig. 2.2

Spijsvertering is de volledige weg die voedsel aflegt door het lichaam zodat een voedingsmiddel gaandeweg omgezet wordt in voedingsstoffen.

Het grote doel van de spijsvertering is om de voedingsstoffen te kunnen opnemen in het bloed.

Een broodje smos dat je opgegeten hebt, doorloopt dus het volledige spijsverteringskanaal om omgezet te worden in voedingsstoffen.

Test jezelf: oefening 7

Proefversie©VANIN

SLECHT KAUWEN? DAN LIGT ER EEN BAKSTEEN OP JE MAAG

1 Zodra er voedsel in de mond komt, begin je te kauwen.

a Wat is de functie van het kauwen?

b Wat gebeurt er tegelijkertijd?

c Als je lang op een stukje brood kauwt, verandert de smaak. Welke smaak kun je dan proeven?

d Hoe komt dat?

2 Het afbreken van zetmeel tot glucose is een voorbeeld van een stofomzetting.

a Hieronder zijn deeltjesmodellen getekend van zetmeel en van glucose.

figuur a

figuur b

Met welk deeltjesmodel kun je glucose voorstellen?

Met welk deeltjesmodel kun je zetmeel voorstellen?

b Zetmeel verteert met behulp van speeksel.

Onderzoek 2

1 Onderzoeksvraag

Wat is de invloed van speeksel op het verteren van zetmeel?

2 Hypothese

( )
n
125 2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP

3 Benodigdheden

twee proefbuizen

elastiekje

maatbeker (warmwaterbad) thermometer speeksel

zetmeelpapje

lugol diastix

Proefversie©VANIN

4 Werkwijze

1 Vul de twee proefbuizen voor de helft met een zetmeelpapje.

2 Bind een elastiekje rond een van de proefbuizen: dit is proefbuis A.

3 Voeg een hoeveelheid speeksel toe bij proefbuis A.

4 Zet de beide proefbuizen in een warmwaterbad van ongeveer 37 °C.

5 Test de beide proefbuizen na een half uur met diastix.

6 Voeg ten slotte aan de beide proefbuizen een paar druppels lugol toe.

7 Noteer je waarnemingen.

5 Waarneming

Welke veranderingen kun je waarnemen bij stap 5?

Proefbuis A:

Proefbuis B:

Wat gebeurt er als er lugol toegevoegd wordt bij stap 6?

Proefbuis A:

Proefbuis B:

6 Besluit

Wat is er gevormd in proefbuis A?

Wat tonen we aan met de lugoloplossing?

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

7 Refle ctie

Waarom worden de proefbuizen in een warmwaterbad geplaatst van ongeveer 37 °C?

Met het deeltjesmodel (zie 2.a) kun je die omzetting symbolisch voorstellen.

Noteer die voorstelling hieronder.

Ž n ( ) + + + + + Ž
2.3 warmwaterbad (37 °C) zetmeeloplossing zonder speeksel zetmeeloplossing met speeksel A B elastiekje 126 SPIJSVERTERING
Fig.

mond

het voedsel in de slokdarm, dat is de verbinding tussen de mondholte en de maag. De slokdarm is een gladde, sterk gespierde buis en het is zeker geen gewone buis.

a Om de functie van de slokdarm te achterhalen, voer je eerst de volgende opdracht uit.

Neem een snoepje in de mond en ga tegen een muur op je handen (of hoofd) staan.

Kauw goed op het snoepje en slik het daarna door.

Lukt dat?

b Het voedsel wordt dus via de slokdarm in de richting van de maag geduwd. Hoe dat gebeurt, kunnen we verduidelijken met de volgende opdracht.

Neem een kous (knielengte) en steek er een tennisbal in.

De kous stelt de slokdarm voor en de tennisbal is de voedselbrok.

Zakt de tennisbal spontaan naar beneden?

Wat moet je doen om de bal te laten zakken?

Dat is wat er exact gebeurt in de slokdarm. De spieren (kringspieren en lengtespieren) boven de voedselbrok knijpen ritmisch samen en duwen de brok steeds een stukje verder.

Deze ritmische knijpbeweging noem je de peristaltische beweging of kortweg de peristaltiek

In bijna alle spijsverteringsorganen gebeurt deze manier van doorgeven.

Interessant om weten

Proefversie©VANIN

Wanneer je aanhoudende last hebt van je maag zal de dokter een endoscopie voorschrijven. Dat is een onderzoek waarbij men met een camera (bevestigd aan een lange buis) via de mond tot in de maag kan kijken.

4 Uiteindelijk komt het voedsel in de maag terecht. Je kunt die een beetje vergelijken met een betonmolen.

Bekijk de video via het onlinelesmateriaal.

a Welk soort orgaan is de maag?

holle buis

holle zak spier

b Waaruit leid je dat af?

c Welke voedingsstoffen worden er door het maagzuur in de maag verteerd?

d Welke functie heeft het maagzuur nog?

3 Vanuit de
komt
gastroscoop camera Fig. 2.5
127 2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP
Fig. 2.4

e Welke beweging maakt een betonmolen en met welk doel?

De maag doet hetzelfde. De rest van de onverteerde voedingsstoffen wordt gemengd met maagzuur en verkleind door de knijpbeweging van de maag.

f Zoek via het internet op wat de volgende (vaak voorkomende) maagklachten betekenen.

Maagbreuk Reflux

Proefversie©VANIN

Maagzweer

In de mond worden de voedingsmiddelen met behulp van onze tanden verkleind door te kauwen. De speekselklieren voegen speeksel toe. Speeksel helpt bij de vertering van zetmeel.

De slokdarm is de verbinding tussen de mondholte en de maag.

Deze gespierde buis geeft de voedselbrok door via een knijpbeweging: de peristaltiek

De maag is een gespierd orgaan; ze produceert maagzuur dat zorgt voor de vertering van eiwitten. De maag kan voor heel wat problemen of klachten zorgen zoals een maagbreuk, reflux of maagzweren.

Als je slecht kauwt, verloopt het begin van de vertering in de mond minder goed. Daardoor verloopt ook de vertering in de maag moeilijker en kun je een zwaar gevoel hebben.

Test jezelf: oefeningen 8 en 9

DARMFLORA! GROEIEN ER BLOEMEN EN PLANTEN IN ONZE BUIK?

1 In de dunne darm worden onverteerde voedingsstoffen verder verteerd.

a Welke zijn dat?

b Kijk terug naar figuur 2.2. Welke organen produceren een verteringssap?

c Welke verteringssappen scheiden ze af?

Fig. 2.6

2 Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje over de werking van de lever en de gal.

a Van welke voedingsstof begint de vertering in de darm?

b Waar wordt de gal opgeslagen?

128 SPIJSVERTERING

c Waar bevindt de galblaas zich?

d Wat is de grootste taak van de gal?

e Wat doet de lever? Zoek hiervoor de nodige informatie op het internet.

Proefversie©VANIN

f De lever heeft ook nog andere functies. Welke zijn dat?

3 De werking van de gal kun je mooi aantonen met het volgende onderzoek.

Onderzoek 3

1 Onderzoeksvraag

Hoe werkt galsap?

2 Hypothese

3 Benodigdheden proefbuis met water proefbuisrek olie

ossengalzeep (vloeibaar of schilfers). Dat is zeep afkomstig uit de galblaas van runderen.

4 Werkwijze

1 Giet een kleine hoeveelheid olie in de proefbuis met water.

2 Schud de proefbuis krachtig en plaats ze in het proefbuisrek.

3 Voeg enkele druppels of enkele schilfers ossengalzeep toe.

4 Schud opnieuw en plaats de proefbuis terug in het proefbuisrek.

5 Wacht een paar minuten.

5 Waarneming

Wat zie je bij stap 2?

Wat kun je waarnemen bij stap 4?

Wat merk je bij stap 5?

129 2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP

6 Besluit

Wat is de invloed van galsap op olie?

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

Proefversie©VANIN

4 Naast het ver teren van vetten heeft de dunne darm nog een heel belangrijke functie.

Kijk nog eens naar het laatste deel van het vorige filmpje.

a Hoe moeten de voedingsstoffen zijn om in het bloed te geraken?

b De dunne darm heeft een lengte van ongeveer 5 meter. Wat is hiervan het voordeel?

c Om de goede werking te verzekeren bevinden er zich in het maag-darmstelsel veel micro-organismen. Hoe noemt men die?

d Vind je dat een goed gekozen naam?

5 Om de werking van de dunne darm duidelijk te maken, voer je een experiment uit met een dialyseslang. De wand van de dialyseslang is voorzien van microscopisch kleine gaatjes. Daardoor kunnen bepaalde moleculen door de gaatjes geraken en andere niet. Je dompelt de dialyseslang in een bak met water. De dialyseslang stelt de dunne darm voor en de bak met water het bloed.

Onderzoek 4

1 Onderzoeksvraag

Welke moleculen raken door de wand van een dialyseslang?

2 Hypothese

Ik denk dat grote/kleine moleculen zoals glucose/zetmeel door de wand van de dunne darm geraken.

3 Benodigdheden glazen bak met water dialyseslang twee grote wasknijpers zetmeel/glucose-oplossing pipet proefbuis lugol diastix

zetmeel + glucose water dialyseslang
2.7 130 SPIJSVERTERING
Fig.

Proefopstelling

Zie figuur 2.7.

4 Werkwijze

1 Vul een dialyseslang met de oplossing van zetmeel en glucose.

2 Leg de dialyseslang voorzichtig in de bak met water en maak de uiteinden vast met de wasknijpers.

3 Zuig meteen hierna een beetje water uit de bak (met het pipet) en giet het in een proefbuis.

4 Test het water op de aanwezigheid van suiker en zetmeel.

5 Herhaal die test na ongeveer een half uur.

5 Waarneming

Wat zie je bij stap 3?

Wat kun je waarnemen bij stap 4?

6 Besluit

Welke moleculen raken door de gaatjes van de dialyseslang?

De moleculen van zijn veel te groot, ze kunnen niet/wel door de wand van de dialyseslang.

De moleculen van zijn erg klein. Deze kunnen wel/niet door de wand.

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

7 Refle ctie

De dunne darm werkt op identiek dezelfde manier.

Grote moleculen van zetmeel kunnen niet door de wand geraken, maar de kleine moleculen van glucose kunnen dat wel. Op die manier kan glucose, via de wand van de dunne darm, opgenomen (geabsorbeerd) worden in het bloed.

Proefversie©VANIN

De dunne darm verteert zetmeel, eiwitten en vetten en wordt hierbij geholpen door alvleessap en gal

De gal zorgt ervoor dat grote vet- en oliedruppels in kleine druppels verdeeld worden.

In het maag-darmstelsel is er darmflora aanwezig. Deze micro-organismen zorgen voor een goede spijsvertering en zijn dus echt nuttig.

De kleine voedingsstoffen worden door de wand van de dunne darm opgenomen (geabsorbeerd) en van daar getransporteerd naar het bloed.

Darmflora heeft dus niets te maken met planten of bloemen.

Test jezelf: oefening 10

131 2 DE SPIJSVERTERING STAP VOOR STAP

IS HET EINDE NABIJ?

1 De voorlaatste stap in het verteringsproces gebeurt in de dikke darm.

De onverteerde voedselresten komen in de dikke darm. Ze bevatten nog veel water, dat er moet uitgehaald worden. Dat is het indikken van de stoelgang of de reabsorptie van water.

Wat is het gevolg als dat niet of onvoldoende gebeurt?

