www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

Een lied van vreugde (9789493208353)

Page 1

O  

LAURAINE SNELLING is een schrijfster van meer dan zeventig boeken, waarvan er meerdere werden bekroond en er meer dan vijf miljoen exemplaren zijn verkocht. Naast het schrijven van boeken en artikelen, geeft ze cursussen op schrijversconferenties overal in de VS. Ze woont samen met haar man in Tehachapi in Californië, met hun basset Sir Winston en hun ‘drie meisjes’, grote, goudkleurige hennen.

Minnesota, 1911. Nilda Carlson heeft het naar haar zin bij haar werkgeefster, mevrouw Schoenleber, die haar meer en meer verantwoordelijkheid geeft. Zo krijgt ze de leiding over een nieuw filantropisch project om de immigrantengemeenschap in de omgeving te helpen.

Een lied van vreugde is het vierde en laatste deel van de serie Onder het noorderlicht – een familiekroniek over de Noorse familie Carlson die in een vreemd land vecht voor een gelukkige toekomst. Eerder verschenen De beloften van de ISBN 978-94-93208-35-3 dageraad, De hoop van nieuwe morgens en Seizoen vol genade. de Parel

cover een lied van vreugde.indd 1

L AURAINE S NELLING

Terwijl Nilda geld inzamelt om betaalbare huizen voor de nieuwkomers in Blackduck te bouwen, zorgt een privédetective voor problemen. Daarnaast wordt ze afgeleid door haar pianolessen van de knappe onderwijzer Fritz Larsson en hoe beter ze hem leert kennen, hoe meer ze hem bewondert. Alleen is de man die haar het hof wil maken niet Fritz, maar een jongeman uit Minneapolis, wiens rijke afkomst zowel aangenaam is als ongemakkelijk aanvoelt. Al die kansen zijn fijn, maar brengen ook een moeilijkheid met zich mee. Welke toekomst moet Nilda voor zichzelf kiezen?

Een lied van vreugde

Als het leven haar van alle kanten kansen biedt, moet ze kiezen welke toekomst ze wil

O  

Een lied van vreugde

L AURAINE S NELLING

‘Mag ik vragen waar dit heen gaat, meneer Galt?’ Zijn stem werd messcherp en hij had een zelfvoldane blik op zijn gezicht. ‘Juffrouw Carlson, een normale jonge vrouw van uw leeftijd heeft vriendinnen. Als ze die niet heeft, is ze bijna altijd een onguur type.’ ‘Het spijt me. Onguur?’ Het ‘guur’ dat Nilda kende verwees naar het weer. ‘Er zijn vrouwen die door mannen achternagezeten worden en er zijn vrouwen die op mannen azen. Dat is onguur.’ Nilda snakte naar adem. ‘Juffrouw Carlson, ik geloof dat u zo’n vrouw bent. U kunt meneer Nygaard niet toevallig ontmoet hebben op de dag dat hij vermoord werd. Er moet een rendez-vous zijn geweest, een…’ ‘Meneer Galt, hij stalkte me! Al dagen!’ ‘Of u stalkte hem. Ik heb met alle jonge vrouwen die ik noemde gesproken en daarnaast met nog meer vrouwen. Ze zijn het er allemaal over eens dat hij een perfecte heer was en zeer begerenswaardig. Dat hij nooit ongepaste avances naar hen maakte. Ik heb ze daar zorgvuldig over ondervraagd. Ik geloof dat het onderzoek van sheriff Gruber ofwel gebrekkig was, ofwel corrupt, ofwel opzettelijk onnauwkeurig. Juffrouw Carlson, ik ben ervan overtuigd dat u direct verantwoordelijk bent voor de dood van Dreng Nygaard.’

20-10-2021 18:57


Andere boeken van Lauraine Snelling Serie Onder het noorderlicht De beloften van de dageraad De hoop van nieuwe morgens Seizoen vol genade


Onder het noorderlicht – IV

Een lied van vreugde

Lauraine Snelling Roman Vertaald door Pauline van Helten-Proper

Uitgeverij De Parel – Doornenburg


Proloog

H

einrik Schmitz staarde naar zijn drie broers die om de tafel zaten. ‘Onze bespreking van vandaag blijft onder ons.’ Jacob, die de leiding had over de houthandeltak van het familiebedrijf, vroeg: ‘Gaat iemand deze vergadering notuleren?’ ‘Ja, dat zal Jeffrey doen.’ Heinrik knikte naar zijn zoon, die iets naar voren leunde en het woord nam. ‘Het zou kunnen helpen als ik iets afwist van wat er aan de hand is. Ik heb over twee uur weer een college. Wat zou de aanleiding kunnen zijn van…?’ Heinrik stak zijn hand maar nauwelijks op. ‘Daar kom ik zo op.’ Jeffrey greep naar papier en een pen en fronste tegelijkertijd lichtjes naar zijn vader. De broers zaten rond een kleine tafel in een privévertrek naast Heinriks kantoor. De deur zat op slot. Normaal gesproken kwamen ze in de directiekamer bijeen met hun zus, Gertrude Schoenleber, die dan aan het hoofd van de tafel zat. De laatste tijd zat juffrouw Carlson, haar assistente, altijd naast haar. ‘Wat zit je dwars?’ Jonathon, die de leiding had over de spoorwegtak, streek een lucifer af en stak zijn sigaar aan. Nadat hij een trekje genomen had, vernauwde hij zijn ogen en keek hij zijn broer onderzoekend aan. 5


