www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

9789006691726_Op niveau LRN-line leerwerkboek 5-6 vwo A

Page 1

Wij zijn taal 5/6 vwo Bovenbouw Leerwerkboek A

We hebben letters in ons DNA en in onze chromosomen. Zelfs een bloedgroep met één of twee letters. Het hele alfabet zit in ons. Taal zit in ons. Zo kunnen we uitdrukken wie we zijn, wat we denken en wat we voelen. Bovendien helpt taal ons om contact met anderen te maken en de wereld te begrijpen. Met Op niveau ontdek je het plezier, de kracht en de duizend-en-een mogelijkheden van taal. Elk mens wil zo goed mogelijk uit de verf komen. Jezelf ontwikkelen tot wie je bent. Taal is daarin onmisbaar. In deze lesmethode ontdek je stap voor stap hoe taal je belevingswereld vergroot. Daarom is Nederlands in Op niveau niet in losse delen geknipt – van taalkennis tot persoonlijke vaardigheden – maar zien we het als een stevig vlechtwerk, dat je zelf creëert. Zo ervaar je het nut en de noodzaak van de lesstof. Van a tot z. Want ook jij bent taal.

NEDERLANDS Bovenbouw Leerwerkboek A 5/6 vwo Naam: Klas:

9 789006 979336


4 Toekomst en samenleving De ontwikkelingen in de wereld gaan snel: de invloed van de techniek wordt steeds groter, wat ons gemak en welvaart oplevert. Tegelijkertijd vraagt deze welvaart steeds meer van de aarde. Te veel? Hoe zorgen we ervoor dat de wereld leefbaar blijft, ook in de toekomst? In dit hoofdstuk staan toekomst en samenleving centraal. Hoe zorg jij ervoor dat mensen in jouw verhaal of visie op de toekomst gaan geloven? Wat is jouw persoonlijke stijl en hoe kom je overtuigend over? Hoe bepaal je welke informatie betrouwbaar en bruikbaar is en hoe herken je de intenties van schrijvers en sprekers?

2


Oriëntatie 1 Je oriënteert je op het thema van dit hoofdstuk. Bespreek de vragen met een medeleerling. a Maak jij je weleens zorgen over de toekomst? Waarom wel/niet? Denk bijvoorbeeld aan het klimaat, nieuwe technologiën, individualisme. b Bespreek je mogelijke toekomstproblemen weleens met anderen? En slaag je er dan in om je mening duidelijk en overtuigend te verwoorden? Licht je antwoord toe. c Heb je al nagedacht over je eigen toekomst? Wat is jouw toekomstdroom?

Oriëntatie 2 Bekijk twee fragmenten over de klimaatproblematiek uit een uitzending van Nieuwsuur: De zon dimmen om het klimaat te remmen? (0.00 - 1.48 en 7.38 - 9.19). a Heb jij ideeën over hoe je de klimaatproblematiek zou kunnen oplossen? En wat zou jouw rol daarin zijn? Leg je antwoord uit. b Welk idee heeft Jan van der Tempel? c Vind je dat Van der Tempel overtuigend spreekt? Leg je antwoord uit. d Het klimaat beïnvloeden door aanpassingen te doen aan de natuur. Wat vind je daarvan?

LEERDOELEN Bekijk de zeven overkoepelende leerdoelen van dit hoofdstuk. Deze leerdoelen pas je toe in leesteksten, zakelijke brieven en overtuigende praatjes. Overkoepelende leerdoelen taalvaardigheid • Ik kan verschillende schrijf- en spreekdoelen onderscheiden en combineren. • Ik kan uit het taalgebruik de bedoelingen van een schrijver of spreker opmaken. • Ik kan mijzelf in mijn eigen persoonlijke stijl duidelijk en effectief uitdrukken. Overkoepelende leerdoelen persoonlijke vaardigheid • Ik licht toe hoe de stappen voor, tijdens en na het uitvoeren van een taak zijn verlopen. • Ik kan mijzelf feedback geven en uitleggen waarom een taak niet lukt. • Ik communiceer effectief (actief luisteren, observeren, duidelijk spreken, reageren, interesse tonen, aantekeningen maken, overleggen). • Ik heb vertrouwen in mijn eigen capaciteiten. Je werkt deze overkoepelende leerdoelen verder uit in Lezen, Schrijven en Spreken, kijken en luisteren.

3


4 MODULE

Lezen Doel, intentie en taalgebruik 'Ziekten en chronische aandoeningen gerelateerd aan onze leefstijl nemen toe. We moeten daarom op een andere manier naar gezondheid en zorg kijken. En preventie en behandeling combineren.' (www.tno.nl) 'De ambitieuze serie Arcadia van regisseur Tim Oliehoek speelt zich af in de nabije toekomst waarin burgers zich aan strenge regels moeten houden om gezond te leven. Wie zijn punten niet haalt, heeft minder privileges. Wanneer vader Pieter zonder medeweten van zijn vrouw fraudeert met de puntentelling, belandt het gezin in de problemen.' (naar: www.bnnvara.nl) Twee fragmenten over gezond leven in de toekomst. Je ziet dat ze het onderwerp heel verschillend benaderen. Het eerste fragment is van TNO, een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. Het tweede komt uit een tv-recensie. In deze module lees je meer van zulke teksten. Je bepaalt wat het schrijfdoel van de teksten is. Je stelt vast wat hoofdzaken en wat bijzaken zijn. Daarbij kijk je kritisch naar de bronnen. Hoe betrouwbaar is de informatie? En klopt de argumentatie? Zo breng je jouw leesvaardigheid op een hoger niveau.

INHOUD Start

Introductie Woordenschat Taalverzorging

opdracht 1, 2, 3, 4 opdracht 5 opdracht 6

Oefenen

Intentie en taalgebruik beoordelen Structuur en argumentatie beoordelen Schrijfdoel benoemen en eigen mening vormen Informatie begrijpen en beoordelen Oefenen met alle leerdoelen

opdracht 7, 8, 9

Reflectie Eindopdracht

opdracht 22 opdracht 23

Reflectie en eindopdracht

4

opdracht 10, 11, 12 opdracht 13, 14, 15, 16 opdracht 17, 18, 19 opdracht 20, 21


4

Lezen

Introductie In deze opdrachten lees je een fragment uit een roman die in de toekomst speelt én je bekijkt en leest een korte strip over het gevoel dat robots bij je kunnen oproepen. Ook maak je kennis met de leerdoelen die bij Lezen aan de orde komen.

Wat vind jij van het verhaalfragment?

1

Inleiding bij het verhaalfragment De Mitsukoshi Troostbaby Company Het verhaal is gesitueerd in 2032. De ik-persoon bestelt bij het bedrijf uit de titel een robotkind dat de plaats moet innemen van de dochter die hij nooit heeft gehad. Zeven jaar geleden brak zijn toenmalige geliefde Mila haar zwangerschap af, een gebeurtenis die de ik-persoon niet goed heeft verwerkt. Als ze enkele jaren later wel een kind krijgt met haar nieuwe vriend, knapt er iets. Hij besluit tot de aanschaf van het robotmeisje dat hij Scottie noemt. Het kind wordt geleverd als zevenjarige, inclusief herinneringen, emoties en zelflerend vermogen. In het verhaalfragment De Mitsukoshi Troostbaby Company voert hij een oudergesprek met een psycholoog van het bedrijf ter voorbereiding op de productie van het robotkind. Je gaat een verhaalfragment lezen dat speelt in de nabije toekomst en je geeft je mening over dit fragment. a

Lees eerst de inleiding bij het verhaalfragment uit De Mitsukoshi Troostbaby Company. Lees daarna het hele fragment op de volgende pagina.

b

Bespreek met een medeleerling wat je van het verhaalfragment vindt. Gebruik daarbij beoordelingswoorden. laat me meeleven met de ik-persoon

ik-persoon zegt me niets

zet me aan het denken

is niet interessant

is realistisch

is ongeloofwaardig

leest makkelijk

leest moeilijk

maakt me nieuwsgierig naar het vervolg

afloop is voorspelbaar

c

Lees de eerste regels van het verhaalfragment nog eens: 'Een van de eerste dingen ... met mijn ogen.' (regel 1-9) De psychologe stelt de ik-persoon twee vragen die deze in omgekeerde volgorde beantwoordt. Leg uit waarom de ik-persoon op deze wijze antwoord geeft. Wissel jouw uitleg uit met die van een medeleerling.

d

Sommige zinnen in het verhaalfragment kunnen vragen bij je oproepen. Leg aan elkaar uit wat de schrijver met de twee zinnen bedoelt. 1 'Het is op de limiet van de techniek en de wet.' (regel 11) 2 'Pas later begreep ik dat het beeld van een zevenjarig kind zich had opgedrongen omdat dat was hoe oud ze op dat moment zou zijn geweest.' (regel 14-16)

e

De ik-persoon vindt naamgeving heel belangrijk. Zie het citaat: 'dat inderdaad door naamgeving mens was geworden'. (regel 22-23) Geldt dat ook voor jou?

f

Lees het citaat: 'Ik dacht aan de naam ... geestverschijning reduceren.' (regel 22-27) Citeer twee woordgroepen of zinnen uit het citaat die duidelijk maken dat de ik-persoon worstelt met het verleden. 5


Toekomst en samenleving g

Het fragment uit De Mitsukoshi Troostbaby Company speelt zich af in 2032. Wat vind jij van het toekomstbeeld dat de schrijver schetst? Licht je mening toe.