Proefversie©VANIN

2 De blinde darm is het doodlopende stukje van de dikke darm.

Aan de ene kant mondt de dikke darm uit in de anus, en aan de andere kant heb je de blinde darm, die eindigt in het wormvormige aanhangsel: de appendix

Noteer de correcte namen op de juiste plaats in de figuur hieronder. Je hebt de keuze uit: dunne darm – appendix – dikke darm – anus – blinde darm

3 De stoelgang wordt opgeslagen in het laatste stukje van de dikke darm: de endeldarm.

Wanneer deze opslag vol is, voel je vaak wat krampen of knagingen waardoor je weet dat je naar het toilet moet. De eindopening van de endeldarm is een sluitspier.

Hoe heet die?

De onverteerde voedselresten komen in de dikke darm. Er is nog heel veel water aanwezig. Dat water wordt er in de dikke darm uitgehaald zodat je geen diarree krijgt. Het proces waarbij het water uit de brij wordt gehaald, noem je de reabsorptie of het indikken

De dikke darm eindigt aan de ene kant in de blinde darm met de appendix.

De laatste opslag van alle resten gebeurt in de endeldarm. Wanneer deze opslag vol geraakt, moet je naar het toilet. De aars of anus is de sluitspier.

In de dikke darm gebeurt inderdaad het laatste deel van de spijsvertering.

Fig. 2.8
132 SPIJSVERTERING

c Wat is het gevolg van die aandoening? IS

1 Sommige mensen kunnen melk moeilijk verteren.

Dat komt omdat de melksuiker niet zonder meer opgenomen kan worden in het bloed. Het moet eerst omgezet worden tot glucose.

a Geef een andere naam voor melksuiker.

b Hoe heet de aandoening waarbij je die suiker niet kunt verteren?

Proefversie©VANIN

2 Het spijsverteringsstelsel kan ook andere ongemakken met zich meebrengen.

Ga via het onlinelesmateriaal naar de website van Gezondheid en wetenschap en zoek het antwoord op de volgende vragen.

a Wat is diarree?

b Wat is constipatie?

c Wat moet je zelf zeker doen wanneer je last hebt van chronische diarree en waarom?

d Wat is appendicitis? Verklaar het woord, noteer de symptomen en de behandeling.

3
SPIJSVERTERING EN GEZONDHEID
MELK GOED VOOR ELK?
Fig. 3.1
133 3 SPIJSVERTERING EN GEZONDHEID

Hieronder staan een aantal begrippen die te maken hebben met voeding en spijsvertering. Kies er een uit en bespreek dat in een korte presentatie. Zoek hiervoor informatie op het internet. Voorzie een afbeelding en vermeld de bron waarop je de informatie gevonden hebt.

begrip verklaring

anorexia

Proefversie©VANIN

BMI

boulimie

diëtist

obesitas

coeliakie

indigestie

gastro-enteroloog

maagzweer

cariës

ziekte van Crohn

Een aantal ziektes zijn te wijten aan het gebruik van bepaalde voedingsstoffen of hebben te maken met de werking van het spijsverteringsstelsel.

Het is dus zeker niet zo dat melk goed is voor elk.

Test jezelf: oefening 11

3
134 SPIJSVERTERING

BIJ ANDERE ORGANISMEN

MAG MIJN HOND ALLE TAFELRESTJES OPETEN?

Proefversie©VANIN

1 De spijsvertering verloopt niet bij alle organismen op dezelfde manier. Op basis van de aard van het voedsel spreek je van herbivoren, carnivoren en omnivoren.

Zoek op wat deze begrippen betekenen: herbivoor carnivoor omnivoor

2 Opdat de spijsvertering goed zou verlopen, is het spijsverteringsstelsel van een organisme aangepast aan zijn voeding.

Om dat duidelijk te maken, vergelijk je het spijsverteringsstelsel van een konijn met dat van een vos. a Bestudeer de figuren bij het konijn en de vos en benoem de aangeduide organen.

4 SPIJSVERTERING
135 4 SPIJSVERTERING BIJ ANDERE ORGANISMEN
Fig. 4.1

b Vul de tabel in.

konijn vos varken

Het konijn is een herbivoor / carnivoor / omnivoor.

De volgende organen zijn duidelijk groter dan bij een carnivoor:

De vos is een herbivoor / carnivoor / omnivoor.

De volgende organen zijn duidelijk groter dan bij een herbivoor:

Het varken is een herbivoor / carnivoor / omnivoor.

De organen van het varken zijn gemiddeld van grootte.

Proefversie©VANIN

c Zoek informatie op het internet over de kenmerken van het gebit en vervolledig de tekst.

konijn vos varken

Typische kenmerken van het gebit:

snijtanden: en voorzien van een

hoektanden:

kiezen: voor het malen van gras

Typische kenmerken van het gebit:

snijtanden: hoektanden: (als een dolk)

kiezen: om het vlees te scheuren en te knippen

Typische kenmerken van het gebit:

snijtanden:

hoektanden:

kiezen:

d Noteer een verklaring voor het grote verschil tussen het spijsverteringsstelsel van een konijn en dat van een vos.

Denk daarbij aan de organisatieniveaus van organismen. Ook de figuur van de cellen kan je hierbij helpen.

plantaardige cel dierlijke cel plantaardige cel dierlijke cel

136 SPIJSVERTERING
Fig. 4.2

e Waar hoort de mens thuis?

Naargelang het voedsel dat organismen opeten, kun je ze onderverdelen in drie groepen: vleeseters (carnivoren), planteneters (herbivoren) en alleseters (omnivoren).

Proefversie©VANIN

Het spijsverteringsstelsel van vleeseters, planteneters en alleseters is aangepast aan hun voeding. Zowel de organen als de gebitten zien er anders uit.

Een hond is een echte vleeseter. Het is dus fout om alle tafelrestjes aan hem te geven, want daar zitten ook plantaardige stoffen in.

137 4 SPIJSVERTERING BIJ ANDERE ORGANISMEN

SCHEMA

Wat je opeet = voedingsmiddel

Elk voedingsmiddel bestaat uit

Aha! Aha!

Proefversie©VANIN

Informatie vind je terug op het etiket of door testreacties met verklikkers

Er zijn drie grote groepen van voedingsstoffen: brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen voedingsstoffen

lever + galblaas; verdeling van vetten; galsap

dikke darm + appendix; indikken van de stoelgang

Eerste stap in de vertering: de mondholte; tong en tanden + speekselklieren duwen de voedselbrij via de slokdarm naar de maag.

In de mond gebeurt de eerste vertering van zetmeel (stofomzetting van zetmeel naar glucose).

slokdarm Æ peristaltiek

maag; vertering van eiwitten; maagzuur

dunne darm: opname van voedingsstoffen in het bloed; darmsap

aars / anus

Er zijn planteneters, vleeseters en alleseters in de natuur. De organen en het gebit zijn aangepast aan het voedsel.

Ga naar het onlinelesmateriaal en leer nog andere vormen van synthese kennen.

138 SPIJSVERTERING

Proefversie©VANIN

Checklist Wat ken/kan ik? helemaal begrepen hier kan ik nog groeien pg. Ik kan het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen uitleggen 115 Ik kan de samenstelling van een voedingsmiddel afleiden uit een etiket. 116 Ik kan de energetische waarde berekenen aan de hand van een voedingsmiddelenetiket. 116 Ik kan opsommen welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen er kunnen voorkomen. 117 Ik kan voedingsstoffen bij de juiste groep aanduiden 118 Ik kan het verschil tussen brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen formuleren en illustreren aan de hand van voorbeelden. 118 Ik kan de rol beschrijven van bouwstoffen, brandstoffen en beschermende stoffen. 118 Ik kan de herkenningsmiddelen voor voedingsstoffen aanduiden 121 Ik kan het begrip verteren formuleren en de noodzaak ervan uitleggen 124 Ik kan de organen van de spijsvertering herkennen en lokaliseren op tekeningen. 124 Ik kan aantonen dat zetmeel niet door de darmwand heen kan en daardoor niet kan opgenomen worden in het bloed. 130 Ik kan aantonen dat glucose wel door de darmwand heen kan en dus wel kan opgenomen worden in het bloed. 130 Ik kan de functie van de meest voorkomende spijsverteringsorganen uitleggen 124132 Ik kan aan de hand van de voedings- en bewegingsdriehoek patronen aanduiden in verband met gezonde/ongezonde leefhoudingen. 119 Ik kan mijn eigen voedingsgewoonten illustreren en bijsturen. 120 Ik kan een aantal voorbeelden van veelvoorkomende aandoeningen van het spijsverteringsstelsel schetsen 133, 134 Ik kan verschillen in de spijsvertering tussen planten-, vlees- en alleseters aangeven 135 Ik kan met eigen woorden vertellen waarom de spijsvertering bij planteneters veel langer duurt dan bij vleeseters. 136 Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder. 139 AHA!

TEST JEZELF

1 Bestudeer het etiket van een grote doos Kellogg’s SMACKS (600 g).

a Vul de tabel in.

Proefversie©VANIN

per 100 g

voedingsmiddel

energetische waarde (kJ)

voedingsstoffen (g)

b Volgens de doos zitten er 20 porties in een grote verpakking. Hoeveel g eet je dan op?

c Welke voedingswaarde krijg je dan binnen? Vul de tabel aan en bereken.

per g

voedingsmiddel

Kellogg’s SMACKS

energetische waarde (kJ)

voedingsstoffen (g)

d Bestudeer het etiket van een blikje cola (33 cl) en vul de tabel in.

per 100 ml

voedingsmiddel

energetische waarde (kJ)

voedingsstoffen (g)

e Hoeveel energie krijg je binnen wanneer je een volledig blikje cola drinkt?

140 SPIJSVERTERING

2 Geef twee voorbeelden van:

a voedingsmiddelen

b voedingsstoffen

Proefversie©VANIN

3 Bekijk het etiket van Kinder Surprise (3 eitjes in een doosje met een totale massa van 60g)

a Wat zijn de brandstoffen?

b Hoeveel chemische energie is er opgeslagen in 100 g van deze chocolade?

4 Zet een kruisje in de juiste kolom.

voorbeeld bouwstof brandstof beschermende stof voedingsmiddel

eiwitten mineralen

chocolademelk vezels suikers water

gemiddelde voedingswaarde per portie 100 g energie 2 302 kJ eiwitten 8,1 g koolhydraten waarvan suikers 52,3 g 52,1 g vetten waarvan verzadigde vetten 34,2 g 22,6 g zout 0,323 g c Hoeveel chemische energie is er opgeslagen in één
eitje?
141 TEST JEZELF

5 Een krantenkop in 2017 luidde ‘Zoveel cheeseburgers eet een renner

a Waarom zou een renner zoveel cheeseburgers eten?

b Eet een renner in werkelijkheid zoveel cheeseburgers?

6 Welk herkenningsmiddel gebruik je en welke verandering treedt er op?

a Voor zetmeel

Proefversie©VANIN

b Voor eiwitten

in
de
per dag
de Tour
France’.
142 SPIJSVERTERING

Proefversie©VANIN

1 = 2 = 3 = 4 = 5 = 6 = 7 = 8 = 9 = 10 = 11 = 2 3 1 4 7 9 11 10 5 8 6 143 TEST JEZELF
7 Benoem de genummerde organen.

8 De slokdarm werkt peristaltisch. Wat betekent dat?

9 Beschrijf de invloed van speeksel op zetmeel.

Proefversie©VANIN

10 Wanneer je veel groenten en fruit eet, moet er veel cellulose verteerd worden. Cellulose zit in de celwand van de plantaardige cellen. In welk orgaan wordt deze cellulose afgebroken en hoe verklaar je dat?