‘Ik had twee nachten geleden een vreselijke nachtmerrie.’ Heinrik keek al zijn broers strak aan terwijl hij zijn stem liet dalen. ‘Ik weet dat dit misschien moeilijk te geloven is, maar ik ben ervan overtuigd dat het geen droom was. Dit was een voorteken van de dingen die komen gaan.’ Jeffrey keek op van zijn aantekeningen. ‘Va…’ Heinriks hand kwam weer omhoog, tot net iets boven het tafelblad. ‘Laat me uitpraten.’ Iedereen staarde hem aan. ‘In mijn droom overleed onze zus en liet ze al haar bezittingen na aan Nilda Carlson, inclusief haar zetel in dit bestuur.’ Het krassen van de pen stopte, net als ieder ander geluid. ‘Ik heb een lijst met ideeën opgesteld.’ Hij wees naar een notitieboekje dat voor hem op de tafel lag. ‘En het enige haalbare idee, eigenlijk het gemakkelijkste en briljantste, is om juffrouw Carlson te neutraliseren door haar met iemand binnen onze familie te laten trouwen.’ Hij knikte naar Jeffrey.

6


1 Juni 1911

H

et leven in Amerika was zeker niet zoals Nilda had gedroomd dat het zou zijn. Ze sloot even haar ogen en liet herinneringen aan thuis door haar gedachten gaan. Het huis met de grote keuken, de boerderij, de seter waar ze had geholpen om de koeien, geiten en schapen naar de zomerweide te brengen. Kaas maken. School, vrienden, de kerk. Maar vooral haar familie, het gelach in hun huis, alles wat met thuis te maken had. Ze keek opnieuw uit het raam en kon zien dat de landbouw hier en de landbouw in Noorwegen hetzelfde waren, maar hier was het in vergelijking zo vlak en veel uitgestrekter. Vee, paarden en boerderijdieren liepen in de weilanden, terwijl tarwe, maïs en andere gewassen zich mijlenver uitstrekten. Dit land stond vroeger vol reusachtige dennenbomen, maar houtkappers hadden dit land gerooid en waren naar het noorden getrokken. Op haar onkel Einars boerderij in Blackduck in de staat Minnesota groeiden Weymoutdennen of grove dennen, net als op de duizenden hectares die nog moesten worden gekapt. Net als veel andere immigranten betaalde hij de tickets voor andere familieleden om hem te komen helpen het land te ontginnen, zodat ze het konden bewerken. Eerst immigreerden haar broer Rune 7


en zijn gezin, daarna zij en hun broertje, Ivar. Toen ze op Runes boerderij meehielp, hoopte ze dat ze op een dag een jongeman zou ontmoeten en dat ze samen een eigen boerderij zouden hebben. Ze had er geen besef van wat God voor haar in gedachten had. Wie had ooit kunnen dromen van zo’n leven als zij nu leidde? Een vers dat haar mor vaak citeerde kwam in haar gedachten op. ‘God zou voorzien ver boven alles wat ze kon dromen of zich kon voorstellen.’ Het klopte dat ze de woorden een beetje verdraaid had, maar nog altijd sloot dat vers aan bij hoe haar leven er nu uitzag. Ze staarde uit het raam van de trein terwijl hij heen en weer schommelde. Twee vissers in een boot op een van de hemelsblauwe meren trokken haar aandacht. Wat hielden haar neefjes van vissen. En van jagen. De overvloed aan bomen breidde zich uit tot het land en ook tot het water. Niet één keer sinds haar aankomst in dit land was ze hongerig naar bed gegaan. De anderen ook niet. Havermoutpap was niet langer hun hoofdvoedsel. En kijk waar de eenvoudige boerenmeid Nilda nu reed. Mevrouw Schoenlebers privétreinwagon was net zo luxueus als haar huis, met velours behang, een schattig schrijftafeltje en ander stijlvol meubilair, een afzonderlijk slaapvertrek én een kleine privékamer met porseleinen sanitair waar de natuurlijke behoefte gedaan kon worden. De dorpen, wegen en boerderijen volgden elkaar sneller op toen ze St. Paul en de kwartaalvergadering van Schmitz’ Enterprises naderden. Het vergezellen van haar werkgeefster, mevrouw Gertrude Schoenleber, mentor, werkgeefster, vriendin en een drijvende kracht achter haar stad, naar deze vergaderingen was onderdeel van Nilda’s leven geworden. ‘Maak je je zorgen over de vergadering?’ Mevrouw Schoenleber, slank en tenger, glimlachte vanaf de bank tegenover Nilda. Nilda dacht even na. ‘Niet zozeer zorgen als wel…’ Ze aarzelde even. De beweging van haar bank liet de veer op haar marineblauwe hoed knikken. Ze had de sluier opgetild om comfortabeler te zijn. Als ze haar zin had gekregen… Maar dat had ze niet. 8