DE MITS UKOS HI TRO O STBA BY CO MPA N Y Een van de eerste dingen die ze vroeg was: ‘Welke leeftijd heeft het kind?’ een vraag die me overviel. ‘Sluit je ogen,’ zei ze. ‘Wat zie je?’ Dat ze met me voetbalt terwijl ze het nog niet echt kan. Dat 5 ze roekeloos is en soms een gat in haar knie heeft waar een dikke korst op zal groeien, die ze in leven zal houden door eraan te peuteren. Dat ze hele gesprekken met me voert, ernstige, nieuwsgierige gesprekken. Vroegwijs. ‘Ze is zeven,’ zei ik. Ik knipperde met met mijn ogen. 10 Satomi trok een wenkbrauw op. ‘We maken zelden zulke oude kinderen. Het is op de limiet van de techniek en de wet.’ ‘Maar het kan?’ Ze noteerde iets. ‘Zeven. En een zij dus?’ Pas later begreep ik dat het beeld van een zevenjarig kind 15 zich had opgedrongen omdat dat was hoe oud ze op dat moment zou zijn geweest. De vraag hoe Scottie zou gaan heten kwam toen ik het beeld van ons tweepersoonsgezinnetje wat scherper had. Die naam zou haar mede vormen, zei Satomi. En het zou mij ook helpen. 20 ‘Je moet een kind een naam geven voor het arriveert, zodat het kan worden onthaald als een voldragen wezen.’ Ik dacht aan de naam die Mila en ik hadden bedacht voor óns kind, dat inderdaad door naamgeving mens was geworden, wat de geschiedenis zoveel pijnlijker zou maken. En ik dacht aan het oude Japan, waar mensen de naam die ze bij leven droegen inruilden 25 voor een dodennaam, hun kaimyo. Het was alsof ik voor ons bijna-kind nu een kaimyo moest verzinnen. Ik probeerde die gedachte weg te drukken – het zou dit kind tot geestverschijning reduceren. ‘Scottie,’ zei ik. Ik proefde het woord. ‘Ja, Scottie.’ ‘Voor een meisje?’ ‘Zo heette de dochter van een schrijver die belangrijk voor me is geweest. Ze was de 30 stille held in het verhaal van haar destructieve ouders.’ ‘Alleen Scottie?’ ‘Scottie Valentine.’ ‘Mooi,’ zei ze. Schreef: Scottie Valentine, 7. ‘Valentine is de zus van een romanpersonage dat ...’ Iets besprong me en ik kon die zin 35 niet afmaken. ‘Als je er helemaal zeker van bent, gaan we je stem klonen en de naam in verschillende intonaties genereren, zodat’ – ze keek op haar digipapier – ‘Scottie Valentine vanaf het begin vertrouwd zal zijn met die naam, in jouw stem. Is dat oké?’ Auke Hulst Uit: De Mitsukoshi Troostbaby Company

6


4

Lezen

Hoe ervaren mensen robots?

2

Lees en bekijk de strip Al die robotapparaten zijn zó vertederend op de volgende pagina. a

Spreekt de strip je aan? Leg aan een medeleerling uit waarom de strip je wel of niet aanspreekt. Geef daarbij voorbeelden uit de strip.

b

De schrijver gebruikt soms moeilijke woorden die meestal toch goed te begrijpen zijn in de context en met behulp van de tekeningen. Leid de betekenis van de woorden af uit de context. Lukt het niet om de betekenis van een woord uit de context af te leiden, gebruik dan een (online) woordenboek. 1 dystopische (eerste alinea) 2 humanoïde (eerste alinea) 3 antropomorfisme (onder de afbeelding van de wasmachine)

c

De schrijver gebruikt het woord 'autocute' als kopje boven de strip en even later in de tekst naast de eerste afbeelding. Het is een neologisme (nieuw woord). 1 Uit welke twee woorden heeft de schrijver het woord 'autocute' samengesteld? 2 Leg uit wat beide woorden betekenen. 3 Met welk doel heeft de schrijver het nieuwe woord 'autocute' bedacht, denk je?

d

In de strip beschrijft de schrijver wat voor gevoel robots bij haar oproepen. Je hebt zelf vast ook wel ervaringen met robots of robotachtige apparaten. Noteer twee voorbeelden en beschrijf jouw ervaringen ermee. Wissel je ervaringen uit met een medeleerling.

7


Toekomst en samenleving

AL DIE ROBOTAPPA R ATE N Z I J N ZÓ V E RTE D E R E N D De woorden van Renske Renske de Greef onderzoekt het moderne leven aan de hand van onbekende of nog niet bestaande woorden. Deze week: Autocute

Renske de Greef Uit: NRC

8


4

Lezen

Hoe verwerk je informatie over robots?

3

Je gaat nu samen met een medeleerling een verwerkingsopdracht over robots doen naar aanleiding van de tekst De Mitsukoshi Troostbaby Company én de cartoon Al die robotapparaten zijn zó vertederend die je hebt gelezen. Kies opdracht A (aanvullende informatie opzoeken) of B (zelf een product ontwerpen). Opdracht A: Aanvullende informatie opzoeken Jullie hebben een verhaalfragment en een strip over robots gelezen en gaan op zoek naar aanvullende informatie over dit onderwerp. Volg de stappen. 1 Zoek een bron (tekst, videofragment of podcast) met interessante informatie en van goede kwaliteit. 2 Noteer de herkomst van jullie bron (bijvoorbeeld: tekst uit krant, tijdschrift of website). Lees, bekijk of beluister de bron. 3 Wissel jullie bron uit met die van een ander tweetal. Lees of bekijk die bron. 4 Leg aan elkaar uit waarom jullie de bron hebben gekozen. Opdracht B: Zelf een product ontwerpen Jullie gaan nu een eigen product ontwerpen naar aanleiding van de bronnen die jullie hebben gelezen en bekeken over robots. 1 Maak een fictief verhaal, een strip of een Loesje-poster. Jullie mogen ook zelf een vorm verzinnen. 2 Presenteer jullie uitwerking aan een ander tweetal. Licht daarbij jullie keuze toe en beantwoord mogelijke vragen.

Met welke leerdoelen ga je oefenen?

4

In deze opdracht staan de leerdoelen waarmee je in deze module gaat oefenen. Bij elk leerdoel wordt verwezen naar theorie. a

Maak in Op niveau online de instaptoets om te bepalen hoe goed je de leerdoelen nu al beheerst. Bekijk je resultaten en vul daarna het schema in.

1 Ik kan diverse tekstsoorten, schrijfdoelen en tekstvormen

2 Ik kan informatie vinden, begrijpen en beoordelen op

3 Ik kan teksten, tekstdelen en andere bronnen (videofragmenten,

4 Ik kan bijzonder taalgebruik beoordelen en conclusies trekken over

onderscheiden. 20 Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

betrouwbaarheid, aanvaardbaarheid en waarde voor mijzelf en anderen. 64 Woordraadstrategieën, woordenboek en woordenschat 67 Bruikbaarheid van informatie beoordelen 81 Argumentaties beoordelen

afbeeldingen, grafieken of cartoons) inhoudelijk vergelijken. 20 Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen 69 Teksten vergelijken 107 Beeldspraak 108 Stijlfiguren de intenties, opvattingen en gevoelens van de schrijver. 21 Intentie van de schrijver 77 Soorten argumenten 107 Beeldspraak 108 Stijlfiguren

9


Toekomst en samenleving

5 Ik kan beoordelen of een tekst samenhangend is met een duidelijke

6 Ik kan tekst(delen) samenvatten.

structuur en een aanvaardbare argumentatie. 1 Hoofdstructuur: inleiding, middenstuk, slot 14 Functies van tekstgedeelten 18 Soorten verbanden en signaalwoorden 79 Argumentatieschema's

19 Verbindingswoorden gebruiken

70 Samenvatten en

schematiseren

b

Welke drie leerdoelen vind je het belangrijkst om jouw leesvaardigheid te vergroten?

Woordenschat In deze opdracht oefen je met woorden uit de teksten van Lezen en woorden rond het thema Toekomst en samenleving.

5

Hoe groot is jouw woordenschat?

64

Vul in de zinnen het juiste woord in. Soms moet je de vorm van het woord veranderen. Kies uit: destructief – dimensie – hilarisch – ludiek – officieus – polarisatie – projecteren – significant 1 De jonge infuencer was in korte tijd zo populair geworden dat ze al veel volgers had die een

fanclub vormden. 2 ChatGPT is een slimme chatbot waardoor het schrijven van teksten in een nieuwe

is beland. 3 Het is wel heel gemakkelijk je frustratie over je slechte resultaten te

op je leraren of medestudenten. 4 Je bereikt soms meer bij je publiek met         acties dan met een protestmars of staking.

5 De rellende supporters hebben hun voetbalclub met hun          gedrag een slechte naam bezorgd. 6 De voorbeelden van opwarming van de aarde zijn talrijk en          ; je kunt ze niet zomaar naast je neerleggen. 7 De cabaretier reeg de ene na de andere          scène aaneen en oogstte daarmee een daverend applaus. 8 Schelden op de sociale media leidt alleen maar tot          tussen bevolkingsgroepen.

10


4

Lezen

Taalverzorging In deze opdracht oefen je met het herkennen én gebruiken van signaalwoorden.

Wat is het nut van signaalwoorden?