11 Het aantal vegetariërs neemt de afgelopen jaren steeds meer toe. Welke voedingsstoffen die nodig zijn voor de opbouw van het lichaam, zullen vegetariërs onvoldoende binnenkrijgen? Hoe kunnen zij dat oplossen?

144 SPIJSVERTERING

MATERIE EN ENERGIE IN ORGANISMEN

Ademhaling

Proefversie©VANIN

1 HET NUT VAN ADEMHALEN

2 BOUW EN WERKING VAN HET ADEMHALINGSSTELSEL

3 OPNAME EN AFGIFTE VAN ZUURSTOFGAS EN KOOLSTOFDIOXIDE

Proefversie©VANIN

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

146 ADEMHALING
1 3 2

NIET ADEMEN IS DODELIJK

1 Je ademt dag en nacht.

a Probeer je adem zo lang mogelijk in te houden. Wat gebeurt er na een tijd?

Proefversie©VANIN

b Veronderstel dat je na een tijdje bewusteloos geraakt, wat zou er dan gebeuren met je ademhaling?

2 Om energie te kunnen leveren heeft je lichaam brandstof nodig.

a Geef een voorbeeld van een brandstof voor je lichaam.

b Wat is er nog nodig bij de verbranding van glucose?

c Hoe komt dat gas in je lichaam?

Onderzoek 1

1 Onderzoeksvraag

Stel zelf een onderzoeksvraag op waarin de volgende begrippen voorkomen: inspanning –ademhalingsfrequentie (het aantal keer dat je in- en uitademt per minuut) – verband

2 Hypothese

3 Benodigdheden chronometer of stopwatch op gsm/smartphone

4 Werkwijze

1 Ga rechtstaan en tel gedurende 1 minuut het aantal keren dat je in- en uitademt.

2 Buig daarna 20 keer door de knieën zodat je handen telkens de grond raken.

3 Tel nu opnieuw het aantal keren dat je in- en uitademt.

5 Waarneming

Hoe groot is je ademhalingsfrequentie voor de inspanning?

Hoe groot is die na de inspanning?

1
HET NUT VAN ADEMHALEN
147 1 HET NUT VAN ADEMHALEN

6 Besluit

Wanneer is de ademhalingsfrequentie het grootst?

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

7 Refle ctie

Wat heb je extra nodig tijdens een inspanning?

Proefversie©VANIN

Waar komt die vandaan?

Tijdens een inspanning adem je meer in en uit. Waarom is dat?

Voor de verbranding in je lichaam is zuurstofgas nodig. Dat gas adem je in. Bij de verbranding ontstaat er energie.

Ademen is noodzakelijk. Je lichaam zorgt ervoor dat, zelfs als je bewusteloos bent of wanneer je slaapt, je ademhaling blijft doorgaan. Niet ademen is dus dodelijk.

Test jezelf: oefeningen 1 en 2

Fig. 1.1
148 ADEMHALING

BOUW EN WERKING VAN HET ADEMHALINGSSTELSEL

HEB JE ALLEEN LONGEN NODIG OM TE ADEMEN?

1 Ademen is een ingewikkelde bezigheid.

a Lees aandachtig de tekst hieronder. Als je ademt, komt de lucht binnen langs je neus of langs je mond. De lucht komt dan in de mondholte of in de neusholte terecht. Vervolgens gaat de lucht langs de luchtpijp en de twee luchtpijptakken naar de longen. Via steeds kleiner wordende vertakkingen in de longen komt de lucht ten slotte terecht in de longblaasjes. Hierrond zitten dunne bloedvaten, de haarvaten, die het zuurstofgas uit de longlucht in het bloed opnemen. Wanneer je je verslikt, komen er voedseldeeltjes in je luchtpijp terecht. Je kunt die deeltjes weer ophoesten.

b Op de afbeelding hieronder zie je alle onderdelen van het ademhalingsstelsel. Noteer de juiste namen bij de pijltjes.

Proefversie©VANIN

Als je ademt, komt de lucht via de neus (neusholte) of de mond (mondholte) in de luchtpijp, vervolgens in de luchtpijptakken en ten slotte in de longen. Via de haarvaten rond de longblaasjes komt het zuurstofgas in de bloedsomloop terecht.

Om te ademen heb je dus meer nodig dan de longen alleen.

Test jezelf: oefeningen 3 en 4

2
149 2 BOUW EN WERKING VAN HET ADEMHALINGSSTELSEL
Fig. 2.1

1

ADEMT IEDEREEN EVENVEEL LUCHT UIT?

Mensen die veel aan sport doen hebben meestal een groter longvolume dan mensen die minder bewegen.

Omdat sportieve mensen op die manier meer zuurstofgas kunnen inademen, hebben ze meer energie.

Het is dan ook niet te verwonderen dat ze zich fitter voelen.

Doordat ze over een groter longvolume beschikken, hebben ze een grotere vitale capaciteit

a Zoek op wat vitale capaciteit betekent.

Proefversie©VANIN

b Je kunt je eigen vitale capaciteit meten en eventueel vergelijken met die van je klasgenoten.

Dat doen we in onderzoek 2.

Onderzoek 2

1 Onderzoeksvraag

Stel zelf een goede onderzoeksvraag op.

2 Hypothese

3 Benodigdheden bak met water jerrycan met volumeaanduiding rubberen slang rubberen stop glazen buisje

4 Werkwijze

1 Zet een geijkte jerrycan zonder bodem in een bad met water.

2 Laat hem vollopen tot aan de nulstreep.

3 Plaats de rubberen stop met de rubberen slang en het glazen buisje erop.

4 Adem zo diep in als je kunt en blaas dan door het slangetje in één keer zo veel mogelijk lucht uit je longen.

5 Houd de jerrycan recht en lees het volume lucht af dat je erin hebt geblazen. Dat is de vitale capaciteit.

5 Waarneming

Hoeveel lucht heb je in de jerrycan geblazen?

6 Besluit

Mijn vitale capaciteit bedraagt liter.

Fig. 2.2 jerrycan met volumeaanduiding bak met water rubberen stop rubberen slang
0 1 2 3 4 5 liter 150 ADEMHALING
glazen buisje

Was je hypothese dicht bij het correcte antwoord?

7 Refle ctie

Noteer de resultaten van een aantal klasgenoten in de tabel hieronder.

jongen

klein

groot

sporter/sportster

niet-sporter/niet-sportster

meisje

Proefversie©VANIN

Welke nieuwe onderzoeksvraag zou je kunnen stellen bij dit onderzoek?

Wat zijn daarop de antwoorden?

Zelfs na een heel diepe uitademing blijft er nog lucht in je longen.

Deze achtergebleven hoeveelheid lucht heet het restvolume

De longcapaciteit is de werkelijke inhoud van de longen.

Ze is de som van de (te meten) vitale capaciteit en het restvolume.

De vitale capaciteit kan ook worden gemeten met een spirometer

Interessant om weten

We hebben miljoenen longblaasjes. In totaal hebben die een oppervlakte van zo’n zeventig tot honderd vierkante meter. Door te roken gaan steeds meer longblaasjes kapot. En die kunnen zich niet meer herstellen. Het is dan ook niet te verwonderen dat rokers vaak een slechte conditie hebben.

Schadelijke stoffen als roet en stofdeeltjes die bij het roken worden ingeademd, blijven in de longen achter, waardoor de longen van rokers uiteindelijk bruinzwart worden. De schadelijke stoffen hebben ook de kans om invloed uit te oefenen op de cellen van de longblaasjes. Die kunnen zich vervolgens ongecontroleerd gaan delen waardoor kanker ontstaat.

De vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die je hebt uitgeademd na een heel diepe inademing en een krachtige uitademing. De vitale capaciteit is afhankelijk van het geslacht, de gestalte en de conditie. Ook de leeftijd speelt een rol.

Het longvolume verschilt van persoon tot persoon. Niet iedereen ademt dus evenveel lucht uit.

Test jezelf: oefening 5

Fig. 2.3 Fig. 2.4
151 2 BOUW EN WERKING VAN HET ADEMHALINGSSTELSEL

OPNAME EN AFGIFTE VAN ZUURSTOFGAS

EN KOOLSTOFDIOXIDE

MAG IK INADEMEN WAT IK UITADEM?

1 Een plastieken zak kan heel gevaarlijk zijn.

a Waarom mag je een baby of een peuter nooit met een plastieken zak laten spelen?

b Hoe komt dat?

Proefversie©VANIN

2 In de longblaasjes wordt het zuurstofgas dat we inademen opgenomen in het bloed.

a Dat komt omdat er rond de longblaasjes dunne bloedvaatjes zitten die gevuld zijn met bloed. Hoe noem je die dunne bloedvaatjes?

b Welke cellen in het bloed nemen het zuurstofgas op uit de longblaasjes?

3 Dit zuurstofgas wordt dan door het bloed vervoerd naar de weefsels en de cellen. De glucose in de cellen wordt met het zuurstofgas verbrand waarbij energie vrijkomt. Waarvoor heb je die energie nodig?

Uit al het voorgaande kun je het volgende besluiten. In de longblaasjes wordt zuurstofgas in het bloed opgenomen en koolstofdioxide door het bloed afgegeven. Je noemt dat de longademhaling

In de cellen wordt er zuurstofgas uit het bloed opgenomen en koolstofdioxide aan het bloed afgegeven. Je noemt dat de celademhaling

Interessant om weten

Wist je dat het maar zeven seconden duurt vooraleer de lucht uit je longen in je kleine teen aankomt?

3
Fig. 3.1 De figuur rechts is een uitvergroting van een longblaasje.
CO 2 O 2 lichaamscel CO 2 O 2 CO 2 O 2 CO 2 O 2
longblaasjes longblaasje rode bloedcel zuurstofgas longblaasje
Fig.
3.2
152 ADEMHALING

Onderzoek 3

1 Onderzoeksvraag Stel de onderzoeksvraag op.

Proefversie©VANIN

2 Hypothese

3 Benodigdheden een spiegeltje een glazen beker een glazen buisje of een rietje heldere oplossing van kalkwater

4 Werkwijze

1 Adem uit op het spiegeltje.

2 Vul de beker voor 1/4 met kalkwater.

3 Adem in en blaas uit door het glazen buisje. Herhaal dat een vijftal keer.

5 Waarneming

a Wat zie je op het spiegeltje?

b Wat gebeurt er met het kalkwater?

De wasem op het spiegeltje wijst op de aanwezigheid van water. Het troebel worden van kalkwater toont aan dat er koolstofdioxide is.

6 Besluit

Welke stoffen zitten er in uitgeademde lucht?

Interessant om weten

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar. Wanneer verbrandingstoestellen (bijvoorbeeld houtkachels, boilers …) onvoldoende luchttoevoer krijgen, ontstaat bij de verbranding koolstofmonoxide in plaats van koolstofdioxide. Dat gebeurt dikwijls wanneer er in de winter weinig wind is en mensen hun huis te goed afsluiten vanwege de kou. De weerman waarschuwt

bij zo’n weersomstandigheden vaak voor koolstofmonoxidegevaar.

Koolstofmonoxide is een kleur- en reukloos giftig gas, dat lichter is dan lucht. Het probleem is dat het gas de verbranding niet onderhoudt en de cellen in het lichaam dus het verkeerde gas krijgen. Dat is dodelijk.