Mevrouw Schoenleber wachtte. Daar was ze goed in. Zelfs met haar rug recht, zonder de rugleuning aan te raken, zag ze er nog steeds comfortabel en geduldig uit. ‘Ik denk dat ik een beetje ongerust ben, maar ja, dat ben ik vaak voor deze vergaderingen.’ Niet dat ze vaker dan drie keer in de tweelingsteden was geweest. ‘Ik wil gewoon mijn best doen. Ik geloof dat ze me willen intimideren totdat ik ineffectief begin te worden.’ ‘Natuurlijk willen ze dat. Dat is hun manier van zaken doen, vooral met een vrouw, een jonge vrouw nog wel. Mijn broers zullen er alles aan doen om te slagen en op dit moment zijn ze bezorgd over het opraken van het hout, waar ze er meer van kunnen krijgen en hoe ze het verlies kunnen compenseren vanuit andere takken van het bedrijf. Ik vraag me vaak af hoe het kan dat geen van hen de vriendelijkheid van onze vader heeft geërfd. Hij heeft tenslotte alles bereikt wat hij bereikt heeft zonder andere mensen kapot te maken.’ ‘Ik wilde wel dat ik hem had kunnen ontmoeten.’ ‘Hij zou van je gehouden hebben.’ Nilda staarde haar aan. Ze voelde dat haar mond openviel. Nooit eerder had mevrouw Schoenleber zoiets tegen haar gezegd. Hoewel ze vaak haar goedkeuring liet blijken, had ze dit… Nilda sloot haar ogen en slikte. De cadans van de treinwielen overstemde bijna haar woorden. ‘Dank u wel.’ ‘Vijftien minuten tot onze aankomst in St. Paul,’ riep de conducteur terwijl hij langsliep. ‘Excuseer me, ik ga me even opfrissen,’ mompelde mevrouw Schoenleber waarna ze opstond. Nilda knikte. ‘Kan ik iets voor u halen?’ ‘Nee, dank je.’ Toen de deur dichtviel, ging Nilda voor de spiegel aan de binnenkant van de deur staan. Ze had nooit durven dromen dat ze een donker, marineblauw reiskostuum van zware zijde zou dragen met een gerende rok die om haar enkels ruiste en een getailleerd jasje met gitzwarte kraaltjes en nauwsluitende lange mouwen die aan de polsen met dezelfde kraaltjes 9


waren afgezet. Een hoed met sluier en veer maakte het geheel af. Ze stopte een lichtbruine lok terug in een chignon achter op haar hoofd en streek haar wenkbrauwen glad. Tevredengesteld pakte ze haar marineblauwe, leren handschoenen op van haar bank en schoof ze haar handen erin. Klaar. Ze wist dat ze er op-en-top uitzag als de formele reizigster van 1911. Daar zorgde mevrouw Jones, de kleermaakster, wel voor. Maar het wennen aan deze modieuze look, aan dit hele nieuwe leven in feite, vergde een nauwgezette en toegewijde opleiding. Een opleiding die elke dag werd voortgezet. Spreken, lezen en schrijven in het Engels; de juiste etiquette, kleding en manieren; hoe ze kon helpen met correspondentie; de beginselen van het zakendoen, geschiedenis en politiek; muziek; en zelfvertrouwen in het algemeen. Omdat ze haar tijd moest verdelen tussen mevrouw Schoenleber, haar vriendin juffrouw Walstead en degenen die voor hen werkten, had Nilda maar één weekend per maand tijd om haar familie in Benson’s Corner te bezoeken. Hoewel Nilda ernaar verlangde om haar mor, die na de dood van haar man naar Amerika was geïmmigreerd, en de anderen vaker te zien, leken hele seizoenen voorbij te vliegen. Mevrouw Schoenleber kwam de kleine ruimte weer binnen. ‘Ik denk dat we vanavond in het hotel dineren. Ik ben van mening dat we onze ideeën op z’n minst nog een keer moeten doornemen. Er zit me iets dwars.’ Nilda slaakte een zucht van verlichting en zette hun koffers op de bank, inclusief de leren aktetas die ze recent van mevrouw Schoenleber had gekregen. ‘St. Paul, volgende station, St. Paul,’ kondigde de treinconducteur aan vanuit de deuropening van hun coupé. ‘Is er iets wat ik voor u kan halen voor we aankomen?’ ‘Bedankt dat u het vraagt.’ Mevrouw Schoenleber glimlachte naar hem. ‘U helpt de reis aangenamer te maken.’ ‘Graag gedaan, mevrouw.’ Hij raakte de rand van zijn hoed aan. ‘En dank u voor… voor…’ Hij slikte en verliet de kamer. Nilda keek haar werkgeefster over de smalle ruimte tussen de twee 10