6

18

Elk examen bevat open vragen waarbij je bijvoorbeeld teksten of tekstdelen inhoudelijk met elkaar gaat vergelijken. Bij zulke vragen antwoord je in een of meer volledige zinnen. Gebruik signaalwoorden om samenhang in je antwoord aan te brengen. Doe je dat niet, dan kost je dat punten. a

Lees de tekst Topsporters moeten jongeren gaan aansporen om weer én meer te gaan bewegen. De schrijver heeft signaalwoorden gebruikt om alinea's en zinnen met elkaar te verbinden. Op acht plaatsen is het signaalwoord weggelaten. Noteer het signaalwoord dat in de tekst past en zet erachter welk verband het aangeeft. Kijk naar de context. Schrijf het signaalwoord met een hoofdletter als dat nodig is. Er blijven drie signaalwoorden over. Kies uit: als – daarom – door – kortom – maar – namelijk – om – ook – terwijl – zo – zodat www.nos.nl

TOPSPORTERS MOETEN JONGEREN GAAN AANSPOREN OM WEER ÉN MEER TE GAAN BEWEGEN zie je dat we ongeveer op plek 20 staan als het gaat om de vijftienjarigen. Dan zitten we gewoon in de middenmoot en ik denk dat de toekomst van Nederland meer verdient dan dat.’ Het RIVM verwacht dat __4__ de huidige leefstijl in 2040 meer dan de helft van de Nederlanders chronisch ziek is. Monsma: ‘Dat willen wij voor­ komen. We hopen een goede basis te leggen voor de jeugd, __5__ we op termijn ook in staat zijn om de toenemende zorgkosten te beteugelen, die de pan uit dreigen te rijzen.’ __6__ worden bekende topsporters, zowel olym­ pisch als paralympisch, ingezet om jongeren te inspireren. Maurits Hendriks, technisch directeur van NOC*NSF: ‘Wat onze topsporters heel goed kunnen, is iedere dag gezonde keuzes maken. En wat blijkt, is dat kinderen wel degelijk helden hebben binnen de Nederlandse topsport. Daarom willen we die twee bij elkaar brengen.’ Welke rol de topsporters de komende jaren precies gaan spelen, wordt nog uitgewerkt. __7__ willen de organisaties gaan samenwerken met scholen. __8__ willen ze voorkomen dat jongeren in pauzes snacks halen bij cafetaria’s in de buurt.

4

1

2

3

Sportkoepel NOC*NSF gaat meewerken __1__ van de Nederlandse jeugd de gezondste ter wereld te maken. Dat doel moet in 2040 zijn bereikt. De sportkoepel sluit zich aan bij de Gezonde Generatie Ambitie, een samenwerkingsverband van twintig gezondheidsfondsen met als doel om jongeren gezonder te krijgen. Nederlandse jongeren leven al redelijk gezond, bleek onlangs nog uit een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ze ontbijten dagelijks, eten veel groente en bewegen voldoende. Na Kazachstan heeft Nederland de minste tieners met overgewicht en obesitas. ‘__2__ het kan nog een stuk beter,’ zegt Mark Monsma, directeur van de Gezonde Generatie, in het NOS Radio 1 Journaal. ‘__3__ je kijkt naar alle verschillende aspecten in het WHO-rapport, dan

5

6

Naar: NOS Nieuws

11


Toekomst en samenleving b

Lees het tekstfragment. Het fragment komt uit een examentekst over het nut van historische kennis. 1 Volgens de Delftse toekomstonderzoeker, econoom en docent Van der Duin, ook verbonden aan de Fontys Hogeschool in Tilburg, kan de focus op historische parallellen contraproductief werken in maatschappelijke besluitvorming. 'Steeds verwijzen naar de Amerikaanse invasie in Irak in 2003 slaat bijvoorbeeld de discussie over grondtroepen in Syrië dood. Lessen uit het verleden zijn beperkt. Ik pleit voor meer vrijheid van denken over wat er in deze situatie zou kunnen gebeuren, lukken en misgaan.' 2 De automatische nadruk op historische continuïteit is volgens Van der Duin niet alleen een vorm van gemakzucht, maar heeft bij bedrijven en overheden ook te maken met gevestigde belangen. 'De meeste instanties denken op korte termijn, waar veranderingen geleidelijk gaan, behapbaar zijn en dus beheersbaar. Het echt nieuwe is ongrijpbaar en dus moeilijk op te pakken. Voor het gemak negeren ze het dan maar.' Martijn van Calmthout Uit: de Volkskrant

Waarom is het nut van historische kennis volgens Van der Duin beperkt? Vat de argumentatie van Van der Duin samen in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord maximaal 35 woorden. Gebruik in je antwoord minstens twee signaalwoorden om de samenhang in de redenering duidelijk te maken.

EXTRA OPDRACHTEN Wil je verder oefenen met woordenschat en taalverzorging? Maak dan de extra opdrachten in Op niveau online. In het hoofdstuk Taalverzorging en taalbewustzijn vind je ook veel opdrachten over spelling en formuleren.

Intentie en taalgebruik beoordelen In deze opdrachten lees je twee teksten die over het lezen van boeken gaan. Je gaat ze onder andere analyseren en beoordelen op intentie en taalgebruik van de schrijver.

Waarom zou je een boek lezen?

7

1

14

19

21

67

Lees de tekst BoekTokkers in Tilburg: 'Dit boek leerde mij dat het oké is om je alleen te voelen als je in de twintig bent'. a

De schrijver, Sofie Bongers, maakt in de inleiding (alinea 1 en 2) duidelijk naar aanleiding waarvan zij het artikel heeft geschreven. Wat is de aanleiding? Geef antwoord in één volledige zin. Gebruik niet meer dan 30 woorden.

b

Zou jij zelf zo'n BoekTok-evenement bezoeken? Leg aan een medeleerling uit waarom wel of niet.

c

Wat is de functie van alinea 3 in aansluiting op alinea 1 en 2? ◯ bewijsvoering ◯ constatering ◯ toelichting ◯ verslag 12


4

Lezen

d

'Nederlandse jongeren lazen toch niet meer?' (regel 11) Met welk doel gebruikt de schrijver in de geciteerde zin een vraagteken? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

e

De moeder van Puck van Gool zegt in regel 48-49: 'Ik kan haar ook wel boeken aanraden, maar dat werkt averechts.' Geldt deze uitspraak ook voor jou? Licht je antwoord toe. Wissel jouw beargumenteerde mening uit met die van een medeleerling.

f

Lees het citaat: '... de houdgreep van de leeslijst.' (regel 53-55) Hier wordt een vorm van beeldspraak gebruikt. Wat bedoelt de schrijver met de geciteerde woorden? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen van maximaal 25 woorden.

g

Noem vijf redenen die in de tekst worden genoemd om boeken te lezen. Baseer je antwoord op de tekst.

h

Kun je zelf nog een reden aangeven waarom jongeren lezen?

i

Je gaat samen met medeleerlingen een actieplan opstellen om te bekijken wat jouw school kan doen om lezen te bevorderen. Volg de stappen. 1 Vorm een groepje met drie of vier medeleerlingen. 2 Bespreek met elkaar wat jouw school kan doen om leerlingen te stimuleren meer te gaan lezen. 3 Stel een actieplan op dat concrete adviezen bevat. Leg bij elk advies uit waarom het zinvol is. 4 Werk jullie actieplan uit tot een tekst die is gericht aan de directie van jullie school. 5 Schrijf de tekst in goede zinnen en zonder stijl- of spelfouten. Gebruik signaalwoorden om verbanden tussen zinnen en alinea's te leggen. 6 Zorg voor een aantrekkelijke vormgeving. 7 Wissel jullie actieplan uit met dat van een ander groepje. Hebben jullie dezelfde adviezen geformuleerd? Kies het advies dat jullie het meest aanspreekt en geef dit aan jullie docent. Bij opdracht 3 van Spreken, kijken en luisteren ga je drie BoekToks analyseren. Ook ga je er zelf een maken in opdracht 4 van Spreken, kijken en luisteren.

BoekTokkers in Tilburg: ‘Dit boek leerde mij dat het oké is om je alleen te voelen als je in de twintig bent’ 1

In het industriële pand van de bibliotheek in

15 verspilling, bleek uit onderzoek in 2018. Maar

Tilburg, de LocHal, liggen hoge stapels boeken

na dat onderzoek kwam de coronacrisis, die

klaar op de tafels, maar niet voor lang. Honderd

voor veel jongeren een aanzet bleek te zijn om

jongeren die een kaartje hebben bemachtigd

een boek op te pakken. Tegelijkertijd ontstond

5 stormen af op de romans, die met korting over

de hashtag ‘BookTok’ op het snel groeiende

de toonbank gaan. 2

20 media­platform van Chinese makelij TikTok; in

De bibliotheek Midden-Brabant organiseerde afgelopen zaterdag, in samenwerking met

het Nederlands ‘BoekTok’. Op het platform verschijnen niet alleen video’s

4

lokale boekhandel Gianotten Mutsaers, een

van dansende tieners, waarmee TikTok be-

10 BoekTok-evenement voor jonge lezers. 3

kendheid verwierf. Wie filmpjes met de hashtag

Nederlandse jongeren lazen toch niet meer?

25 #Boektok op zijn tijdlijn krijgt, komt terecht in

Ze scoren veel slechter op leesvaardigheid dan

een online gemeenschap van boekenwurmen

hun Europese leeftijdsgenoten en bijna de

die video’s plaatsen waarin ze hun liefde voor

helft van de vijftienjarigen vindt lezen tijd­-

boeken en lezen uiten. De Nederlandse hashtag

13


Toekomst en samenleving

#BoekTok is inmiddels 110 miljoen keer beke­-

of Ik ben er niet (2020) van Lize Spit halen soms

30 ken; de Engelse variant heeft wereldwijd in-

80 de aanbevelingsvideo’s van BoekTokkers. Maar

middels al meer dan 77 miljard weergaven.

Engelstalige boeken domineren het platform.

Veel boekhandels spelen in op de populari-

5

teit en hebben in hun winkels een aparte tafel met boeken die succes hebben op het platform. 35 Vooral Young Adult-boeken (YA) zijn goed ver-

tegenwoordigd; met name boeken die over romantische liefde of fantasiewerelden gaan. De groepjes rondom de boekentafels in de

6

Tilburgse bibliotheek bestaan overwegend uit 40 meisjes en vrouwen tussen de 15 en 25 jaar.