4 Je onderzoekt de samenstelling van de lucht die we uitademen.
153 3 OPNAME EN AFGIFTE VAN ZUURSTOFGAS EN KOOLSTOFDIOXIDE
Fig. 3.4 Fig. 3.3

Het bloed dat vanuit de longen naar het hart vertrekt, vervoert zuurstofrijk bloed. Het zuurstofgas werd opgenomen in de haarvaten rond de longblaasjes. Dat bloed bevat weinig koolstofdioxide.

Op figuur 3.5 is dat bloed rood gekleurd.

De bloedvaten die vanuit de weefsels vertrekken richting longen, vervoeren zuurstofarm bloed.

De grote hoeveelheid koolstofdioxide in dat bloed wordt afgegeven in de longblaasjes.

Op figuur 3.5 is dat bloed blauw gekleurd.

Noteer de correcte termen in de figuur.

Proefversie©VANIN

Interessant om weten

Bij hyperventilatie gaat een mens meer inademen dan nodig is. Daardoor geeft het bloed meer koolstofdioxide af dan gewoonlijk. Stress of een verkeerde ademhalingstechniek zijn hiervan mogelijke oorzaken. Symptomen zijn duizeligheid, misselijkheid en het gevoel hebben dat je stikt. Als je dan in een plastic zak ademt, ga je minder zuurstofgas inademen waardoor het evenwicht in het bloed weer wordt hersteld.

5 In ons lichaam zit er
zuurstofarm en zuurstofrijk bloed.
154 ADEMHALING
Fig. 3.5

In de longen komt het zuurstofgas in de dunne bloedvaatjes (haarvaatjes) rond de longblaasjes. Daar wordt het opgenomen door de rode bloedcellen die het vervoeren naar de cellen.

De glucose wordt in de cel verbrand met het zuurstofgas waarbij er energie vrijkomt.

Bij de longademhaling wordt er zuurstofgas in het bloed opgenomen en wordt er koolstofdioxide afgegeven

Bij de celademhaling wordt er zuurstofgas uit het bloed opgenomen en wordt er koolstofdioxide aan het bloed afgegeven

Uitgeademde lucht bevat koolstofdioxide en waterdamp. Dat zijn de stoffen die bij de verbranding in de cellen vrijkomen.

De bloedvaten die vanuit de longen naar de rest van het lichaam vertrekken, vervoeren zuurstofrijk bloed met weinig koolstofdioxide.

De bloedvaten die het bloed vanuit de weefsels naar de longen brengen, vervoeren zuurstofarm bloed met veel koolstofdioxide

Je mag dus inademen wat je uitademt, maar als je enkel uitgeademde lucht zou inademen, kun je stikken vanwege een gebrek aan zuurstofgas.

Test jezelf: oefeningen 6, 7 en 8

WAAROM KAN EEN VIS NIET ADEMEN OP HET LAND?

1 De meeste dieren op het land ademen (net zoals de mens) door longen. Die organen zijn geschikt om zuurstofgas op te nemen uit de lucht en koolstofdioxide af te geven.

Ook vogels ademen door longen. Ze hebben een uniek ademhalingssysteem. Zoek voor de volgende vragen de informatie op het internet.

a Wat is er speciaal aan de longen van vogels?

b Wat hebben ze in de plaats?

Proefversie©VANIN

Het ademhalingssysteem is opgebouwd uit de luchtpijp, de achterste luchtzakken, de longen zelf en de voorste luchtzakken (zie tekening).

Tijdens een inademing stroomt lucht vanuit de luchtpijp naar de achterste luchtzakken, vandaar naar de longen en dan naar de voorste luchtzakken.

Bij uitademen stroomt de lucht van de achterste luchtzakken naar de longen en vanuit de voorste luchtzakken naar buiten.

Op die manier is er een constante stroming van zuurstofrijke lucht in de longen. Dit ademhalingssysteem maakt het mogelijk om op grote hoogte te vliegen zonder last te hebben van zuurstofgebrek (mensen hebben daar wel last van als ze zich op grote hoogte bevinden).

Vogels kunnen letterlijk al vliegend ademen.

longen luchtpijp lucht in lucht uit voorste luchtzakken Inademing: luchtzakken vullen zich Uitademing: luchtzakken legen zich, longen vullen zich achterste luchtzakken
155 3 OPNAME EN AFGIFTE VAN ZUURSTOFGAS EN KOOLSTOFDIOXIDE
Fig. 3.6

Niet alle dieren ademen door longen.

Veel waterdieren ademen door kieuwen, die opgebouwd zijn uit kieuwlamellen. Die organen zijn geschikt om zuurstofgas op te nemen uit het water en koolstofdioxide af te geven in het water.

a Waarom sterven vissen als ze een tijdje op het droge liggen?

b Waarom sterven landdieren als ze te lang onder water moeten blijven?

Proefversie©VANIN

3 Bij vissen stroomt het water door kieuwspleten naar de kieuwen. In de kieuwen wordt het zuurstofgas uit het water in het bloed opgenomen en wordt koolstofdioxide door het bloed in het water afgegeven.

De tekening hieronder toont de organen van het ademhalingsstelsel bij vissen. Noteer de juiste namen bij de pijltjes. Kies uit: kieuwlamel – kieuwspleet – zuurstofarm en koolstofdioxiderijk bloed – zuurstofrijk en koolstofdioxidearm bloed – stroomrichting van het water

De meeste landdieren ademen door longen Bij vogels is het ademhalingsstelsel opgebouwd uit de luchtpijp, de achterste luchtzakken, de longen zelf en de voorste luchtzakken. Ze zorgen voor een constante doorstroming van zuurstofrijke lucht in de longen waardoor het mogelijk is om op grote hoogte te vliegen.

Vele waterdieren, zoals vissen, ademen door kieuwen

In de kieuwen wordt het zuurstofgas uit het water in het bloed opgenomen en wordt koolstofdioxide door het bloed in het water afgegeven.

Een vis kan dus niet ademen op het land omdat hij geen longen heeft die zuurstofgas kunnen opnemen uit de lucht.

Test jezelf: oefeningen 9 en 10

2
156 ADEMHALING
Fig. 3.7

Aha!

Aha!

Samenvatting

1 Het nut van ademhalen

Proefversie©VANIN

Voor de verbranding in je lichaam is zuurstofgas nodig. Dat gas adem je in.

Bij de verbranding ontstaat er energie.

2 Bouw en werking van het ademhalingsstelsel

Als je ademt, komt de lucht via de neus (neusholte) of de mond (mondholte) in de luchtpijp, vervolgens in de luchtpijptakken en ten slotte in de longen. Via de longblaasjes komt het zuurstofgas in de bloedsomloop terecht.

De vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die je hebt uitgeademd na een heel diepe inademing en een krachtige uitademing. De vitale capaciteit is afhankelijk van het geslacht, de gestalte en de conditie. Ook de leeftijd speelt een rol.

3 Opname en afgifte van zuurstofgas en koolstofdioxide

In de longen komt het zuurstofgas in de dunne bloedvaatjes (haarvaatjes) rond de longblaasjes.

Daar wordt het opgenomen door de rode bloedcellen die het vervoeren naar de cellen.

De glucose wordt in de cel verbrand met het zuurstofgas waarbij er energie vrijkomt.

Bij de longademhaling wordt er zuurstofgas in het bloed opgenomen en wordt er koolstofdioxide afgegeven

Bij de celademhaling wordt er zuurstofgas uit het bloed opgenomen en wordt er koolstofdioxide aan het bloed afgegeven

Uitgeademde lucht bevat koolstofdioxide en waterdamp. Dat zijn de stoffen die bij de verbranding in de cellen vrijkomen.

De bloedvaten die vanuit de longen naar de rest van het lichaam vertrekken, vervoeren zuurstofrijk bloed met weinig koolstofdioxide

De bloedvaten die het bloed vanuit de weefsels naar de longen brengen, vervoeren zuurstofarm bloed met veel koolstofdioxide

De meeste landdieren ademen door longen

Bij vogels is het ademhalingsstelsel opgebouwd uit de luchtpijp, de achterste luchtzakken, de longen zelf en de voorste luchtzakken. Ze zorgen voor een constante doorstroming van zuurstofrijke lucht in de longen waardoor het mogelijk is om op grote hoogte te vliegen.

Vele waterdieren, zoals vissen, ademen door kieuwen

In de kieuwen wordt het zuurstofgas uit het water in het bloed opgenomen en wordt koolstofdioxide door het bloed in het water afgegeven.

Ga naar het onlinelesmateriaal en leer nog andere vormen van synthese kennen.

157
AHA!

Proefversie©VANIN

Checklist Wat ken/kan ik? helemaal begrepen hier kan ik nog groeien pg. Ik kan het nut van de ademhaling uitleggen 147 Ik kan de belangrijkste organen van het ademhalingsstelsel aanwijzen 149 Ik kan de belangrijkste organen van het ademhalingsstelsel benoemen 149 Ik kan de vitale capaciteit experimenteel bepalen 150 Ik kan de vitale capaciteit bij verschillende categorieën van mensen vergelijken 151 Ik kan het verschil in samenstelling tussen ingeademde en uitgeademde lucht experimenteel bewijzen 153 Ik kan uitleggen dat zuurstofgas noodzakelijk is bij een verbranding. 153 Ik herken dat dieren op het land meestal door longen ademen en vele waterdieren door kieuwen. 155 Ik beschrijf dat vogels luchtzakken hebben die helpen bij de ademhaling. 155 Denk je dat je alles begrepen hebt in
158 ADEMHALING
dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder.

TEST JEZELF

1 Het zuurstofgehalte in de lucht neemt af met de hoogte. Gaat je ademhalingsfrequentie in de bergen toenemen of afnemen? Verklaar je antwoord.

Proefversie©VANIN

2 Deze activiteiten vereisen een verschillende ademhalingsfrequentie. Nummer ze van 1 tot 5 waarbij 1 de hoogste ademhalingsfrequentie vereist. lopen autorijden met een tennisbal gooien fietsen wandelen

3 Welke weg volgt zuurstofgas na inademing door het ademhalingsstelsel? Nummer van 1 tot 6. luchtpijptak luchtpijp mond bloed long longblaasjes

4 Welke orgaantjes zitten verborgen in dit kadertje? Begin bij de L rechts bovenaan.

5 Hoe komt het dat de vitale capaciteit van jongens gemiddeld groter is dan die van meisjes?

6 Welke cellen in ons lichaam zorgen ervoor dat zuurstofgas in alle weefsels terechtkomt?

7 Koolstofdioxide is zwaarder dan lucht. Op plaatsen waar er veel koolstofdioxide vrijkomt (bijvoorbeeld in de buurt van ondergrondse bronnen van mineraalwater), is het gevaarlijk om te gaan liggen. Verklaar!

8 Als je tegen een spiegel uitademt, dan dampt de spiegel aan. Hoe komt dat?

N A L L E G S O A S B J
159 TEST JEZELF

9 Welke van deze dieren ademen door kieuwen? Kies uit: haring – walvis – haai

10 Dolfijnen raken soms verstrikt in netten van tonijnvissers. Hoe komt het dat ze dan sterven?

Proefversie©VANIN

160 ADEMHALING

MATERIE EN ENERGIE IN ORGANISMEN

Transport

WERELD BLOEDDONORDAG

Proefversie©VANIN

14 JUNI

BLOED EN BLOEDCELLEN

HET HART, MOTOR VAN HET LICHAAM

BLOEDVATEN EN BLOEDSOMLOOP

OP JE GEZONDHEID

Proefversie©VANIN

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

162 TRANSPORT 1 3

BLOED EN BLOEDCELLEN

Heb je ECHT BLAUW BLOED?