banken vragend aan. ‘Zijn zoon gaat naar de universiteit.’ ‘Ik begrijp het.’ Nilda trok haar wenkbrauwen op. ‘Daar hebt u iets over opgevangen en u besloot te helpen?’ ‘Zoiets ja. Werknemers goed behandelen zorgt ervoor dat ze voor je bedrijf willen blijven werken. Mijn broers en ik hebben wat discussies gehad over dit soort zaken. Mijn vader heeft dit ons allemaal geprobeerd bij te brengen, maar…’ ‘Vrouwen leren gemakkelijker dan mannen?’ ‘Mogelijk.’ Ze keken elkaar eensgezind aan. Dit was een van de principes waar de oudere vrouw vaak over uitweidde. ‘Ik denk dat wij vrouwen leren dat we meer om mensen moeten geven. Misschien zijn we zo geboren. Mijn vader leefde volgens het principe: “Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo.”’ Ze staarde uit het raam. ‘Hij was een aardige man. Ik vraag me af wat er met mijn broers gebeurd is. Ik denk dat het succes ze naar het hoofd is gestegen.’ Nilda’s gedachten gingen terug naar haar onkel Einar, die gestorven was aan zijn obsessie om de grote bomen om te hakken en dat ten koste van de mensen om hem heen. Hij werd niet erg gemist. Evenals Dreng. Ze huiverde en dwong haar gedachten terug naar het treffen van de voorbereidingen om hun coupé te verlaten. De conducteur hielp hen de treintreden af. ‘Ik geloof dat uw koetsier er nu aankomt.’ ‘Dank u en feliciteer uw zoon namens mij met het harde werk dat hij verricht. Hij hoopt medicijnen te gaan studeren, toch?’ ‘Ja, mevrouw.’ ‘Fijn. Dokters zijn hard nodig.’ ‘Het rijtuig staat voor,’ zei hun gebruikelijke koetsier ter begroeting. ‘Goed om u weer te zien.’ Hij nam hun handtassen aan en ging hun voor. Hun schoenen maakten een tikkend geluid op de zwarte en witte tegels in het spelonkachtige station. De kakofonie van aankomende passagiers die hen omringde maakte een gesprek onmogelijk. 11


Nilda wist dat de zoon van de conducteur in zijn vierde jaar aan de universiteit zat en ervan droomde om na zijn afstuderen medicijnen te gaan studeren. Omdat ze nu de boekhouding deed, was ze op de hoogte van de meeste van de bijdragen die mevrouw Schoenleber achter de schermen leverde. Gelukkig was de koetsier vandaag met het rijtuig gekomen, want toen ze de portiek bereikten, goot het van de regen. ‘Het lijkt erop dat we geen inkopen gaan doen,’ merkte mevrouw Schoenleber op toen ze op hun banken gingen zitten. ‘Dat waren we niet van plan, toch?’ ‘Ik had een paar dingen bedacht, maar die zijn de moeite niet waard. Het duurt toch niet zo lang meer tot het avondeten.’ Nilda slaakte een zucht van verlichting. Winkelen moest nog een plezierig tijdverdrijf worden. De receptionist aan de balie begroette hen, waarna hij mevrouw Schoenleber een envelop overhandigde. ‘Deze werd voor u bezorgd. En dank u wel dat u weer bij ons verblijft. Uw kamers zijn gereed.’ Hij gebaarde naar een piccolo die stond te wachten. ‘Deze kant op, mevrouw Schoenleber,’ zei de piccolo. ‘Welkom terug.’ ‘Dank u. Kunt u alstublieft een dienstmeisje naar onze kamers laten komen als ze in de gelegenheid is?’ ‘Ik geloof dat er al iemand is.’ ‘Dank u.’ Zodra ze hun kamer binnenkwamen, nam mevrouw Schoenleber haar hoed af en overhandigde ze die aan het glimlachende dienstmeisje. ‘Heel goed, mevrouw, wilt u dat uw bad meteen wordt gevuld of…’ ‘Ik denk dat ik een paar minuten ga liggen. Die treinreis was vermoeiend vandaag. Nilda, breng je notitieblok naar mijn kamer zodra je iets comfortabelers hebt aangetrokken. Ik heb wat ideeën. O, bijna vergeten.’ Ze pakte de envelop van een tafeltje bij de deur en overhandigde die aan Nilda. ‘Lees jij hem maar.’ 12


Nilda deed wat haar werd gevraagd. ‘We zijn uitgenodigd voor de symfonie. Hmm, Jeffrey staat er ook bij. Is hij niet op de universiteit?’ Hij was meestal niet aanwezig bij hun sociale evenementen in St. Paul. ‘Ja, maar hier in de tweelingsteden. Dat is ongebruikelijk. Ik ben er zeker van dat Fritz er graag bij was geweest. Het is jammer dat hij niet kan.’ Nilda voelde dat ze vanbinnen glimlachte. Fritz Larsson, een neefje van mevrouw Schoenleber, gaf les aan Nilda’s neefjes op de school in Benson’s Corner, waar hij ook het orgel van de Lutherse kerk bespeelde. Hij en een andere jongeman, Petter Thorvaldson, die ze had ontmoet op het schip naar Duluth, waren vrienden geworden. Ze namen allebei deel aan de maandelijkse borrels bij mevrouw Schoenleber thuis. Fritz hield van muziek en gaf ook pianoles. Hij had Nilda ook een paar lessen gegeven. ‘Zal ik het afslaan?’ vroeg Nilda. ‘Nee, bedank Heinrik maar. We hebben in ieder geval geschikte kleding meegenomen. Er zal waarschijnlijk een laat diner zijn na afloop.’ De oudere vrouw ging op haar bed zitten en zwaaide haar benen omhoog. ‘Ah, dit voelt hemels. Voel je vrij om even te gaan liggen als je dat wilt. We kunnen later praten.’ Nilda begaf zich naar haar eigen kamer en ontdeed zich van haar kleding, liet het dienstmeisje een ochtendjas voor haar omhoog houden en ging toen met een zucht liggen. Hemels was inderdaad een goede benaming. De volgende ochtend vervulden de directiekamer en de mannen die er stonden te praten haar in ieder geval niet langer met ontzag. De vier broers hadden ieder minstens een assistent, soms twee. De andere afdelingshoofden kwamen ook, samen met de secretaris, die ook een assistent had. De rook van de sigaren had de kroonlijsten van het hoge plafond al onzichtbaar gemaakt, waardoor ze het idee kreeg dat de vergadering al lang voor de officiële aanvangstijd was begonnen. En wat was dit? De notulerende secretaris zette een zware zwarte 13