Wat trekt ze aan in de boeken van BoekTok? Puck van Gool (15) vertelt dat ze sinds kort

7

weer leest. ‘Voorheen luisterde ik voornamelijk naar boeken, maar ik vind het toch leuker 45 om een tastbaar boek in huis te hebben en te

12

lezen.’ Ze gaat af op aanbevelingen van vrien-

Ook de vangst van Puck bestaat enkel uit Engelstalige boeken. ‘Ik kijk series in het Engels,

dinnen, die ook veel op TikTok te vinden zijn.

de filmpjes die ik op social media zie, zijn in het

Haar moeder vult aan: ‘Ik kan haar ook wel

85 Engels en de boeken die ik lees zijn dus ook in

boeken aanraden, maar dat werkt averechts.

het Engels,’ vertelt ze. Vertalingen komen op

50 Daarom is BoekTok een geweldige uitkomst.’

haar vaak kunstmatig over en origineel Neder-

De video’s zijn bottom-up van aard: jongeren

landstalige werken trekken haar minder. ‘Dat

motiveren elkaar om te gaan lezen, zonder dat

aanbod is veel beperkter.’

8

de ouder of leraar zich daarmee bemoeit. Op

13 90 Student Floor van der List (19) vindt het aan-

BoekTok klagen jongeren over de houdgreep

bod Nederlandse romans ook veel te beperkt in

55 van de leeslijst. Vaak mogen ze de boeken die

LHBTIQ-boeken. Ze staat bij een kraampje waar

ze écht leuk vinden niet lezen voor school.

regenboogvlaggetjes prominent uithangen. Ze

BoekTok vormt een plek waar wél ruimte is

onderstreept het belang van representatie: ‘In

voor een eigen inbreng. Zo is een interactieve

95 klassieke genres is de LHBTIQ-gemeenschap

leesclub voor en door jongeren ontstaan.

niet goed vertegenwoordigd. De boeken die er wel zijn, zijn meestal vrij zwaar en gaan over

60 9

10

Aanbevelingen

een heftige coming-out. De YA-boeken doen

Volgens onderzoek van de Koninklijke Vereni-

dat veel beter.’

ging voor het Boekenvak (KVB) is het aantal

14 100 Het is belangrijk om ook boeken te kunnen le-

15- tot 24-jarigen lezers tijdens corona met

zen waarin gay zijn niet problematisch is, vindt

16 procent gestegen. Dat zou best wel eens iets

ze. Dat soort boeken kun je volgens haar via

65 te maken kunnen hebben met de aanbevelin-

BoekTok vinden, maar soms moet je ook wat

gen van bekende Nederlandse BoekTokkers

gerichter zoeken en een tijdje dwalen onder

als ­Daniëlla Morcus (daansbooks) en Mirelle

105 hashtags als #LHBTIQBookTok. Kritiek heeft

­Penders (mirelleisreading).

ze wel op de BoekTokkers: slechts een paar

Beiden zijn ook bij de BoekTok-middag in

boektitels keren elke keer weer terug.

70 ­Tilburg aanwezig. Daniëlla Morcus is in het

Ze verwijst naar Colleen Hoover: de officieuze koningin van BoekTok. Haar boek It Ends With

is pedagoog in opleiding. Ze hebben beiden een

110 Us (2016) – over een romantische heterorelatie

aanstekelijke lach die ook vaak te horen is in

– was al zo’n vier jaar uit voordat ze als schrij-

hun video’s. Daarin benadrukken ze vooral dat

ver doorbrak via BoekTok. De knalroze roman

75 lezen ontzettend plezierig is. 11

15

dagelijks leven onderwijzeres; Mirelle Penders

is sindsdien een bestseller. Floor vindt al die

Voor de Nederlandstalige literatuur lijkt

aandacht eenzijdig: ‘De BookTok-community

BoekTok vooralsnog niet zoveel te doen. Boeken

115 zou zich ook wel eens wat meer mogen focus-

als Alles wat er was (2013) van Hanna Bervoets

14

sen op andere boeken.’


4 Voorwaarden

dat het oké is om je alleen te voelen als je in de

Voorwaarden voor succes met een roman op

16

140 twintig bent.’ ‘Deze boeken maakten me aan

BoekTok lijken te zijn: een sterk plot, grote 120 emoties en personages waarin lezers zich kun-

het huilen’ is een titel van veelbekeken video’s. Boeken zijn ook gewilde verzamelobjecten.

19

nen herkennen. Romantische boeken als die

Christel van den Brasem (21) vertelt dat ze ja-

van Colleen Hoover zijn enorm populair, maar

loers kan zijn op de boekenkasten van sommige

ook fantasyverhalen als Six of Crows (2015) van

145 BoekTokkers. ‘Ik heb nu ongeveer 160 boeken,

Leigh Bardugo en historische fictie, zoals The

maar ik ga voor de duizend. Dan heb ik een ei-

125 Song of Achilles (2012) van Madeline Miller doen

het goed. 17

Lezen

gen bibliotheek.’ Salvio Slob (17) typeert zichzelf als een lezende

20

Young Adult-romans bouwen een eigen we-

veelvraat. ‘Ik lees echt alles. Momenteel lees

reld op, waarin lezers kunnen ronddwalen. De

150 ik Frankenstein van Mary Shelley, wat goed is

boeken hebben ook een sterke spanningsop­-

voor mijn woordenschat. Een boek lezen is best

130 bouw, vaak met aan het eind een plottwist.

een inspanning. Als ik een boek uit heb, kan

Voor de lezers die het YA-genre zijn ontgroeid,

ik met trots naar mijn boekenplank kijken en

doen romans over opgroeien en de eerste gro-

denken: dat heb ik helemaal uitgelezen. Super

te liefde het goed, zoals A Little Life (2015) van

satisfying.’

Hanya Yanagihara, Norwegian Wood (1987) van Sofie Bongers

135 Haruki Murakami en Normal People (2018) van

Sally Rooney. Veel video’s draaien om de gevoelens die de

18

Uit: NRC

boeken weten op te roepen. ‘Dit boek leerde mij

1

Hoe ga je om met boeken?

8

64

67

108

a

Lees de titel 'Ze scheuren bladzijden uit,' huiverde de bibliothecaresse. 'Waarom? Misschien wel om hun bips mee af te vegen!'. Nodigt de titel je uit om de tekst te gaan lezen? Licht je antwoord toe.

b

Lees nu de hele tekst. 1 Leid de betekenis van 'commotie' (regel 1) af uit de context. 2 Naar aanleiding waarvan schrijft Sylvia Witteman de tekst? Geef antwoord in één volledige zin.

c

Welke twee stijlfiguren gebruikt de schrijver in alinea 1 om je interesse te wekken? □ eufemisme □ hyperbool □ ironie □ understatement

d

Wat is een 'compulsive hoarder' (regel 14)? Let op de context.

e

In de tekst beschrijft Sylvia Witteman hoe men in Amerika en Nederland met boeken omgaat én omging in het verleden. Hoe ga jij met boeken om? Licht je antwoord toe. Wissel je anwoord uit met dat van een medeleerling.

f

De schrijver gebruikt in alinea 6 t/m 8 enkele deftige of ouderwetse woorden (archaïsmen). 1 Noteer twee archaïsmen en geef er een gebruikelijker synoniem van. 2 Waarom gebruikt de schrijver archaïsmen, denk je?

g

De schrijver verbindt het begin én de slotalinea van de tekst inhoudelijk met elkaar. Op welke manier gebeurt dat?

15


Toekomst en samenleving

‘Ze scheuren bladzijden uit,’ huiverde de bibliothecaresse. ‘Waarom? Misschien wel om hun bips mee af te vegen!’ 1

E

r kwam nogal wat commotie van: bibliotheken doen op grote schaal boeken weg. De precieze criteria zullen per bibliotheek verschillen, maar boeken die niemand meer wil lenen staan alleen maar in de weg, is het idee. Heel literatuurminnend

Nederland sprak er schande van. Niet dat literatuurminnend Nederland de deur van de

5 bibliotheek platloopt, maar het gaat om het idee. 2

Ik las een lezersbrief van een voormalige bibliothecaresse die in het verzet was gegaan: boeken waarvan zij vreesde dat die ten onrechte afgeschreven zouden worden, leende ze eenmaal per jaar aan zichzelf uit. Zo hielp ze haar lievelingsboeken aan de vergeetput ontrukken, een piepklein heldendaadje dat, als het niet in de krant had gestaan, ongetwijfeld 10 onopgemerkt was gebleven.

3

Ik begrijp die bibliotheken eigenlijk wel. Ik doe zelf ook boeken weg, want anders worden het er zo ontzettend veel. Een halve eeuw geleden was een huis vol uitpuilende boekenkasten nog een statussymbool onder intellectuelen. Tegenwoordig word je meewarig aangekeken en als het een beetje tegenzit een ‘compulsive hoarder’ genoemd.

4

15 Ik heb een tijdje in Amerika gewoond. Die lui moesten lachen om al die boeken in ons huis.

Zij lezen ook wel, maar geven hun boeken na gedane zaken door, of gooien ze weg. ‘Waarom zou je een boek bewaren dat je nooit meer gaat lezen?’ zeiden ze. Daar zit beslist wat in. Er zijn natuurlijk boeken die je wilt herlezen en blijven herlezen, jazeker. Eén op de vijftig, misschien. 5 20 Het scheelt natuurlijk ook dat boeken daar veel goedkoper zijn dan bij ons. Toch lijkt me ook

in Nederland sprake van een kentering. Je ziet steeds meer van die straatbibliotheekjes waar je gratis boeken mag meenemen en je eigen overtollige boeken kunt lozen. Nederlanders die zomaar iets gratis weggeven! Dat moet wel haast betekenen dat boeken niks meer waard zijn. 6

Ik merk dat ik de laatste tijd een boek van iemand kan lenen zonder dat hij/zij dat op den 25 duur terugvraagt. Dat hoefde je nog maar dertig jaar geleden niet te proberen. Ezelsoren

maken gold als een schanddaad, niet alleen in geleende boeken, maar ook in die van jezelf. Zoiets dééd je niet. Ik had zelfs vrienden die hun boeken heel voorzichtig lazen, zonder de ‘rug te breken’. Een boek dubbelklappen zodat je het in één hand kunt houden was al helemáál iets voor domme hufters, terwijl dat juist zo lekker leest, in bed. 7 30 Ook met bibliotheekboeken moest je voorzichtig zijn. Wanneer je ze, als kind, na het lenen

terugbracht, was er een strenge juffrouw die keek of je er niks onoorbaars mee had gedaan. Net als krassen en deuken bij een huurauto werden eventuele vlekken of scheuren genoteerd, zodat de volgende lezer er niet de schuld van zou krijgen. 8

Tijdens de controle vertelde ze horrorverhalen van het bibliothecaire slagveld. ‘Ze gebruiken 35 kaaskorsten als bladwijzer,’ huiverde ze. ‘Ze eten chocola en likken dan aan hun vingers om

de bladzijden om te slaan. Ze scheuren bladzijden uit. Waarom? Ja, waarom? Misschien wel om hun bips mee af te vegen!’ Ik ben het me altijd blijven herinneren, waarschijnlijk door dat truttige woord ‘bips’. 9

Ik was een keer in bad gegaan met De Katjangs van J.B. Schuil. Ik schrok wakker toen de on­40 derste rand juist in het water zakte. In doodsangst heb ik daarna urenlang met de strijkbout

alles staan droogstrijken. De bibliotheekjuf had mij dat boek nota bene afgeraden als ‘erg ouderwets’.