1 Het menselijk lichaam bestaat voor een heel groot deel uit water.

a Voor hoeveel procent is dat? Zoek eventueel de informatie op internet.

Proefversie©VANIN

b Stel dat iemand 70 kg weegt, hoeveel water zit er dan in het lichaam (man en vrouw)?

c Hoeveel procent van dat lichaamswater bevindt zich in het bloed?

Alle stoffen worden via de bloedbaan in het lichaam rondgebracht of getransporteerd. Daarom spreek je van het transportstelsel waar hart en bloedvaten samenwerken.

2 Vers bloed is vloeibaar. Na een tijdje gaat het bloed echter stollen. Je onderzoekt welke stoffen er in het bloed zitten. Om het vloeibaar te houden, wordt er antistollingsproduct toegevoegd.

Onderzoek 1

1 Onderzoeksvraag

Bloed bestaat voor het grootste deel uit water en bloedcellen. Wat gebeurt er als je bloed een tijdlang laat staan?

2 Hypothese

3 Benodigdheden proefbuis met bloed centrifuge

4 Werkwijze

1 Laat de proefbuis met bloed een tijdlang (ongeveer een half uur) staan.

2 Plaats de proefbuis in de centrifuge en centrifugeer gedurende een halve minuut.

1
Fig. 1.1
163 1 BLOED EN BLOEDCELLEN
Fig. 1.2 bloedcentrifuge

5 Waarneming

Wat gebeurt er bij stap 1?

Wat gebeurt er bij stap 2?

Proefversie©VANIN

6 Besluit

Bloed ontmengt zich in twee lagen.

De laag noem je het bloedplasma en in de gekleurde laag zitten de bloedcellen

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

a Welke zijn dat?

b Elk type cel heeft zijn eigen uiterlijke kenmerken en functie. Vul de tabel hieronder aan.

Je vindt de nodige informatie op de ontdekplaat en op figuur 1.4.

type bloedcel figuur kenmerken functie

rode bloedcel transport van en witte bloedcel

verdedigen van de bloedbaan tegen indringers = celvraat

productie van bloedplaatjes

beperken van ervoor zorgen dat het

A B C
Fig. 1.4 3 In de donkerrood gekleurde laag zitten drie soorten bloedcellen.
164 TRANSPORT

a Waaruit bestaat het bloedplasma voor het grootste deel?

b Welke stoffen zitten daarin opgelost?

Proefversie©VANIN

Via het bloed worden voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstofgas en koolstofdioxide getransporteerd door het hele lichaam.

Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen

Er zijn drie soorten bloedcellen: rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Ze hebben elk hun kenmerken en functies.

Ook al ben je misschien van adel en begint je familienaam met een kleine letter, je bloed blijft steeds rood van kleur.

Test jezelf: oefeningen 1, 2, 3 en 4

4 In het bloedplasma komen andere stoffen voor.
165 1 BLOED EN BLOEDCELLEN

HET HART, MOTOR VAN HET LICHAAM

MIJN HART KLOPT IN MIJN KEEL!

1 Het hart is de motor van het menselijk lichaam. Per minuut pompt het hart ongeveer 4 tot 5 liter bloed door je lichaam.

Proefversie©VANIN

c Waar ligt het hart in het menselijk lichaam?

d Het hart is een kwetsbaar orgaan. Op welke manier wordt het hart beschermd?

e Welke kleur heeft het hart?

f Het hart is een spier die voedingsstoffen en zuurstofgas nodig heeft om te kunnen werken.

Hoe raken die stoffen tot bij het hart?

g Hoe noem je de bloedvaten die het hart voeden?

h Hoe noem je de bloedvaten die de afvalstoffen wegvoeren?

2
166 TRANSPORT
Fig. 2.1

a Het hart bestaat uit een linker- en een rechterhelft.

Hoe noem je de scheiding tussen de twee helften?

b Welk nut heeft die scheiding?

c De linker- en de rechterhelft van het hart zijn ook opgebouwd uit twee delen.

Hoe noem je de bovenste weinig gespierde delen?

Welke bloedvaten zorgen voor de aanvoer van het bloed naar de boezems?

Hoe noem je de onderste, sterk gespierde delen?

Welke bloedvaten vertrekken vanuit de kamers?

d Welke structuur zit er tussen de bovenste (boezems) en onderste (kamers) delen?

Wat is hun functie?

Proefversie©VANIN

Het menselijk hart is een gespierd orgaan dat het bloed rondpompt door het hele lichaam.

Het hart ligt links achter het borstbeen en bestaat uit verschillende delen.

De pompbeweging van je hart (= de hartslag) kun je voelen op verschillende plaatsen in je lichaam.

Je kunt je hart dus voelen kloppen in je keel.

Test jezelf: oefening 5

2 Het hart heeft een ingewikkelde bouw.
Fig. 2.2 hartspier
167 2 HET HART, MOTOR VAN HET LICHAAM
Fig. 2.3 doorsnede van een hart

KAN IK LEEGBLOEDEN ALS IK IN MIJN VINGER SNIJD?

1 Je weet al dat er in het menselijk lichaam drie soorten bloedvaten voorkomen.

a Duid ze aan op de tekening hieronder.

Proefversie©VANIN

b Bekijk de ontdekplaat bij het onlinelesmateriaal en vul de tabel hieronder aan.

bloedvat bouw/kenmerken functie wat bij verwonding?

Slagader

aantal lagen:

dun laagje

dikke laag

dun laagje

hartslag wel/niet voelbaar

Ader

bindweefsel

spierweefsel

aantal lagen:

dikke laag

dun laagje

dun laagje

hartslag wel/niet voelbaar

Sommige aders zijn voorzien van kleppen voor

bloed vervoeren (behalve longslagader)

voeren bloed

Een verwonding is

bloed vervoeren

voeren bloed

want het bloed spuit eruit.

Een verwonding is ernstig, maar

want het bloed loopt eruit.

3
BLOEDSOMLOOP
BLOEDVATEN EN
spierweefsel bindweefsel dekweefsel dekweefsel Fig. 3.1 Fig. 3.2
168 TRANSPORT
Fig. 3.3

Haarvat dekweefsel

aantal lagen: dekweefsel tussen aders en slagaders ter hoogte van de maakt de van stoffen tussen en mogelijk

2 De naam van een bloedvat kun je heel gemakkelijk vinden.

a Hoe vind je de naam van een slagader?

helemaal niet ernstig

Vaak verlies je slechts enkele bloed.

Proefversie©VANIN

b Hoe vind je de correcte naam van een ader?

Er zijn drie types van bloedvaten: aders, slagaders en haarvaten

Ze hebben elk hun eigen typische bouw en functies

Het bloedverlies bij verwonding is afhankelijk van het soort bloedvat dat geraakt is. We kunnen wel vol overtuiging zeggen dat je niet zult leegbloeden door in je vinger te snijden.

Test jezelf: oefeningen 6 en 7

HEBBEN ALLEEN GROTE MENSEN EEN GROTE BLOEDSOMLOOP?

1 Het hart pompt het bloed via de bloedvaten door het lichaam van de mens.

a Wat wordt bedoeld met de bloedsomloop?

b Bij de mens gebeurt de bloedsomloop in een gesloten systeem van bloedvaten.

Je spreekt van een bloedsomloop.

c De bloedsomloop van de mens is een dubbele, gesloten bloedsomloop.

Leg dat uit aan de hand van figuur 3.5.

169 3 BLOEDVATEN EN BLOEDSOMLOOP
Fig. 3.4

koolstofdioxide zuurstofgas lever maag

nieren hersenen longen armen armen hart

Proefversie©VANIN

onderste ledematen

2 De kleine bloedsomloop verbindt de longen met het har t.

a Uit de rechterkant van het hart vertrekt zuurstofrijk / zuurstofarm bloed via de

b Welke stoffen worden er in de haarvaten opgenomen en afgegeven?

c Het bloed wordt dan zuurstofrijk / zuurstofarm en stroomt via de longaders terug naar het hart.

koolstofdioxide zuurstofgas

Fig. 3.5 longen hart

170 TRANSPORT
Fig. 3.6

3 De grote bloedsomloop verbindt de longen met de rest van het menselijk lichaam.

a Uit de linkerkant van het hart vertrekt zuurstofrijk / zuurstofarm bloed via de aorta

b Waar gaat dit bloed naartoe?

Proefversie©VANIN

c Welke stoffen worden in de weefselcellen afgegeven?

d Welke stoffen worden in het bloed opgenomen?

e Het bloed wordt dan zuurstofrijk / zuurstofarm en stroomt via de bovenste en onderste holle terug naar het hart.

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele, gesloten bloedsomloop

De kleine bloedsomloop verbindt het hart met de longen

De grote bloedsomloop verbindt het hart met alle andere organen

Iedereen heeft dus een grote en een kleine bloedsomloop.

Test jezelf: oefeningen 8, 9 en 10

171 3 BLOEDVATEN EN BLOEDSOMLOOP
Fig. 3.7

LEVENS REDDEN KUN JE LEREN!

1 Een snijwonde opgelopen aan een gebroken glas? Je hebt je verbrand aan een strijkijzer?

Het zijn kleine ongelukjes die snel gebeurd zijn. Belangrijk is dat je dan meteen weet wat je moet doen. Ook bij grote ongelukken of levensbedreigende situaties is het belangrijk om de eerste zorgen toe te dienen.

Het Rode Kruis ontwikkelde hiervoor een app. Je kunt die installeren op je smartphone.

a Installeer de app (vraag wel toestemming aan je ouders). Via het onlinelesmateriaal kun je ook de website van het Rode Kruis raadplegen.

b Wat zijn de vier stappen die je steeds moet volgen bij eerste hulp?

Proefversie©VANIN

In je gsm-toestel sla je het best een aantal bijzondere nummers op: het internationale noodnummer 112 (In Case of Emergency). Dat laatste nummer is de persoon die de hulpdiensten zelf zullen verwittigen wanneer jou iets ernstigs is overkomen.

4 OP JE GEZONDHEID
172 TRANSPORT
Fig. 4.1 Fig. 4.2 Fig. 4.3 Fig. 4.4

c Kies zelf een situatie waarbij eerste hulp nodig is, uit het startscherm.

Let op! Duw niet op het noodnummer 112 of je belt echt de nooddiensten!

d Welke verwonding of ongeluk heb je gekozen?

Proefversie©VANIN

e Welk advies geeft de app voor jouw situatie? Schrijf stapsgewijs op. (Een viertal stappen is voldoende.)

2 Het liedje ‘Staying alive’ is heel belangrijk als je moet reanimeren.

Niemand wordt graag geconfronteerd met levensbedreigende situaties waarin reanimeren nodig is, maar als het dan toch gebeurt, weet je maar beter wat je moet doen!

Bekijk de video’s over reanimeren bij het onlinelesmateriaal. (zie ook www.rodekruis.be)

a Wat betekent de afkorting AED?

b Wanneer gebruik je een AED?

c Wat doet een AED?

d Hoe werkt een AED?

e Wie mag een AED gebruiken?

f Kun je meer kwaad doen door het toestel te gebruiken?

g Gebruik de app of website om uit te zoeken waar in jouw buurt de dichtstbijzijnde AED zich bevindt.

173 4 OP JE GEZONDHEID
Fig. 4.5

Interessant om weten

Het Rode Kruis lanceert regelmatig campagnes om bloed in te zamelen. Het doneren van bloed is toegelaten vanaf 18 jaar en kan echt levens redden.