machine voor zich neer. Nilda had foto’s van zulke dingen gezien. Het werd een typemachine genoemd. Meneer Jurgenson draaide een vel papier erin op een rol, verstelde hem en legde zijn handen op het toetsenbord. TIK TAK-TAK-TAK TIK TAK-TAK-TAK. Tjonge, wat een herrie! Iemand had net een kar binnengereden met koffie, heet water voor thee en alles wat daarbij hoorde, inclusief een prachtige schaal met gebak. Terwijl de bedienden de bestellingen opnamen, begeleidde Heinrik mevrouw Schoenleber en Nilda naar hun plaatsen aan het hoofd van de tafel. Mevrouw Schoenleber glimlachte en knikte en begroette de andere aanwezigen terwijl ze zich naar de tafel begaven. Toen iedereen zijn plaats had ingenomen, met Heinrik aan haar linkerzijde, begon ze. ‘Heinrik, wil je alsjeblieft onze bijeenkomst openen met gebed? Weet je nog, vader deed dat altijd en vandaag lijkt het zeer toepasselijk.’ Ze keek de tafel rond. ‘Als ik het me goed herinner deden we dat om beurten. Ik denk dat we dat weer gaan instellen.’ Nilda keek naar de vrouw naast haar. Dit was iets nieuws, of in ieder geval had ze er nooit eerder van gehoord. Heinrik wierp zijn zus een vragende blik toe, maar deed wat ze vroeg. ‘God en Vader van ons allen, wij danken U voor het grote succes dat U onze bedrijven hebt gegeven en vragen om wijsheid nu we het moeras van de hedendaagse zakenwereld doorkruisen. Zoals onze vader altijd zei, wijs ons de weg die we moeten gaan en help ons herinneren Wie echt de leiding heeft in dit land en in deze wereld. Amen.’ ‘Ik zou willen dat we dat allemaal geloofden en naleefden. Dank je.’ Mevrouw Schoenleber keek glimlachend de tafel rond. Haar witte haar schitterde door het licht dat er van bovenaf op scheen. ‘Zijn er nog vragen voordat we beginnen?’ De vergadering verliep zoals alle andere vergaderingen met één nieuw en onaangenaam element: het constante getik van meneer Jurgensons typemachine. Heinrik besteedde twintig minuten aan zijn algemene verslag. Jacob sloot zijn verslag af met: ‘We hebben nog een paar jaar, maar we 14


raken in Minnesota door het hout heen. Er zijn nog steeds dennenbossen in andere staten, zoals in het westen van Montana en in het noorden van Idaho, maar die zijn afgelegen. Verschepen kost geld.’ Jonathon knikte. ‘We verschepen meer dan alleen boomstammen en timmerhout, maar dat is een belangrijk deel van onze winst.’ Aan het einde van de dag stond mevrouw Schoenleber op. ‘De omvang van deze corporatie is inmiddels vele malen groter dan wij of onze vader ooit voor ogen hadden. Het zou gemakkelijk zijn om op onze lauweren te rusten, maar dat mogen we niet doen. Noch mogen we de liefdadigheid verwaarlozen die het voornaamste doel van onze vader was. Iedereen mag gaan.’ Iedereen verzamelde zijn papieren en maakte zich klaar om te vertrekken. Het geklets onderling zorgde voor rumoer in de directiekamer en in de gangen. Mevrouw Schoenleber wendde zich tot Nilda, wilde iets zeggen, maar draaide zich toen om, omdat iemand haar een vraag stelde. ‘Eet je vanavond met ons mee in de club?’ vroeg Jacob. ‘Bedoel je dat ze nu vrouwen toelaten?’ vroeg mevrouw Schoenleber. ‘O, ja, ze zijn heel vooruitstrevend. Er is een eetkamer gereserveerd voor stellen.’ ‘Nou, bedankt voor het aanbod, maar ik geef de voorkeur aan een rustig avondmaal na een lange dag als vandaag. Ga je met ons mee naar de symfonie morgenavond?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘De symfonie is zo, zo…’ ‘Je bedoelt dat je liever vroeg naar bed gaat?’ Hij knikte en boog zich naar haar toe. ‘Maar zeg dat niet tegen Heinrik. Hij denkt dat iedereen evenveel van klassieke muziek houdt als hij. Maar als er gedanst werd, zouden we er zijn.’ De volgende avond, toen de dienstmeisjes hen hielpen met aankleden en hun haar in model brachten, vroeg Nilda: ‘Waarom heb ik het gevoel dat er hier iets meer aan de hand is, dan alleen het bijwonen van de symfonie? Ze hebben ons tenslotte nooit eerder uitgenodigd.’ 15