16


4

10

Lezen

Het bleek een geweldig boek, waarover volgende keer meer. Later heb ik het gestolen, omdat ik niet zonder dat boek kon leven. Ja, ik zat al jong in het verzet. Sylvia Witteman

Uit: de Volkskrant

20

Wat valt je op bij het vergelijken van de teksten?

9

69

107

108

Vergelijk de teksten BoekTokkers in Tilburg: 'Dit boek leerde mij dat het oké is om je alleen te voelen als je in de twintig bent' en 'Ze scheuren bladzijden uit,' huiverde de bibliothecaresse.' Waarom? Misschien wel om hun bips mee af te vegen!'. a

Welke verschillen tussen de teksten zie je? Zet de verschillen in een schema. Denk aan: • inhoud; • schrijfdoel; • tekstvorm; • taalgebruik.

b

Vergelijk je schema met dat van een medeleerling.

Structuur en argumentatie beoordelen In deze opdracht lees je twee teksten over concentratie. Je beoordeelt de structuur en de argumententatie van de teksten en vat ze samen. 1

Hoe gebruik jij je telefoon?

10

14

18

19

21

64

67

70

79

107

Lees de tekst Voor ik het weet, scroll ik als een dolle zombie de hele ochtend weg. a

Uit welke alinea's bestaat de inleiding? Licht je antwoord toe. Gebruik hiervoor een of meer volledige zinnen.

b

Op welke manier zijn alinea 1 t/m 4 met elkaar verbonden? ◯ chronlogisch verband ◯ doel-middelverband ◯ opsommend verband ◯ vergelijkend verband

c

Wat bedoelt de schrijver met 'de tsunami aan berichten' (regel 24-25)?

d

Lees het citaat: 'De Amerikaanse hoogleraar ... school te verlaten.' (regel 27-32) Hoe is het geciteerde tekstdeel opgebouwd? Op basis van: ◯ algemene uitspraak en voorbeelden ◯ kenmerk of eigenschap ◯ oorzaak en gevolg ◯ vergelijking

e

Herken jij het probleem (zie onder andere de titel en alinea 5) dat Merel van Vroonhoven beschrijft? Wissel jouw ervaringen uit met die van een medeleerling.

f

In alinea 5 gebruikt de schrijver een ongewone samenstelling, een neologisme. Noteer de samenstelling en geef er een synoniem van. Waarom gebruikt de schrijver dit woord, denk je? 17


Toekomst en samenleving g

Hoe is alinea 6 opgebouwd? Kies drie functiewoorden en zet deze in volgorde van de tekst. Noteer ook de zin waar het functiewoord betrekking op heeft. Kies uit: argument – conclusie – constatering – mening – oorzaak – probleemstelling – verklaring – weerlegging

h

Welke vorm van beeldspraak gebruikt de schrijver in alinea 7? ◯ metafoor ◯ metonymia ◯ personificatie ◯ vergelijking

i

Vat de tekst samen in twee of meer volledige zinnen van maximaal 40 woorden. Beperk je tot de hoofdzaken en gebruik signaalwoorden om de zinnen met elkaar te verbinden.

Voor ik het weet, scroll ik als een dolle zombie de hele ochtend weg 1

M

eivakantie. Eindelijk samen met manlief naar Parijs. Met de trein natuurlijk. Stipt op tijd. Voor ons gelukkig geen gecancelde vluchten en eindeloze wachtrijen. Lang duurt mijn opgewekte stemming niet. Rotterdam CS is nog niet uit

zicht of een barstende koppijn dringt – als een paard van Troje – mijn hoofd binnen. Een

5 rug vol zweet, piepende longen en een keel behangen met schuurpapier. Heeft dat ellendige

virus me na twee jaar toch te pakken. 2

Dat wordt vijf dagen isolatie in een piepkleine hotelkamer. Enig lichtpuntje is dat ik tijd heb om te lezen. Te beginnen met Odyssee, het epische1 werk van Homerus over de Griekse held 10 Odysseus, dat ik ooit in een ver verleden las. Maar nog voor

ik bij bladzijde 3 ben, trilt mijn telefoon. Een appje van mijn jongste zoon. Of we goed zijn aangekomen. Ik tik snel een antwoord. Net als ik mijn mobiel wil wegleggen, valt mijn oog op het rode mailboxsignaaltje. Ik klik. Tien nieuwe mail­15 tjes. Daarna volgen LinkedIn en Instagram, en voor ik het weet

scroll ik als een dolle zombie de hele ochtend weg. 3

’s Middags een hernieuwde leespoging. Maar niet voordat ik eerst mijn telefoon op stil heb gezet en die ellendige appjes heb verwijderd. Vol goede moed lees ik verder. Langzaam maar zeker trekt nimf Kalypso mij de grotten in waar ze Odysseus gevangen houdt. Tot ik op blad­20 zijde 10 op een onbegrijpelijk woord stuit. Als vanzelf grijpt mijn hand mijn mobiel. Google,

nieuwssites en YouTube. Weer vliegen uren ongemerkt voorbij. Van Griekse heldendaden en reisavonturen komt niets meer. 4

Sinds de komst van de smartphone leiden we massaal aan een concentratiecrisis, vertelde schrijver Johann Hari onlangs in een Volkskrant-interview. Een van de kernoorzaken: de 25 tsunami aan berichten, onze permanente staat van multitasking. Volgens Hari kun je nog

beter stoned achter je bureau zitten dan nuchter multitasken. Ja, dat geldt ook voor vrouwen. 5

De Amerikaanse hoogleraar Maryanne Wolf legt in haar boek Reader come home haarfijn uit hoe dat komt. Ons lezersbrein wordt door de dagelijkse dataconsumptie van 34 GB aan vluchtig nieuws en 140 tekens niet alleen afgeleid, maar verleert ook de vaardigheid om lange teksten 30 geconcentreerd te lezen. En verliest daarmee het vermogen tot begrip en kritische analyse.

Met als gevolg dat 24 procent van onze vijftienjarigen het risico loopt om laaggeletterd de

18


4

Lezen

school te verlaten. Want is de leescrisis onder jongeren niet gewoon ook de schuld van telefoonverkleving? Onderzoek laat zien dat gebruik van sociale media in de klas tot slechtere resultaten leidt. Frankrijk, het land waar ik ziek in bed lig, besloot daarom mobieltjes op 35 school te verbieden. Net als dertien andere landen, zoals Australië, Engeland en Duitsland. 6

Nederland nog niet.2 Tegenstanders van een telefoonverbod vinden dat schoolkinderen maar moeten leren omgaan met digitale verleidingen door het kweken van zelfbeheersing. Ach, die eeuwige overschatting van individuele wilskracht. Al lang is aangetoond dat de mens de steeds verslavendere verkooptrucs van techbedrijven onmogelijk kan weerstaan.

7 40 Tijd voor ingrijpender keuzes dus. Odysseus trotseerde het verleidelijke gezang van de sire-

nen door zich vast te binden aan de mast en de oren van zijn bemanning vol te stoppen met bijenwas. En ik? Ik vraag manlief mijn telefoon in het hotelkluisje te verstoppen. Nu hoef ik de digitale lokroep van Zuckerbergs sirenen niet langer te horen en kan ik eindelijk samen met Odysseus de Middellandse Zee over. Merel van Vroonhoven 1 epische: verhalende 2 Vanaf 1 januari 2024 zijn mobiele telefoons in de klas verboden op de middelbare school. Als mobiele telefoons nood-

zakelijk zijn voor de inhoud van de les, zijn deze wel toegestaan.

Uit: de Volkskrant

Welke invloed heeft multitasken op jou?

11

67

70

Lees de tekst Vijf redenen om te stoppen met multitasken. a

De kopjes in de tekst boven de vijf redenen om te stoppen met multitasken zijn weggelaten. Noteer vijf tussenkopjes die de inhoud van het tekstgedeelte waarboven ze staan goed samenvatten. Formuleer elk tussenkopje als een korte, volledige zin.

b

Noteer drie punten die de betrouwbaarheid van de tekst vergroten.

Een ingewikkeld verhaal schrijven met je telefoon naast je. Een telefoongesprek voeren in de auto. We multitasken ons (soms letterlijk) een ongeluk. Vijf goede redenen om niet lan­5 ger twee dingen tegelijk te doen. 1

(...) Tijdens het werken aan een presentatie zie je rechtsboven in je scherm een stroom aan mailtjes binnenkomen. Toch snel even kijken. 10 Ah, een appje, en nog een! Ideaal toch, dat we zoveel tegelijk kunnen? Nou, nee. Want je brein kan helemaal geen twee dingen tege-

Ti

Zet je telefoon op stil, leg hem opzij en lees dit artikel met je volle aandacht.

p

Vijf redenen om te stoppen met multitasken

lijk, als ze allebei enige focus vra­15 gen. Je geheugen bestaat uit verschillende onderdelen. Een ervan is het werkgeheugen. Daar parkeer je tijdelijke informatie die nodig is om een taak uit te 20 voeren. En daar past niet nog meer informatie voor een ánder klusje bij. Eigenlijk is multitasking dus switchtasking: je wisselt van taak. En elke keer na zo’n switch moet je opnieuw focussen. Al in de jaren negentig van de vorige eeuw 25 ontdekten de Britse wetenschappers Robert D.