Je mag niet zomaar van iedereen bloed krijgen. Je hebt immers een bepaalde bloedgroep en resusfactor (positief/negatief) die bepalen aan wie je bloed mag geven en van wie je bloed mag krijgen. Als je ‘verkeerd’ bloed toegediend krijgt, kan dat zelfs dodelijk zijn.

Er zijn vier verschillende bloedgroepen: A, B, O en AB.

Een persoon die aan iedereen bloed mag geven, is een universele donor (O–).

Een persoon die van iedereen bloed mag krijgen, is een universele acceptor (AB+).

In de figuur hiernaast zie je een druppeltje bloed staan wanneer een uitwisseling van bloed geen probleem geeft.

Proefversie©VANIN

Vaak kom je in aanraking met kleine (en helaas ook minder kleine) ongelukken en levensbedreigende situaties. Correct reageren is op dat moment echt nodig.

Het toedienen van de juiste eerste zorgen en durven te reageren zijn heel belangrijk. EHBO kan je dat leren. Ook reanimeren of het gebruik van het AED-toestel bij hartproblemen is een levensnoodzakelijke vaardigheid, zelfs in het klaslokaal of in de schoolomgeving.

Via het volgen van een cursus EHBO kun je inderdaad leren om levens te redden.

COMPATIBILITEITSGRAFIEK PER BLOEDGROEP Donoren Ontvangers
174 TRANSPORT
Fig. 4.6

Aha!

Aha!

Mindmap

Proefversie©VANIN

grote bloedsomloop

kleine bloedsomloop

bloedsomloop

EHBO

slagader AED haarvat

gezondheid ader

bloedvaten

TRANSPORT

bloed vast

vloeibaar

witte bloedcel rode bloedcel bloedplaatjes

verdediging (celvraat)

112

bloedplasma

motor van het lichaam het hart

zuurstofrijk = links

zuurstofarm = rechts

op het hart: kransaders en kransslagaders klepjes voor eenrichtingsverkeer

aan de ingang van de slagaders transport van zuurstofgas transport van koolstofdioxide

bloedstolling

voedingsstoffen en afvalstoffen

aorta, longaders, linkerkamer, linkervoorkamer

bovenste en onderste holle ader, rechterkamer en rechtervoorkamer

tussen kamers en voorkamers

175
AHA!

Proefversie©VANIN

Checklist Wat ken/kan ik? helemaal begrepen hier kan ik nog groeien pg. Ik kan beschrijven dat bloed uit een vast en een vloeibaar gedeelte bestaat. 164 Ik kan de verschillende soorten bloedcellen herkennen op figuren en foto’s. 164 Ik kan de verschillende soorten bloedcellen noemen aan de hand van een aantal typische kenmerken. 164 Ik kan de functie van het bloed in het lichaam verwoorden 168, 169 Ik kan de ligging van het hart aanwijzen op een menselijk torso. 166 Ik kan de delen van het hart benoemen op een figuur of een tekening. 167 Ik kan foto’s van het hart vergelijken met afbeeldingen (bijvoorbeeld: doorsnede van het hart). 166 Ik kan de delen van het hart beschrijven. 167 Ik kan de weg van het bloed in het lichaam beschrijven 170 Ik kan de verschillende bloedvaten herkennen op tekeningen. 168 Ik kan de verschillende bloedvaten beschrijven. 168, 169 Ik kan de kleine en de grote bloedsomloop omschrijven 170, 171 Ik kan de weg van de kleine en de grote bloedsomloop aanduiden 170 Ik kan uitleggen wat we bedoelen met een dubbele bloedsomloop. 169 Ik kan bloedvaten ordenen volgens zuurstofrijk en zuurstofarm. 168 Ik kan bij eenvoudige situaties eerste hulp toepassen 172, 173 Ik ken het principe van reanimatie en kan het ook onder woorden brengen 173 Ik ken de basisprincipes van EHBO en kan ze toepassen. 172 Ik kan het noodnummer gebruiken indien nodig. 172 Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder. 176 TRANSPORT

1 Benoem de verschillende bloedcellen op de figuur hieronder.

2 Noteer de naam op de correcte plaats in de figuur. Je hebt de keuze uit: bloedplasma – bloedcellen –bloedplaatjes – rode bloedcellen – witte bloedcellen.

Proefversie©VANIN

3 Zet een kruisje in de passende kolom.

rode bloedcel witte bloedcel bloedplaatje bloedplasma transport van warmte

vervoer van zuurstofgas bloedstolling

ziekteverwekkers aanvallen

vervoer van koolstofdioxide

TEST JEZELF
177 TEST JEZELF

5 Benoem de delen van het hart.

6 In de tabel hieronder staan een aantal uitspraken. Plaats een kruisje bij het bloedvat waarbij de uitspraak het beste past.

ader slagader haarvat

Proefversie©VANIN

heeft een heel dunne wand vind je ter hoogte van de weefsels heeft een gespierde wand

in dit bloedvat voel je het hart kloppen bij een ongeval kan een bloeding uit dit bloedvat dodelijk zijn bevat meestal zuurstofarm bloed

4 Rangschik de drie bloedcellen van groot naar klein.
178 TRANSPORT

7 Noteer de naam bij de twee aangeduide bloedvaten. Duid met een pijl aan in welke richting het bloed stroomt.

8 Hoe verandert de samenstelling van het bloed in de haarvaten van de grote bloedsomloop?

Proefversie©VANIN

9 Hoe verandert de samenstelling van het bloed in de haarvaten van de kleine bloedsomloop?

10 Welke bloedvaten en delen van het hart bevatten zuurstofrijk bloed? beenslagader aorta hersenader beenader longslagader longader hersenslagader polsslagader rechterkamer linkerkamer rechterboezem linkerboezem

179 TEST JEZELF

Proefversie©VANIN

MATERIE EN ENERGIE IN ORGANISMEN

Proefversie©VANIN

1 HET NUT VAN UITSCHEIDING

2 DE UITSCHEIDINGSORGANEN

3 UITSCHEIDING BIJ DIEREN

Uitscheiding

Proefversie©VANIN

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

182 UITSCHEIDING
1 3

KAN JE EIGEN LICHAAM JE VERGIFTIGEN?

1 Voor alle chemische processen die in het lichaam plaatshebben, zijn er voedingsstoffen nodig.

Deze voedingsstoffen worden in de cellen afgebroken.

Wat komt er vrij tijdens die afbraak?

Proefversie©VANIN

2 Afvalstoffen moeten uit het lichaam verwijderd worden.

Langs welke weg worden de afvalstoffen vervoerd?

3 Eén van de afvalstoffen is koolstofdioxide.

In het thema Ademhaling leerde je langs welke weg dit gas verwijderd wordt uit het lichaam.

4 De afvalstoffen kunnen ook nog langs andere uitscheidingsorganen verwijderd worden.

Zo kunnen ze terechtkomen in:

a Het zweet

Door welk uitscheidingsorgaan wordt zweet afgescheiden?

b De urine

In welke organen wordt urine gevormd?

In welk orgaan wordt de urine opgestapeld voor je gaat urineren?

5 Wat zou er gebeuren mochten de uitscheidingsorganen falen, zodat de afvalstoffen niet verwijderd worden?

In de cellen worden voedingsstoffen afgebroken. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen zijn schadelijk voor het lichaam en worden daarom langs de bloedvaten vervoerd en door de uitscheidingsorganen verwijderd

De longen dienen als uitscheidingsorgaan voor koolstofdioxide. Andere uitscheidingsorganen zijn de huid, de nieren en de blaas

Vermits er in je lichaam schadelijke afvalstoffen worden gevormd, kan je eigen lichaam je inderdaad vergiftigen wanneer deze afvalstoffen niet tijdig worden verwijderd.

Test jezelf: oefeningen 1 en 2

1
HET NUT VAN UITSCHEIDING
183 1 HET NUT VAN UITSCHEIDING

Je leerde al dat de longen dienen als uitscheidingsorgaan voor koolstofdioxide

Je bespreekt nu de andere uitscheidingsorganen (huid, nieren en blaas).

WAAROM SMAAKT ZWEET NIET ZOET?

Proefversie©VANIN

1 Zweet bestaat voor het grootste deel uit vloeistof.

In zweet zit inderdaad ongeveer 99 %

2 Je kunt heel goed zien dat iemand zweet. Maar je kunt het ook ruiken en smaken.

a Lik eens aan je arm, nadat je flink gesport hebt tijdens de turnles.

Welke smaak proef je?

b In zweet zitten namelijk minerale zouten en afbraakstoffen van eiwitten. Hoe kunnen die in het zweet opgenomen worden?

Er zit absoluut geen suiker in zweet, want dat is een brandstof die het lichaam heel goed kan gebruiken en dus zeker niet gaat ‘uitzweten’.

Vers zweet ruikt over het algemeen niet sterk. De afbraakstoffen van eiwitten in het zweet kunnen door huidbacteriën worden omgezet in stoffen die een onaangename geur hebben. Oud zweet is dus te vermijden. Dat kun je uiteraard doen door je regelmatig te wassen en door deodorant te gebruiken.

3 Zweten doe je langs je zweetklieren. De tekening hiernaast toont alle onderdelen van een zweetklier

Vul de termen die vet gedrukt zijn in de tekst hieronder in op de juiste plaats op de tekening.

Zweet wordt geproduceerd door zweetklieren. Een zweetklier is een kluwen van kronkelende buisjes die langs een afvoerbuis uitmonden in een porie

Het kluwen van buisjes is omgeven door een netwerk van haarvaten. De afvalstoffen (waaronder afvalzouten) uit het bloed worden door de haarvaten aan de zweetklier afgegeven. Die afvalstoffen komen, opgelost in water, door de porie van de zweetklier aan het huidoppervlak.

2 DE UITSCHEIDINGSORGANEN
Fig. 2.1
184 UITSCHEIDING
Fig. 2.2

4 Zweten heeft ook nog een heel andere functie dan uitscheiding. We raken er overtollige energie mee kwijt.

De zweetdruppels op je huid verdampen langzaam en dat heeft een invloed op je lichaamstemperatuur

Welke invloed dat is, ga je na in onderzoek 1.

Onderzoek 1

Proefversie©VANIN

1 Onderzoeksvraag

Stel zelf de onderzoeksvraag op.

2 Hypothese

3 Benodigdheden watten ontsmettingsalcohol

4 Werkwijze

1 Breng wat ontsmettingsalcohol aan op een propje watten.

2 Wrijf ermee over je arm.

5 Waarneming

Wat voel je?

6 Besluit

Welk effect heeft verdamping op je lichaamstemperatuur?

Komt je hypothese overeen met het besluit? Verklaar.

7 Refle ctie

Wat gebeurt er met je lichaamstemperatuur als je een zware inspanning levert?

Hoe komt het dat je huid bij die zware inspanning nat aanvoelt?

Wat is de functie van zweten bij het leveren van de zware inspanning?

185 2 DE UITSCHEIDINGSORGANEN
Fig. 2.3

Zweet bestaat voor 99 % uit water. De rest zijn minerale zouten en afbraakstoffen van eiwitten die in het water zijn opgelost.

Het water met de opgeloste stoffen komt in de haarvaten uit het bloed in de kronkelende buisjes van de zweetklieren terecht. Vandaar komt het zweet via een afvoerbuis langs een porie aan het huidoppervlak.