‘Vroeger wel. Toen ik jonger was en graag naar muziekuitvoeringen en theater en dergelijke evenementen ging. Maar daar ben ik een paar jaar geleden mee gestopt.’ Mevrouw Schoenleber staarde in de spiegel en knikte langzaam. ‘Ik heb een vermoeden dat je gelijk zou kunnen hebben, maar we zullen meespelen, zo mak als lammetjes, totdat we weten wat erachter zit. Ben je weleens naar een symfonie geweest?’ ‘Nee, maar ik luister graag naar Fritz als hij piano of orgel speelt. Ik kijk ernaar uit om meer te horen en te leren.’ ‘Opnieuw een goede ervaring voor jou. En ik geniet er ook van.’ Ze stond op en bedankte het dienstmeisje. ‘We zullen laat terugkomen, dus we zullen dan jullie hulp nodig hebben.’ ‘Vanzelfsprekend, mevrouw. Kan ik nog iets voor u halen?’ Een klop op de deur riep haar weg. ‘Ze zijn er,’ zei mevrouw Schoenleber. Een jongeman boog in de gang. ‘Uw koetsier staat beneden op u te wachten.’ ‘Dank u.’ Het dienstmeisje hielp hen in hun stola’s en bracht hen naar de deur. Mevrouw Schoenleber nestelde zich in het huurrijtuig. ‘Hmm. Ik nam aan dat Jeffrey ons zou komen halen.’ Nilda haalde haar schouders op. Jeffrey leek een intelligente en charmante jongeman, maar ze was veel liever met Fritz gegaan. Ze schrok van de gedachte. Kwam dat even uit de lucht vallen. Toen ze uit het huurrijtuig stapten, kwam het op Nilda over alsof er duizenden mensen naar het concert waren gekomen, maar het waren er waarschijnlijk slechts honderden. Mevrouw Schoenleber sprak met een bode en hij begeleidde hen naar hun stoelen. Heinrik en Jeffrey waren er al. Ze gingen beleeft staan toen mevrouw Schoenleber en Nilda tussen hen in gingen zitten. Nilda bevond zich naast Jeffrey. Hij zei opgewonden: ‘Ik ben blij dat je gekomen bent. Ik durf te wedden dat dit je eerste symfonieconcert is.’ 16


‘Dat klopt, ja.’ ‘Ze spelen Beethoven, weet je.’ Ze raadpleegde het programma dat de bode haar had gegeven. ‘Ik zie het.’ Jeffrey sprak het uit zoals Fritz had gedaan; je zou denken dat de naam moest worden uitgesproken als Biethoven. Ze richtte haar aandacht op de enorme concertzaal. De stoelen waren allemaal van donkerrood fluweel. En de ingewikkelde en verstrengelde ontwerpen op het gewelfde plafond! Er waren takken en druiventrossen en hier en daar een cherubijn en alles was driedimensionaal. Dat kon niet allemaal uitgehouwen zijn; het moest van gips zijn. De orkestleden namen hun plaatsen in op een groot podium, schoven met stoelen en speelden wat losse stukjes muziek. Dit was het nieuwe woord dat Nilda onlangs had geleerd: kakofonie. De elektrische lichten dimden. Elektrische lichten! Zou Runes boerderij ooit elektrische lichten hebben? Dat zou pas echte vooruitgang zijn! Toen een van de violisten op een verhoging ging staan en zijn rug naar het publiek keerde, verstomde het orkest. Achteraan speelde een instrument een enkele jammerende noot. Alle violisten speelden die noot. De man op de verhoging keek rond, knikte en ging zitten. Een voorname heer in formele kledij kwam het podium op. Het publiek applaudisseerde enthousiast. Waarom? Hij had nog niets gedaan. Hij stapte op de verhoging, maakte een diepe buiging, draaide zich om en hief zijn armen omhoog. In een hand hield hij een dun stokje vast. Opeens deed hij zijn armen naar beneden. Da-da-da DOEMMMM! Verrast schrok Nilda een klein beetje op. Maar daarna voerde de tweede da-da-da-doem en de muziek die volgde haar mee. Dit was verbazingwekkend. En luid. Briljant. Onbeschrijflijk! Er waren te veel stemmen in het orkest om ze allemaal bij te kunnen houden. Ze kon niet analyseren hoe dit alles zo perfect kon samengaan, dus leunde ze achterover en liet zich meeslepen door de prachtige muziek. Het stuk eindigde, maar niemand klapte. Ze wierp een blik op mevrouw Schoenleber, die er sereen uitzag. 17