19


Toekomst en samenleving R­ ogers en Stephen Monsell aan de University of Cambridge dat het wisselen tussen twee taken je minder productief maakt, zelfs als je vooraf weet wanneer de wissel staat te gebeuren. 30 Ook latere studies lieten zien dat de productiviteit afneemt. Volgens David Meyer, hoogleraar psychologie aan de University of Michigan (VS), kunnen mentale blokkades door het switchen tot wel 40 procent productiviteitsverlies leiden. 35 Er zijn trouwens ook onderzoeken die geen daling of zelfs een kleine stijging vaststellen, maar die zijn in de minderheid.

2

(...) Onderzoekers aan de Amerikaanse University 40 of Connecticut zagen in 2015 dat studenten die vaak multitasken in de collegebanken, zoals appen, informatie opzoeken en filmpjes kijken terwijl ze naar de docent luisteren, lagere cijfers haalden. En een groep wetenschappers aan de 45 Finse Aalto University ontdekte in 2017 dat het switchen tussen taken voor verstoring in de her­ senactiviteit zorgt. Ze bestudeerden activiteit in verschillende hersengebieden van proefpersonen die naar korte stukjes van verschillende Star 50 Wars-, Indiana Jones- en James Bond-films keken. Als de fragmenten elkaar afwisselden na 6,5 minuut, functioneerden hun hersenen soepeler dan wanneer er elke vijftig seconden geswitcht werd. Hierdoor concludeerden de onderzoe­55 kers dat het moeilijker is om soep van een film te maken als die steeds onderbroken wordt.

3

(...) Multitask je veel tijdens mediagebruik? Of anders gezegd: kijk en luister je veel dingen tege­60 lijk? Dan is de kans groot dat je juist slechter bent in het switchen tussen taken dan mensen die dat minder doen. Dat concludeerden on­ derzoekers van Stanford University (VS) in 2018, op basis van uitgebreid literatuuronderzoek.

65

4

(...) 70 Appen op de fiets, of even een Spotify-playlist aanzetten in de auto. Dat multitasken in het verkeer meestal niet zo’n goed idee is, was al wel duidelijk. Volgens cijfers van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveilig­75 heid speelt ‘afleiding’ of ‘gebrek aan aandacht’ jaarlijks een rol bij 20 tot 30 procent van de on­ gelukken in het verkeer in Nederland. Door bellen achter het stuur vallen elk jaar zeshonderd slachtoffers (doden en gewonden). Onderzoe­80 kers aan de University of Utah (VS) lieten al in 2006 zien dat de kans op een auto-ongeluk bij (handsfree én niet-handsfree) bellende mensen net zo groot was als bij mensen die te veel gedronken hadden. Proefpersonen mochten 85 bellend een ritje maken in een simulator. Hun reactievermogen vertraagde. De kans dat ze brokken maakten, was ruim vijf keer zo groot als bij mensen die alleen maar op het rijden focusten. Want als je je aandacht tijdens het 90 rijden verplaatst naar je telefoon, moet je werk­ geheugen tenslotte de switch maken. Dat kost volgens breinwetenschappers zo’n 0,17 seconden, tijd waarin je geen nieuwe informatie kunt opzuigen. Het lijkt weinig, maar op een 95 drukke weg kan het zomaar te veel zijn. Dan maar wandelend bellen? Wellicht is dat ook geen goed idee. Onderzoekers aan Western Washington University publiceerden in 2010 de resultaten van onderzoek naar multitasken 100 tijdens een ommetje. Ze lieten proefpersonen over de campus lopen terwijl er een clown op een eenwieler voorbijkwam. Bellers zagen die opvallende verschijning twee keer zo vaak over het hoofd als niet-bellers. (...) Uit een onderzoek van Gloria Mark (­University of California, Irvine) en Daniela Gudith en ­Ulrich Klocke (Humboldt-Universität zu Berlin) uit 2008 bleek niet dat mensen langzamer werden van 110 het switchen tussen taken, maar het had wel een ander negatief effect: ze voelden meer stress, frustratie en druk. Volgens de Amerikaans-Canadese neurowetenschapper aan

5 105

20

Het geheugen van fanatieke multitaskers laat ze vaker in de steek. En wie gewend is aan mediamultitasken lijkt ook alleen maar meer moeite te krijgen met focussen.


4 Mcgill University Daniel Levitin kan multitas­ken de productie van het vecht- en vluchthor­ moon adrenaline en het stresshormoon cortisol verhogen. En wetenschappers aan de Britse ­Northumbria University publiceerden in 2017 een onderzoek waaruit bleek dat multitasken­120 de proefpersonen significant meer psychologi­

Lezen

sche stress en verschijnselen als een verhoogde hartslag, versnelde ademhaling en verhoogde bloeddruk hadden.

115

Lotte Stegeman Uit: Quest Psychologie

20

Kun je het schrijfdoel van deze twee teksten vergelijken?

12

Vergelijk de tekst Vijf redenen om te stoppen met multitasken met de tekst Voor ik het weet, scroll ik als een dolle zombie de hele ochtend weg. Leg uit dat het belangrijkste schrijfdoel van de tekst Voor ik het weet, scroll ik als een dolle zombie de hele ochtend weg verschilt van dat van Vijf redenen om te stoppen met multitasken.

Schrijfdoel benoemen en eigen mening vormen In deze opdracht lees je twee teksten, een over welvaart en een over klimaat. Je analyseert onder andere het schrijfdoel van deze teksten en geeft er je mening over.

Hoeveel welvaart hebben we nodig?

13

1

14

20

64

Lees de tekst Kan westerse mens triviale welvaart ontgroeien?. a

In de tekst staat: 'Triviale welvaart is moeilijk te definiëren.' (regel 1) Geef in eigen woorden een definitie van 'triviale welvaart'. Baseer je op de tekst.

b

In alinea 3 legt de schrijver de ideeën van de Amerikaanse ecoloog-econoom Herman Daly uit. Citeer de zinnen van alinea 3 die de kern vormen van wat de stabiele economie inhoudt. Motiveer je keuze.

c

Leid de betekenis van de volgende woorden af uit de context. Gebruik zo nodig een (online) woordenboek. 1 'efficiënte allocatie' (regel 14) 2 'utopie' (regel 21)

d

Welke alinea of alinea's vormen het slot van de tekst? Licht je antwoord toe.

e

Wat is het belangrijkste schrijfdoel van de tekst? ◯ activeren ◯ beschouwen ◯ overtuigen ◯ uiteenzetten

21


Toekomst en samenleving

Kan westerse mens triviale welvaart ontgroeien? 1

2

T

riviale welvaart is moeilijk te definiëren. Misschien valt een e-bike daar al onder, een nieuw bankstel, een airconditioning, een stedentrip naar Praag of een concert van André Rieu op het Vrijthof.

Hoe dan ook moet daarmee worden gestopt, als het aan de Amerikaanse ecoloog-econoom

5 Herman Daly ligt. Hij is de mastermind van wat de stabiele economie wordt genoemd. De

wereldwelvaart mag niet verder groeien, maar moet eerlijker worden verdeeld. Sinds de opeenvolgende hittegolven in vele delen van de wereld is de 84-jarige Daly even hot als Bernie Sanders tijdens de vorige presidentsverkiezingen. The New York Times schreef deze maand over zijn ideeën. En nu graven veel media die weer op. 3

10 Omdat in veel landen in de Derde Wereld mensen te weinig hebben voor primaire levens-

behoeften, mogen zij volgens Daly groeien. Maar dat groeitempo moet gelijk zijn aan het ontgroeitempo van de rijke landen, zodat de aarde niet meer belast wordt. Het wereld-bbp (bruto binnenlands product) moet elk jaar nul zijn. Kenmerken van een stabiele economie zijn duurzaamheid, eerlijke verdeling, een efficiënte allocatie en een hoge levenskwaliteit. 15 Voorwaarde is dat ook de wereldbevolking stabiliseert. Westerse landen die kampen met

vergrijzing moeten niet investeren in kinderbijslag en ouderschapsverlof, maar in onderwijs en ontwikkeling van immigranten. 4

Hoe groter de gelijkheid in een land – het beste voorbeeld is Japan – hoe beter de zorg, hoe hoger de gemeenschapszin en hoe kleiner de sociale problemen en het misdaadcijfer. Meer 20 gelijkheid verhoogt de kwaliteit van het leven.

5

Het lijkt op een mooie utopie. Of een terugkeer naar de hippietijd zonder de vrije seks, maar met een basisinkomen: niet meer spullen, maar meer tevredenheid met het lot. Daly geeft het recept. Hij ontwikkelt modellen waarin welvaart wordt omgezet in duurzaamheid.