Zweten heeft nog een andere functie. Bij zware inspanningen stijgt de lichaamstemperatuur. Zweet dat verdampt onttrekt warmte aan het lichaam waardoor de lichaamstemperatuur weer daalt. Zweten regelt dus de lichaamstemperatuur want het zorgt voor afkoeling. Of anders gezegd: met zweten geraak je niet alleen van giftige afvalstoffen verlost. Je raakt er ook overtollige energie mee kwijt

Omdat er in zweet geen suiker zit maar minerale zouten, smaakt je zweet zout.

Test jezelf: oefeningen 3, 4, 5 en 6

Proefversie©VANIN

IS URINE EEN GEZONDE DRANK?

1 In de nieren wordt urine gevormd.

a Vul de onderstaande tekst in en kies daarbij uit de volgende woorden: niermerg – nierader – nierslagader – urineleider – nierbekken – nier – nierschors –urinebuis – blaas

Iedere mens heeft twee nieren: een linker en een rechter. Ze liggen aan de rugzijde van je lichaam.

Een bestaat uit drie delen: aan de buitenkant de , daaronder het en in het midden het

Bloed komt de nier binnen via de en verlaat de nieren via de

Vanuit het bekken van een nier gaat de urine via een naar de

Hierin wordt ze tijdelijk opgeslagen. Als de inhoud van de blaas te groot wordt, moet je gaan plassen.

De urine gaat dan via de uit je lichaam.

Interessant om weten

Je bloed stroomt elke dag meer dan 200 keer door je nieren om gezuiverd te worden.

b De tekeningen hieronder tonen de ligging en de onderdelen van de nieren en de urinewegen. Noteer de juiste namen bij de pijltjes.

2.4 186 UITSCHEIDING
Fig.

Interessant om weten

Mensen die geen nieren meer hebben of van wie de nieren niet meer werken, kunnen geholpen worden met een kunstnier. Dat is een toestel dat het bloed filtert zoals een nier dat doet.

Proefversie©VANIN

2 Zo wordt de urine in de nieren aangemaakt.

a Vul de onderstaande tekst in en kies daarbij uit de volgende woorden: filtertjes – nierbekken – vocht –urineleider – nierader – blaas – nierslagader

Het bloed bereikt de nieren via de

In de schors en het merg van de nier liggen kleine . Die filteren afvalstoffen en water, en ook het teveel aan zouten en vitaminen uit het bloed. Dat is de urine. De urine wordt in het verzameld, en gaat via de naar de waar ze wordt opgeslagen.

De bloedcellen zijn te groot voor de filter en blijven daarom in het bloed. Het gezuiverde bloed stroomt vervolgens via een afvoerend bloedvaatje terug in de en daarmee in de bloedsomloop.

Je nieren kunnen ook exact bepalen hoeveel je lichaam nodig heeft.

Een deel van het water gaat namelijk terug door de filter in de bloedbaan.

b Teken op de figuur hieronder met gekleurde pijltjes de stroming van het bloed door de nieren (groen) en de stroming van de urine (geel). Benoem ook de aangeduide delen.

Fig. 2.5
187 2 DE UITSCHEIDINGSORGANEN
Fig. 2.6

Interessant om weten

Bij patiënten met suikerziekte of bij mensen met een nierafwijking zit er vaak suiker in de urine en dat kun je proeven.

Vroeger proefden dokters van de urine van hun patiënten als hulpmiddel om een goede diagnose te kunnen stellen.

Proefversie©VANIN

De nier is opgebouwd uit een nierschors, een niermerg en een nierbekken. Bloed komt de nier binnen via de nierslagader en verlaat de nieren via de nierader. Vanuit het bekken van de nier gaat de urine via een urineleider naar de blaas. Van daaruit gaat de urine via de urinebuis naar buiten.

In de nieren liggen kleine filtertjes die afvalstoffen en een teveel aan andere stoffen uit het bloed halen. Dat is de urine. De urine wordt in het nierbekken verzameld, en gaat via de urineleider naar de blaas waar ze wordt opgeslagen

De bloedcellen blijven in de bloedbaan en ook een deel van het water gaat terug in de bloedbaan.

Vermits er afvalstoffen in urine zitten, is urine zeker geen gezonde drank

Test jezelf: oefeningen 7, 8 en 9

188 UITSCHEIDING

UITSCHEIDING BIJ DIEREN

WAAROM HIJGEN HONDEN?

1 Bij zoogdieren verloopt de uitscheiding grotendeels identiek.

a Langs welk orgaan worden de uitwerpselen afgescheiden?

Proefversie©VANIN

b Langs welk orgaan wordt de urine afgevoerd?

2 Bij amfibieën, vogels, reptielen en sommige zoogdieren zijn deze openingen niet gescheiden, maar komen zowel de urine als de uitwerpselen langs dezelfde weg naar buiten. Ook de eieren komen langs daar uit het lichaam.

a Hoe heet die opening?

b Wat betekent dat Latijnse woord letterlijk?

3 Bij honden verloopt de uitscheiding v zoogdieren. ‘Zweten’ doen ze wel op een speciale manier.

a Wat is er anders bij hun zweetklieren?

b Waarom zitten ze dan veel met de muil open bij warm weer?

Amfibieën, vogels, reptielen en sommige zoogdieren hebben een cloaca. Dat is een opening langs waar zowel urine, uitwerpselen als eieren uit het lichaam komen.

Honden hebben nagenoeg geen zweetklieren in de huid.

Als een hond moet afkoelen, moet hij zijn muil openhouden. Hij moet dus hijgen.

3
189 3 UITSCHEIDING BIJ DIEREN
Fig. 3.2

Aha! Aha!

SAMENVATTING

Proefversie©VANIN

1 Het nut van uitscheiding

In de cellen worden voedingsstoffen afgebroken. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen zijn schadelijk voor het lichaam en worden daarom langs de bloedvaten vervoerd en door de uitscheidingsorganen verwijderd

De longen dienen als uitscheidingsorgaan voor koolstofdioxide Andere uitscheidingsorganen zijn de huid, de nieren en de blaas

2 De uitscheidingsorganen

Zweet bestaat voor 99 % uit water. De rest zijn minerale zouten en afbraakstoffen van eiwitten die in het water zijn opgelost.

Het water met de opgeloste stoffen komt in de haarvaten uit het bloed in de kronkelende buisjes van de zweetklieren terecht. Vandaar komt het zweet via een afvoerbuis langs een porie aan het huidoppervlak.

Zweten heeft nog een andere functie. Bij zware inspanningen stijgt de lichaamstemperatuur. Zweet dat verdampt onttrekt warmte aan het lichaam waardoor de lichaamstemperatuur weer daalt. Zweten regelt dus de lichaamstemperatuur want het zorgt voor afkoeling. Of anders gezegd: met zweten geraak je niet alleen van giftige afvalstoffen verlost. Je raakt er ook overtollige energie mee kwijt

De nier is opgebouwd uit een nierschors, een niermerg en een nierbekken. Bloed komt de nier binnen via de nierslagader en verlaat de nieren via de nierader. Vanuit het bekken van de nier gaat de urine via een urineleider naar de blaas. Van daaruit gaat de urine via de urinebuis naar buiten.

In de nieren liggen kleine filtertjes die afvalstoffen en een teveel aan andere stoffen uit het bloed halen. Dat is de urine. De urine wordt in het nierbekken verzameld, en gaat via de urineleider naar de blaas waar ze wordt opgeslagen

De bloedcellen blijven in de bloedbaan en ook een deel van het water gaat terug in de bloedbaan.

3 Uitscheiding bij dieren

Amfibieën, vogels, reptielen en sommige zoogdieren hebben een cloaca. Dat is een opening langs waar zowel urine, uitwerpselen als eieren uit het lichaam komen.

Honden hebben nagenoeg geen zweetklieren in de huid.

Ga naar het onlinelesmateriaal en leer nog andere vormen van synthese kennen.

190 UITSCHEIDING

Proefversie©VANIN

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder.

Checklist Wat ken/kan ik? helemaal begrepen hier kan ik nog groeien pg. Ik kan het nut van uitscheiding definiëren 183 Ik kan de belangrijkste organen van het uitscheidingsstelsel aanwijzen 184, 186 Ik kan de belangrijkste organen van het uitscheidingsstelsel benoemen 184, 186 Ik kan de uitscheiding langs de longen uitleggen 152, 184 Ik kan de uitscheiding langs de huid uitleggen. 184 Ik kan de uitscheiding langs de nieren verklaren 186, 187 Ik kan de belangrijkste onderdelen van zweetklieren aanwijzen op een tekening. 184 Ik kan uitleggen waarom honden hijgen. 189 Ik kan een cloaca beschrijven 189
191 AHA!

TEST JEZELF

1 Wat is het enige gasvormige afvalproduct in het menselijk lichaam? Langs welk orgaan wordt dit uitgescheiden?

Proefversie©VANIN

2 Welk belangrijk begrip zit verborgen in het kadertje? Je kunt het woord vormen door zoals een paard in een schaakbord van letter naar letter te springen. Begin bij de U.

3 Als je heel veel gezweet hebt, ligt er soms een witachtige waas op je huid. Wat is dat?

4 Welk begrip zit verborgen in dit kadertje? Begin bij de Z.

5 Verklaar waarom het niet verstandig is om een regenjas te dragen tijdens het sporten.

6 Als je uit het bad stapt, heb je het koud, ook al is de temperatuur in de badkamer 25 °C. Hoe komt dat?

7 Welke weg doorloopt een afvalstof die door de nieren wordt uitgescheiden voor ze met de urine uitgeplast wordt? Zet de volgende organen in de juiste volgorde: Urineleider – urinebuis – nierschors – blaas – nierslagader – nierbekken

8 Veel water drinken is goed voor de werking van de nieren. Hoe komt dat?

9 Verklaar dat een niercrisis (waarbij de nieren niet meer werken) dodelijk kan zijn?

U I T S N H E I D I C G
N T R E W L K E E E I Z
192 UITSCHEIDING

MATERIE EN ENERGIE IN ORGANISMEN

Samenhang tussen stelsels

Proefversie©VANIN

Proefversie©VANIN

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek het volledige artikel via het onlinelesmateriaal.

194 SAMENhANG TuSSEN STElSElS
Credit: IMAGO

l IJKT EEN RAT VANBINNEN OP EEN MENS?

1 Je kijkt naar de dissectie van een rat.

Duid op de afbeelding hieronder de verschillende organen aan die aan bod kwamen in de vorige thema’s. De video bij het onlinelesmateriaal kan daarbij een hulp zijn.

Proefversie©VANIN

2 Schrijf de namen van de organen bij het juiste stelsel.

a Spijsverteringsstelsel

b Ademhalingsstelsel

c Transportstelsel

d Uitscheidingsstelsel

195 SAMENhANG TuSSEN STElSElS

Vul in de tekst hieronder de correcte termen in.

1 De cellen spelen een centrale rol.

In alle 30 000 miljard van je lichaam vinden stof- en energieomzettingen plaats.

Daarvoor neem je stoffen op uit de omgeving, die uiteindelijk die cellen moeten bereiken.

2 Opname van stoffen

Zuurstofgas wordt opgenomen via het stelsel.

Voedingsstoffen worden opgenomen via het stelsel. Deze stoffen bereiken de cellen via het , dat stroomt door het stelsel.

3 Verwijdering van afvalstoffen

Bij de processen in de cel komen ook vrij, die uit het lichaam dienen verwijderd te worden. Onverteerde resten worden verwijderd via het stelsel.

Water en koolstofdioxide worden verwijderd via het stelsel.