Het orkest begon weer met een ander thema. Hoelang zat ze hier al? Ze had geen idee. Ze wist alleen dat ze omringd was door iets wat absoluut nieuw en absoluut prachtig was. Het einde was daverend. Het publiek klapte wild en stemmen rondom haar riepen vreemde nieuwe woorden: ‘Bravo!’ en ‘Bis!’ Jeffrey klonk verveeld. Hoe kon hij nog verveeld zijn na zoiets? ‘O, ik hoop niet dat ze weer de William Tell Ouverture gaan spelen. Dat stuk wordt zo saai.’ De man op de verhoging kondigde aan, ‘William Tell Ouverture, Rossini,’ en draaide zich weer om. De muziek begon rustig en deed Nilda denken aan landbouwgrond met fluitende vogels. Toen zwol het aan. ‘Daar gaan we weer,’ morde Jeffrey. Nu was het een galopperend stuk met veel triolen. Fritz had geprobeerd om haar te leren hoe ze op de juiste manier triolen moest spelen, maar ze was er niet goed in, haar vingers waren niet snel genoeg. Dit orkest was heel bedreven in triolen! O, wat hield ze hiervan! Eindelijk mocht ze klappen toen het publiek weer in applaus uitbarstte. Mevrouw Schoenleber keek net zo vergenoegd als Nilda zich voelde. ‘Het is veel te lang geleden dat ik van zo’n prachtige muziekavond heb genoten. Nilda, we moeten vaker naar dit soort concerten gaan.’ ‘O, dat zou ik heerlijk vinden!’ Heinrik glimlachte breed. ‘En, wat vond je ervan?’ Jeffrey snoof. Hij keek lang niet zo tevreden als mevrouw Schoenleber en Nilda. Hij zag er zelfs moe uit. ‘Het was wel oké, denk ik. Maar de koperblazers leken een beetje achter de maat aan te lopen en ik hoorde de houtblazers uit de toon gaan in het derde deel. Ik heb natuurlijk nooit veel opgehad met de houtblazers, vooral niet met de hobo’s. Te zeurderig.’ Nilda staarde hem aan. ‘Als je dit zo vermoeiend vindt, waarom kom je dan?’ ‘Dat hoort er nu eenmaal bij. Iedereen van onze stand gaat naar de symfonie.’ 18


Nilda zei niets, maar ze had er zo haar eigen gedachten over. Als de mensen uit de hogere kringen moesten doen waar ze geen zin in hadden alleen omdat het nu eenmaal zo hoorde, wilde ze er geen deel van uitmaken. In plaats daarvan zou ze naar de symfonie komen om dezelfde reden als Fritz: omdat het de mooiste muziek van de hele wereld was.

19


Uitgeverij de Parel Uitgeverij de Parel is de uitgeverij van de parels onder de boeken en inmiddels niet meer weg te denken uit het boekenlandschap. Ze stelt alles in het werk om de mooiste uitgaven voor jong en oud te maken en op de markt te brengen, zodat jij ze kunt lezen. De boeken – van fictie tot non-fictie – kenmerken zich door de mooie en verzorgde lay-out, en bevatten altijd een inspirerende, gelovige boodschap. Kortom: echte ‘parels’ – boeken met waarde. Wil je op de hoogte blijven van het laatste boekennieuws en de leukste aanbiedingen? Volg ons dan online! www.uitgeverijdeparel.nl Hier vind je alles wat je wilt weten over onze boeken, gratis leesfragmenten, fijne tips voor verschillende gelegenheden, onze e-books, informatie over onze auteurs en nog veel meer! www.uitgeverijdeparel.nl/nieuwsbrief Onze nieuwsbrief verschijnt elke maand en staat altijd vol met het laatste nieuws over de nieuwste boeken, de beste aanbiedingen en je ontvangt zo nu en dan leuke en exclusieve downloads en exclusieve kortingscodes. Meld je aan en mis nooit meer iets! www.facebook.com/uitgeverijdeparel.nl Ook hier delen we de leukste boekennieuwtjes met je en brengen we je op de hoogte van al onze acties. Maar daarnaast organiseren we hier regelmatig leuke winacties, delen we reviews en nog veel meer. Wil je dat niet mislopen? Volg ons! www.instagram.com/uitgeverijdeparel Net als op Facebook delen we hier de leukste boekennieuwtjes met je, inspireren we je en geven we zo nu en dan iets leuks weg. Volg je ons?

328


Lees ook wat er aan dit verhaal voorafging in: De beloften van de dageraad Onder het noorderlicht – I

Kansen zijn schaars in Noorwegen, dus wanneer Rune en Signe Carlson een brief ontvangen van Runes oom, Einar Strand, waarin hij hun aanbiedt geld van hem te lenen voor een overtocht naar Amerika, accepteert Rune het aanbod. Signe wil liever niet vertrekken, maar legt zich toch bij de keuze van haar man neer. Het leven in Noord-Minnesota is echter veel zwaarder dan Signe zich had voorgesteld. Oom Einar en tante Gerd zijn strenge, veeleisende mensen, en Signe en haar gezin moeten hard werken om de schuld te vereffenen. Bang dat ze nooit een eigen stuk land en huis zullen krijgen, begint Signes vertrouwen in God te wankelen en vraagt ze zich af: Hebben ze een fout gemaakt door te komen? En zal er wel ooit een dag aanbreken dat ze het leven zullen hebben waarvan ze hebben gedroomd?

De beloften van de dageraad | Lauraine Snelling | ISBN 9789492408600 | 384 pagina’s | € 20,99

329


De hoop van nieuwe morgens Onder het noorderlicht – II

Nilda Carlson vertrekt samen met haar broer Ivar naar Amerika om te gaan wonen bij haar oudste broer, Rune, en zijn gezin, in de noordelijke bossen van Minnesota. Rune en Signe Carlson zijn blij als ze vernemen dat Nilda en Ivar naar Minnesota komen, maar het leven op de boerderij van de Strands blijft ondanks de verbeterde verhoudingen moeilijk en zwaar. Rune wil een eigen huis voor zijn vrouw en kinderen bouwen, maar oom Einar is alleen maar bezig met zijn eigen ambities en weigert te helpen. En dat niet alleen, hij verbiedt iedereen van de gemeenschap om een voet op zijn land te zetten, waardoor Rune maar moeilijk hulp kan krijgen. Wanneer een tragische gebeurtenis duidelijk maakt waar oom Einars woede en afstandelijkheid vandaan komen, is het meer dan ooit nodig dat ze schouder aan schouder staan en een echte familie zijn.