6

Daly bekritiseert de obsessie met bbp als graadmeter van economisch succes. Voor de Twee­25 de Wereldoorlog bestond het begrip helemaal niet. Het werd na de oorlog ingevoerd om de

voortgang van een land te meten die Marshallhulp kreeg. Sindsdien is het een eigen leven gaan leiden en staart iedereen zich hierop blind. 7

Hij wil dat bbp omlaag krijgen, geïnspireerd door het verfilmde sprookje van de Lorax die de Eensling waarschuwt niet de dodeldonsbomen om te zagen, waardoor het leefgebied van het 30 krikkelgras, de zwikzwakzwanen, buikbarabaloetje en blipvisjes zal verdwijnen. Vlak voor

zijn eigen staat Louisiana zag hij voor de kust hetzelfde gebeuren. Een zogenoemde doodzone van zestienduizend vierkante kilometer waarin het water te weinig zuurstof bevatte om zeeleven mogelijk te maken. Oorzaak was overdadige algengroei door de mest die vanaf de akkers de zee in stroomde. Net zoals dat in Nederland gebeurt. 8

35 Nu zal er van Daly en zijn ideeën over de stabiele of Lorax-economie niets terechtkomen.

Alleen dictaturen kunnen de mensen dwingen niet meer welvaart na te streven. Het is een inperking van de persoonlijke vrijheid die zelfs als de nood aan de man komt niet werkt. 9

Wat triviale welvaart is, wil iedereen zelf bepalen. Het enige wat overheden wel kunnen doen, is die zwaar belasten. Peter de Waard

Uit: de Volkskrant

22


Hoe denk je zelf over welvaart?

14

4

Lezen

67

81

Je gaat met medeleerlingen van gedachten wisselen over het onderwerp welvaart naar aanleiding van de tekst Kan westerse mens triviale welvaart ontgroeien?. Volg de stappen. 1 Vorm een groepje met twee of drie medeleerlingen. 2 Bespreek met elkaar wat jullie vinden van de ideeën van Daly over triviale welvaart en stabiele economie. Ga daarbij uit van de tekst én van jullie eigen kennis van de wereld en ervaringen. 3 Maak een beknopt verslag van jullie bevindingen. 4 Wissel het verslag uit met dat van een ander groepje.

Hoe beïnvloedt het klimaat jongeren?

15

20

67

77

Lees de tekst Laat jongeren meepraten over het klimaat. a

1 De tekst staat in de rubriek opinie. In welke vorm is de tekst Laat jongeren meepraten over het klimaat geschreven, denk je? 2 Wat is het belangrijkste schrijfdoel van de schrijvers? Motiveer je keuze.

b

Welke twee soorten argumenten gebruiken de schrijvers in alinea 4 en 5? Argumenten op basis van: □ controleerbare feiten □ emotie □ ervaring □ persoonlijke overtuiging

c

Spreekt het advies voor het onderwijs (alinea 8) jou aan? Waarom wel of niet? Wissel jouw beargumenteerde mening uit met die van een medeleerling.

Laat jongeren meepraten over het klimaat 1

Jongeren worden dagelijks geconfronteerd

onderzoek van klimaatpsycholoog Caroline

met nieuws over klimaatverandering en

Hickman in 2021 onder tienduizend jongeren

kampen met gevoelens van verdriet, angst

25 in tien verschillende landen toont aan dat zij

en boosheid. Ga met ze hierover in gesprek

veel zorgen ervaren ten aanzien van klimaat-

5 en luister ook naar hun oplossingen, betoogt

verandering. Verdriet, angst, boosheid, mach-

Sarah Oey, VN-Jongerenvertegenwoordiger

teloosheid en schuldgevoelens zijn emoties die

Duurzame Ontwikkeling, mede namens Sara

in dit rapport veel terugkomen. Ook rappor­-

Helmink en Elles te Brake van Stichting Kli-

30 teren zij het gevoel in de steek gelaten te zijn

maatpsychologie. 2

door volwassenen.

10 Wat als wereldleiders, regering, familie of

vrienden de ernst van klimaatverandering niet op dezelfde waarde schatten als jij? Wat als je opmerkt dat jijzelf of anderen niet altijd even klimaatbewust handelen? Hoe verdraag je dit 15 als jongere? 3

Jongeren worden dagelijks geconfronteerd met nieuws over klimaatverandering, milieuproblematiek en verlies van biodiversiteit. Ze zijn zich bewust van de gevolgen en bespreken dit

Dezelfde emoties zien wij terug in ons werk.

5

20 op school en via sociale media. 4

Als jongerenvertegenwoordigers spreken we

Tot nu toe is er weinig aandacht voor psychi-

veel met Nederlandse jongeren en vertegen­-

sche gevolgen van klimaatverandering, maar

35 woordigen we hun stem bij de klimaattop. Ook

23


Toekomst en samenleving

bij Stichting Klimaatpsychologie, een netwerk

Luister naar oplossingen en zorgen van jon-

van psychologen met expertise in gedrags-

geren.

verandering en klimaatgerelateerde emoties,

Advies voor het onderwijs: maak ruimte voor

8

zien ze jongeren worstelen met gevoelens van

mentale gezondheid binnen klimaatonderwijs

40 machteloosheid en stress. Emotionele reacties

55 door stil te staan bij erkenning, inzicht in emo-

samenhangend met de klimaatcrisis komen

ties, mentale/fysieke reacties en handelings-

veel voor onder kinderen en jongeren volgens

wijzen. Borg in het klimaatonderwijs de drie

het Nederlands Jeugdinstituut.

H’s: Hoop, Humor & Handelingsperspectief,

In het onderwijs is aandacht voor mentaal wel­-

zoals Stichting Klimaatgesprekken deze dui­-

45 zijn nodig om deze gevoelens beter te regule-

60 delijk naar voren brengt. Beste kabinet, maken

6

ren. Daarnaast is het belangrijk dat jongeren

jullie hier ruimte voor in beleid?

mee mogen praten over klimaatbeleid en klimaatoplossingen. Zij zijn immers de toekomst.

Sarah Oey, Sara Helmink en Elles te Brake

Advies voor alle burgers: maak praten over

7

50 duurzaamheid en emotioneel welzijn normaal.

Uit: Trouw

Hoe vergelijk je de teksten?

16

Vergelijk de tekst Kan westerse mens triviale welvaart ontgroeien? met de tekst Laat jongeren meepraten over het klimaat. Beantwoord de vragen met een medeleerling. 1 Sluiten de twee teksten inhoudelijk bij elkaar aan? Licht je antwoord toe. 2 Welke tekst spreekt jullie het meeste aan? Waarom?

Informatie begrijpen en beoordelen In deze opdrachten lees je twee verschillende teksten over solliciteren. De eerste tekst geeft tips voor het schrijven van een goede sollicitatiebrief en de tweede tekst gaat over arbeidsdiscrimintatie in het sollicitatieproces. Je gaat de informatie uit deze teksten analyseren en beoordelen op waarde voor jezelf.

Wat maakt een sollicitatiebrief goed?

17

1

64

67

70

Lees de tekst Hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft. a

Op welke manier trekt de schrijver in alinea 1 de aandacht van de lezer?

b

Leid de betekenis van de volgende woorden af uit de context. Gebruik zo nodig een (online) woordenboek. 1 hrm (afkorting, regel 8) 2 quote (regel 80)

24

81


4 c

Lezen

Sommige kopjes in de tekst zijn weggelaten. Formuleer in het schema bij elke van de drie alinea's een passend kopje dat de inhoud ervan goed samenvat. Maak korte zinnen. Alinea

Kopje

2 t/m 4 7 en 8 9 t/m 11

d

De schrijver heeft voor het schrijven van de tekst meerdere (mondelinge of schriftelijke) bronnen geraadpleegd. Noteer de bronnen. Leg ook uit waarom deze goed gekozen zijn.

e

In de tekst worden allerlei tips genoemd om een goede sollicitatiebrief te schrijven. Volg de stappen. 1 Noteer de tips die in de tekst worden genoemd om een goede sollicitatiebrief te kunnen schrijven. 2 Zet de tips in volgorde van belangrijkheid. 3 Wissel jouw lijst uit met die van een medeleerling. Licht je keuze toe. In opdracht 7 van Schrijven selecteer je tips die jij gaat gebruiken voor het schrijven van een ­sollicitatiebrief.

Hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft 1

Wie enthousiast is over een vacature en wil

25 auteur van het boek Baanbrekend naar (ander)

opvallen bij de werkgever, steekt extra moeite

werk (2021), vertelt dat hij eens uren in een

in de motivatiebrief. Maar hoe zorg je dat jouw

kroeg heeft gewacht omdat hij wist dat werk-

sollicitatie niet onder op de stapel eindigt?

nemers daar gingen borrelen. ‘Dat leverde me een schat aan informatie op,’ zegt hij.

2

5

(...)

4 30 Gaat dat te ver, bel dan in ieder geval naar het

Dé perfecte sollicitatiebrief bestaat niet. Dat

nummer onder de vacature, meent Jesse Geul,

komt doordat iedereen de brief anders zal in-

zelfstandig recruiter bij onder andere het mi-

terpreteren, legt universitair hoofddocent hrm

nisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

en organisatiegedrag Janneke Oostrom uit.

‘Al is het maar zodat je aan de hand van de toon

10 Stem als sollicitant je brief daarom af op de

35 van het gesprek kunt bepalen of je de recruiter

in de brief aanspreekt met “u” of “je”.’

lezer, als je in de smaak wilt vallen bij een potentiële werkgever, tipt Oostrom, die aan de Vrije Universiteit onderzoek doet naar sollici-

3

Focus op wat je te bieden hebt

5

tatieprocedures. ‘Tailoring’ heet dat in de we­-

Laat in je brief zien dat je je hebt verdiept in

15 tenschappelijke literatuur. Googel dus niet naar

de organisatie. ‘Uit studies blijkt dat werkge­-

voorbeeldbrieven en begin zeker niet meteen te

40 vers dat waarderen,’ zegt Oostrom. ‘En schrijf

typen, maar achterhaal eerst wie de recruiter

waarom je specifiek voor deze organisatie hebt

is die de brief gaat lezen.

gekozen.’

Voor zo’n op maat gemaakte brief is het be­-

Pas wel op dat je niet alleen beschrijft waarom

6

20 langrijk dat je je verdiept in de organisatie en

jij het bedrijf geweldig vindt, of waarom deze

functie waarop je solliciteert. Dat klinkt lo-

45 baan zo’n mooie kans is voor jouw carrière.

gisch, maar gaat verder dan online speuren.