Overtollige voedingsstoffen en afvalzouten worden verwijderd door het stelsel.

Om de uitscheidingsorganen te bereiken worden het water, de koolstofdioxide, de overtollige voedingsstoffen en afvalzouten vervoerd door het stelsel.

4 Je kunt de samenhang tussen de stelsels ook samenvatten in een schema. inademen uitademen

UITSCHEIDINGSSTELSEL

afvalstoffen in zweet en urine

Proefversie©VANIN

TRANSPORTSTELSEL

waterdamp

koolstofdioxide

ADEMHALINGSSTELSEL

TRANSPORTSTELSEL

TRANSPORTSTELSEL

CELLEN

voedingsstoffen

zuurstofgas

TRANSPORTSTELSEL

SPIJSVERTERINGSSTELSEL

overtollige stoffen Æuitwerpselen

WE l K VERBAND IS ER T u SSEN DE VERSC h I ll ENDE STE l SE l S IN h ET l IC h AAM?
196 SAMENhANG TuSSEN STElSElS

In het lichaam van een organisme kun je de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het transportstelsel en het uitscheidingsstelsel van elkaar onderscheiden.

Spijsverteringsstelsel: slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, lever, galblaas, blinde darm, appendix

Ademhalingsstelsel: luchtpijp, longen, middenrif

Transportstelsel: hart

Uitscheidingsstelsel: nier, urineleider, urineblaas

Dezelfde stelsels tref je inderdaad ook aan bij de mens.

Aha! Aha!

Checklist

Proefversie©VANIN

Wat ken/kan ik? helemaal begrepen hier kan ik nog groeien pg. Ik kan de belangrijkste organen van het spijsverteringsstelsel lokaliseren 195 Ik kan de belangrijkste organen van het ademhalingsstelsel lokaliseren 195 Ik kan de belangrijkste organen van het transportstelsel lokaliseren 195 Ik kan de belangrijkste organen van het uitscheidingsstelsel lokaliseren 195 Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar diddit en oefen verder. 197 SAMENhANG TuSSEN STElSElS

Proefversie©VANIN

TABEL MET GROOTHEDEN

EN EENHEDEN

grootheid symbool grootheid eenheid symbool eenheid meetinstrument

Proefversie©VANIN

229 TABEL MET GROOTHEDEN EN EENHEDEN

Thema Spijsvertering hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

1 albustix de indicator voor eiwitten

1 beschermende stoffen deze voedingsstoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Proefversie©VANIN

1 bouwstoffen deze voedingsstoffen zorgen voor de groei van het lichaam en vervangen de oude cellen

1 brandstoffen deze voedingsstoffen zijn de energieleveranciers voor het lichaam en houden de lichaamstemperatuur op peil

4 carnivoor vleeseter

2 dialyseslang slang met microscopisch kleine gaatjes, waar kleine moleculen doorheen kunnen en grotere moleculen tegengehouden worden

2 diarree Wanneer de wand van de darm ontstoken is of geïrriteerd, kan er onvoldoende water terug opgenomen worden, de stoelgang wordt dan waterig.

1 diastix de indicator voor glucose

1 energetische waarde de hoeveelheid energie die in 100 g of 100 ml van een voedingsmiddel aanwezig is 4 herbivoor planteneter

2 indikken het weghalen van water in de dikke darm

1 kobaltdichloridepapier product voor het testen van water

1 lugol de indicator voor zetmeel, ook wel di-joodoplossing genoemd

Spijsvertering 238 WOORDENLIJST

2 maagzuur een spijsverteringssap afgescheiden door de maag om eiwitten te verteren

4 omnivoor alleseter

2 peristaltiek knijpende spierbeweging in de wand van onder andere de slokdarm om een voedselbrok verder te duwen

Proefversie©VANIN

1 vertering het kleiner maken van voedingsstoffen zodat ze opgenomen kunnen worden in het bloed

1 voedingsdriehoek schematische voorstelling waarin opgenomen is welke voedingsmiddelen je het best wel of niet eet; ook beweging zit erin

1 voedingsmiddel wat je eet

1 voedingsstof in een voedingsmiddel zitten verschillende voedingsstoffen

Spijsvertering 239 WOORDENLIJST

Thema Ademhaling hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

2 capaciteit vermogen om op te slaan of te verwerken

3 celademhaling de uitwisseling van zuurstofgas en koolstofdioxide tussen het bloed en de cellen

Proefversie©VANIN

1 haarvaten dunne bloedvaatjes rond de longblaasjes

2 jerrycan metalen of plastieken tank voor vloeistoffen

3 kalkwater oplossing van calciumdihydroxide in water

3 kieuwen ademhalingsorgaan waarmee organismen in staat zijn om zuurstof uit water op te nemen en koolzuurgas af te staan

3 koolstofdioxide gas dat (in het lichaam) vrijkomt bij de verbranding

3 koolstofmonoxide giftig gas dat gevormd wordt bij een onvolledige verbranding

3 longademhaling de uitwisseling van zuurstofgas en koolstofdioxide tussen de longblaasjes en het bloed

1 longblaasjes blaasje op het einde van de longvertakkingen waar ademhalingsgassen met het bloed worden uitgewisseld

2 longcapaciteit werkelijke inhoud van de longen

1 longen onderdeel van het ademhalingsstelsel

1 luchtpijp orgaan langs waar de ingeademde lucht via de luchtpijptakken in de longen terechtkomt

1 luchtpijptakken de twee hoofdvertakkingen van de luchtpijp die naar de twee longen leiden

Ademhaling 240 WOORDENLIJST

rode bloedcel bloedcel die zuurstofgas naar de cellen vervoert

2 spirometer apparaat dat je longfunctie kan meten door erin te blazen

strottenhoofd uit kraakbeen opgebouwd orgaan dat de luchtpijp beschermt

2 vitaal vol leven, levendig

Proefversie©VANIN

2 vitale capaciteit de totale hoeveelheid lucht die je hebt uitgeademd na een heel diepe inademing en een krachtige uitademing

1 zuurstofgas gas dat de verbranding (o.a. in het lichaam) onderhoudt

Ademhaling 241 WOORDENLIJST

Thema Transport

hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

2 ader bloedvat dat bloed van de organen naar het hart brengt

4 AED toestel om het hartritme terug op gang te brengen of te stabiliseren (Automatische Externe Defibrilator)

3 aorta de grootste slagader uit het lichaam, dit bloedvat vertrekt uit de linkerkamer van het hart

1 bloedcellen het vaste gedeelte van bloed, er zijn rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes

1 bloedplasma het vloeibare gedeelte van bloed

3 bloedsomloop de weg die het bloed aflegt doorheen het lichaam

2 boezem ook wel voorkamer genoemd, dit is een inwendig deel van het hart en bevindt zich aan de bovenkant

1 celvraat De witte bloedcel beweegt zich met schijnvoetjes naar de indringer in het bloed en verteert hem.

4 EHBO Eerste Hulp Bij Ongevallen

3 haarvat bloedvat dat de verbinding vormt tussen aders en slagaders ter hoogte van de organen

2 hartkleppen de klepjes tussen de voorkamers en de kamers, ze zorgen ervoor dat het bloed niet van de kamer in de voorkamer kan terugstromen

2 harttussenschot de scheiding tussen de linker- en rechterhelft van het hart

Proefversie©VANIN

4 ICE contactpersoon in geval van nood (in case of emergency)

2 kamer een inwendig deel van het hart en bevindt zich aan de onderkant

Transport 242 WOORDENLIJST

3 longader bloedvat dat bloed van de longen naar het hart brengt en toekomt in de linkervoorkamer van het hart

3 longslagader bloedvat dat bloed wegvoert van het hart naar de longen en vertrekt uit de rechterkamer

Proefversie©VANIN

2 slagader gespierd bloedvat dat bloed wegvoert van het hart naar de organen

1 transportstelsel het geheel van organen en bloedvaten die samenwerken om stoffen rond te brengen in het lichaam

Transport 243 WOORDENLIJST

Thema Uitscheiding hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

1 blaas lichaamsdeel dat de urine uit de nieren tijdelijk verzamelt

3 cloaca opening in het lichaam van sommige dieren waardoor zowel ontlasting en urine als genitale afscheidingen (zoals de eieren) worden afgegeven

2 deodorant product dat op de huid wordt aangebracht om zweten tegen te gaan of de geur van zweet te verdoezelen

2 filter toestelletje dat dient om mengsels te scheiden

2 kluwen losse, om elkaar gewonden opeenhoping van haren, draden of buisjes

2 kunstnier toestel dat het bloed filtert zoals een nier dat doet

2 lichaamstemperatuur de temperatuur van het lichaam

1 nier orgaan waarin het bloed wordt gefilterd

2 nierader ader die het bloed van de nieren wegvoert

2 nierbekken deel van de nier waarin de urine wordt verzameld

2 niermerg binnenste deel van de nier waar urine wordt gevormd

2 nierschors buitenste deel van de nier waar het bloed wordt gefilterd

Proefversie©VANIN

2 nierslagader slagader die het bloed naar de nieren brengt

2 ontsmettingsalcohol een mengsel van alcohol en een andere stof (ether of water) dat dient om wonden te ontsmetten

Uitscheiding 244 WOORDENLIJST

2 porie kleine opening

2 suikerziekte of diabetes; ziekte waarbij de bloedglucosewaarden voortdurend te hoog zijn

2 urinebuis buis die de urine vanuit de blaas naar de urineopening brengt

Proefversie©VANIN

2 urineleider buis die de urine van de nier naar de blaas transporteert

2 zweetklier klier die uitmondt aan het oppervlak van de huid en waardoor zweet wordt afgescheiden

Uitscheiding 245 WOORDENLIJST

Thema Transport van thermische energie hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

2 convectie transport van thermische energie door stroming van een vloeistof of een gas

1 geleiding transport van thermische energie doorheen een stof als gevolg van een temperatuurverschil

Proefversie©VANIN

4 isolatie bedekken met een speciale laag; materialen die het transport van thermische energie verhinderen

2 lava magma dat uit de krater van een vulkaan vloeit

2 magma vloeibare materie in de aarde

3 spot lamp die een sterke lichtbundel uitstraalt

3 straling transport van thermische energie zonder middenstof als gevolg van een temperatuurverschil

1 thermische energie energie als gevolg van een verschil in temperatuurtoestand

Transport van thermische energie 246 WOORDENLIJST

Thema Zichtbare en onzichtbare straling hoofdstuk term definitie in je eigen woorden

1 ioniserende straling soort straling die zeer energierijk is; daardoor kan ze cellen beschadigen, waardoor er kanker kan ontstaan Ze kan ook cellen vernietigen.

2 lichtbron voorwerp dat licht uitzendt

Proefversie©VANIN

3 onzichtbare straling straling die je niet kunt waarnemen met het blote oog; verschillende soorten: radioactieve straling, X-straling, uv-straling, IR-straling, microgolven en radiogolven

2 restwarmte warmte-energie die overblijft bij een energieomzetting

1 straling Het stralingsspectrum bestaat uit zichtbare en onzichtbare straling.

2 stralingsenergie energie afkomstig van zowel zichtbare als onzichtbare straling

1 stralingsspectrum stralingsgebied van zichtbare en onzichtbare straling

2 zichtbare straling Zichtbare straling of zichtbaar licht is de straling die we kunnen waarnemen met het blote oog.

Zichtbare en onzichtbare straling 247 WOORDENLIJST

Proefversie©VANIN

NOTITIES 248 NOTITIES

Proefversie©VANIN

Proefversie©VANIN

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.