De hoop van nieuwe morgens | Lauraine Snelling | ISBN 9789492408808 | 336 pagina’s | € 20,99

330


Seizoen vol genade Onder het noorderlicht – III

Nilda Carlsons dromen staan op het punt om uit te komen. Hoewel haar eerste maanden in Amerika moeilijk waren, lijkt haar leven steeds meer op haar dagdromen die ze had in Noorwegen. Samen met haar familie werkt ze nu op hun boerderij en hakken ze bomen voor timmerhout. Alles gaat eindelijk goed komen. Als Nilda een baan krijgt aangeboden door een rijke zakenvrouw in het nabijgelegen stadje Blackduck kan ze niet geloven dat ze zo veel geluk heeft. Dit is haar kans om te leren hoe ze zich in de wereld van handel en de gegoede kringen moet bewegen. Maar het leven in de stad komt met een prijs: de man die Nilda in Noorwegen heeft geprobeerd kwaad te doen, is in Blackduck gearriveerd. Hij beweert een nieuw begin te hebben gemaakt, maar telkens als ze hem ziet, komen haar angsten terug. Kan ze zich ertoe zetten om hem te vergeven en verder te gaan, of zal ze altijd in het verleden blijven steken? En is hij echt te vertrouwen?

Seizoen vol genade | Lauraine Snelling | ISBN 9789493208155 | 320 pagina’s | € 20,99

331



O  

LAURAINE SNELLING is een schrijfster van meer dan zeventig boeken, waarvan er meerdere werden bekroond en er meer dan vijf miljoen exemplaren zijn verkocht. Naast het schrijven van boeken en artikelen, geeft ze cursussen op schrijversconferenties overal in de VS. Ze woont samen met haar man in Tehachapi in Californië, met hun basset Sir Winston en hun ‘drie meisjes’, grote, goudkleurige hennen.

Minnesota, 1911. Nilda Carlson heeft het naar haar zin bij haar werkgeefster, mevrouw Schoenleber, die haar meer en meer verantwoordelijkheid geeft. Zo krijgt ze de leiding over een nieuw filantropisch project om de immigrantengemeenschap in de omgeving te helpen.

Een lied van vreugde is het vierde en laatste deel van de serie Onder het noorderlicht – een familiekroniek over de Noorse familie Carlson die in een vreemd land vecht voor een gelukkige toekomst. Eerder verschenen De beloften van de ISBN 978-94-93208-35-3 dageraad, De hoop van nieuwe morgens en Seizoen vol genade. de Parel

cover een lied van vreugde.indd 1

L AURAINE S NELLING

Terwijl Nilda geld inzamelt om betaalbare huizen voor de nieuwkomers in Blackduck te bouwen, zorgt een privédetective voor problemen. Daarnaast wordt ze afgeleid door haar pianolessen van de knappe onderwijzer Fritz Larsson en hoe beter ze hem leert kennen, hoe meer ze hem bewondert. Alleen is de man die haar het hof wil maken niet Fritz, maar een jongeman uit Minneapolis, wiens rijke afkomst zowel aangenaam is als ongemakkelijk aanvoelt. Al die kansen zijn fijn, maar brengen ook een moeilijkheid met zich mee. Welke toekomst moet Nilda voor zichzelf kiezen?

Een lied van vreugde

Als het leven haar van alle kanten kansen biedt, moet ze kiezen welke toekomst ze wil

O  

Een lied van vreugde

L AURAINE S NELLING

‘Mag ik vragen waar dit heen gaat, meneer Galt?’ Zijn stem werd messcherp en hij had een zelfvoldane blik op zijn gezicht. ‘Juffrouw Carlson, een normale jonge vrouw van uw leeftijd heeft vriendinnen. Als ze die niet heeft, is ze bijna altijd een onguur type.’ ‘Het spijt me. Onguur?’ Het ‘guur’ dat Nilda kende verwees naar het weer. ‘Er zijn vrouwen die door mannen achternagezeten worden en er zijn vrouwen die op mannen azen. Dat is onguur.’ Nilda snakte naar adem. ‘Juffrouw Carlson, ik geloof dat u zo’n vrouw bent. U kunt meneer Nygaard niet toevallig ontmoet hebben op de dag dat hij vermoord werd. Er moet een rendez-vous zijn geweest, een…’ ‘Meneer Galt, hij stalkte me! Al dagen!’ ‘Of u stalkte hem. Ik heb met alle jonge vrouwen die ik noemde gesproken en daarnaast met nog meer vrouwen. Ze zijn het er allemaal over eens dat hij een perfecte heer was en zeer begerenswaardig. Dat hij nooit ongepaste avances naar hen maakte. Ik heb ze daar zorgvuldig over ondervraagd. Ik geloof dat het onderzoek van sheriff Gruber ofwel gebrekkig was, ofwel corrupt, ofwel opzettelijk onnauwkeurig. Juffrouw Carlson, ik ben ervan overtuigd dat u direct verantwoordelijk bent voor de dood van Dreng Nygaard.’

20-10-2021 18:57


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.