Focus in plaats daarvan op wat jij de organi-

Spreek bijvoorbeeld werknemers over de werk-

satie te bieden hebt. Apeldoorn adviseert: ‘Bel

sfeer. Gerjan Apeldoorn, sollicitatietrainer en

en vraag: “Stel, ik werk een paar jaar bij jullie

25


Toekomst en samenleving

en jullie zijn tevreden, wat doe ik dan goed?”

gebeurtenis die je hebt doen besluiten te solliciteren.

50 Zo weet je waar de organisatie écht hulp bij

kan gebruiken en dat staat vaak niet in de vacature.’

(...)

7

Het geldt voor alle schrijvers, ook voor sollici­55 tatiebriefschrijvers: show, don’t tell. Oostrom:

‘Kom met bewijs. Benoem niet alleen dat je resultaatgericht bent, maar onderbouw het.’ Ze verwijst naar onderzoek van de Israëlische wetenschappers Anat Rafaeli en Alona Harness. 60 ‘Daaruit blijkt dat werkgevers het vooral waar-

10

In zijn boek noemt Apeldoorn het voorbeeld

deren als je met voorbeelden uit eerdere func-

van een student die naar een baan in de horeca

ties komt of dat je je kundigheid bijvoorbeeld

85 solliciteerde en schreef: ‘De meeste sollicitatie-

kunt aantonen met een promotie die je hebt

brieven verdwijnen in de prullenbak. De mijne

gemaakt of prijs die je hebt gewonnen.’

in uw buik.’ Hij bezorgde een doos met lekkers

8 65 Apeldoorn vult aan: ‘Beweer je dat je creatief

bij de brief. Zelf solliciteerde Apeldoorn eens

bent? Laat dat dan zien, door de opmaak van

bij de politie en begon zijn brief met: ‘Ik heb

je brief of door een ludieke actie. Ik heb eens

90 nooit bij de politie willen werken.’ Apeldoorn:

mijn brief op iemands bureau gelegd met een

‘Dat valt op. Het is jaren geleden en ik geef er

post-it met “uitnodigen!” erop.’

nog altijd trainingen.’ 11

9 70

(...)

De afsluiting is minder belangrijk dan de beginzin, je hebt de aandacht van de recruiter

Met een sterke beginzin maak je de recruiter

95 immers al als hij of zij je brief uitleest. Toch

nieuwsgierig, zegt Geul. ‘Als recruiter lees ik

kan het volgens Apeldoorn slim zijn te eindi-

honderden brieven en mijn aandacht verslapt

gen met een uitsmijter. Een datum opperen

soms. Met een goede beginzin heb je mijn be­-

voor het sollicitatiegesprek is voor de meeste

75 langstelling.’ Die aandacht krijg je niet als je

schrijft: ‘Ik kwam de vacature tegen op jullie

organisaties te brutaal. ‘Maar je kunt wel vast 100 zeggen hoe je je koffie graag drinkt.’

website en ik werd direct enthousiast.’ Zo’n standaardbegin wekt bovendien de indruk dat

Yasmine Esser

je dezelfde brief naar allerlei bedrijven stuurt. 80 Begin liever met een quote of vertel over een

Uit: Nederlands Dagblad

Hoe voorkom je arbeidsdiscriminatie?

18

1

21

64

67

70

Lees de tekst 'Niemand is perfect, maar tegenover elk verbeterpunt staat een pluspunt. Die zijn er altijd'. a

De schrijver probeert in alinea 1 de belangstelling van de lezers te wekken. Noem twee manieren die de schrijver gebruikt om je nieuwsgierig te maken.

b

Leid de betekenis van de woorden af uit de context. 1 schrijnende (regel 28) 2 authenticiteit (regel 75-76)

c

Leg uit wat wordt bedoeld met de titel van het e-book Unbiased Recruitment (regel 4-5 en 47)? Let op de context.

d

Dounia Maakor vindt een robot 'geen oplossing voor arbeidsdiscriminatie' (regel 41-42). Om welke reden vindt zij dat geen oplossing? Geef een samenvattend antwoord in volledige zinnen. Gebruik niet meer dan 25 woorden. 26


4 e

Lezen

Dounia Maakor pleit in alinea 7 en 8 voor authenticiteit bij het solliciteren. Zo zegt ze: 'Ik vind het krachtig als je een verbeterpunt kunt omzetten in iets positiefs.' (regel 100-101) Bespreek de vragen met een medeleerling. 1 Ben jij het eens met haar opvatting? Waarom wel of niet? 2 Kun je een voorbeeld noemen van 'een verbeterpunt' van jezelf dat je kunt omzetten in iets positiefs? Leg ook uit hoe je dat gaat doen.

‘Niemand is perfect, maar tegenover elk verbeterpunt staat een pluspunt. Die zijn er altijd’ 1

2

3

Is een robot een goed idee in de strijd tegen arbeidsdiscriminatie? Dounia Maakor (35), veelgeprezen recruitmentexpert, vlog- en podcastmaker en auteur van het (gratis) 5 e-book Un­biased Recruitment, is niet bang om zich uit te spreken. Een gesprek over de mens en algoritmes, jezelf blijven en hoe je die felbegeerde baan kunt bemachtigen. Waar komt jouw drive vandaan? 10 ‘Vlak nadat ik in dienst was getreden bij IT-bedrijf Bartosz, waar ik nu nog steeds werk, is mijn vader overleden. Hij had ALS en heeft een lang ziekbed gehad. Mijn vader was mijn supporter nummer één. Hij zei altijd: “Dounia, je bent 15 mooi zoals je bent. Je gaat veel bereiken in het leven, maar je moet wel dingen ondernemen en niet bij de pakken neerzitten.” Toen hij overleed heb ik intens gerouwd, maar zijn woorden hebben me wel kracht gegeven. Ik ben vrij snel 20 weer aan het werk gegaan en begonnen met vloggen en het schrijven van artikelen. Dankzij hem haal ik nu alles eruit wat erin zit.’ Kort nadat je aan de slag was gegaan als recruiter, ben je je gaan uitspreken tegen ar­25 beidsdiscriminatie. Wat was de aanleiding? ‘Naast de vele berichtjes met vragen als hoe val ik op, hoe bemachtig ik een baan, hoorde ik als recruiter veel schrijnende verhalen van mensen die geen baan konden vinden of geblokkeerd 30 werden in hun loopbaan vanwege hun gender, afkomst, leeftijd of geloofsovertuiging. Zelf heb ik daar nooit last van gehad, hoewel ik moslima en van Marokkaanse afkomst ben. Tijdens een event vertelde de oprichter van het Zweedse be­35 drijf Tengai dat zij een robot hebben gemaakt

die zonder vooroordelen sollicitatiegesprekken voert. Toen dacht ik meteen: hier wil ik iets mee. Vervolgens kreeg ik die stroom aan berichtjes die ik niet kon negeren, en viel alles op z’n plek.’ Wat heb je vervolgens gedaan? ‘Ik vond zo’n robot geen oplossing voor arbeidsdiscriminatie, maar de gedachte erachter wel intrigerend. Ik heb mijn IT-collega’s opgetrommeld, zij weten veel van algoritmes. Ik ben 45 onderzoek gaan doen en heb de resultaten en mijn visie als recruiter gebundeld in een e-book, Unbiased Recruitment.

4 40

5

Waarom is kunstmatige intelligentie geen oplossing voor arbeidsdiscriminatie? 50 ‘Het algoritme om geschikte kandidaten te zoeken wordt bepaald aan de hand van data. Sommige organisaties gebruiken historische data, zoals cv’s van huidige medewerkers, of voeren zelf criteria in die het algoritme bepa­55 len. Het algoritme wordt dus door mensen bepaald, en ik ben ervan overtuigd dat de mens bij voorbaat al bevooroordeeld is. Stellen dat een robot de oplossing is, is om die reden gevaarlijk, want uiteindelijk vraag je een robot te 60 doen wat jij wilt. Daarnaast zijn mensen vaak op zoek naar een kloon van zichzelf of van de huidige werknemers. Mensen die niet aan die voorwaarden voldoen vallen buiten de boot, terwijl ook zij heel goede kandidaten zouden 65 kunnen zijn. Een robot is niet de oplossing.’

6

Ook niet in de toekomst? ‘Nee, recruitment moet mensenwerk blijven. Een robot kan geen emoties ervaren. Stel je voor dat iemand hijgend binnenkomt tijdens een sollici­27


Toekomst en samenleving

70

7

tatie, door privéomstandigheden: hoe kan een robot die nervositeit aanvoelen en een kandidaat op zijn of haar gemak stellen? Een robot zal nooit compleet menselijke eigenschappen kunnen hebben.’

andermans verwachtingen los en doe wat bij jou past.’ En als er nou een beetje luiheid in je persoonlijkheid schuilt, verwerk je dat er dan ook in? ‘Waarom niet? Uiteindelijk komen werkgevers er toch wel achter hoe je werkelijk bent. Maar 95 geef er wel een twist aan. Prijs jezelf in een brief helemaal de hemel in, maar sluit af met een knipoog, zoals: ik kan af en toe een beetje lui zijn, maar dan geef jij me gewoon een schop onder de kont. Als werkgever zou ik dat zeer 100 waarderen. Ik vind het krachtig als je een verbeterpunt kunt omzetten in iets positiefs. Niemand is perfect, maar tegenover elk verbeterpunt staat een pluspunt. Die zijn er namelijk altijd.’

8 90

In je podcast Geenfilters pleit je voor authenticiteit. Hoe je kun honderd procent jezelf zijn en toch die droombaan krijgen? ‘Als mensen via een brief of video solliciteren, komt het vaak voor dat ze zich anders voor­80 doen dan ze zijn. Begrijpelijk, want je wilt jezelf verkopen en krijgt maar kort de kans om dat te doen, maar probeer je persoonlijkheid te laten zien. Laat alle clichés achterwege, zoals: ik ben een teamplayer of salestijger. Communi­85 ceer zoals je bent, ook in een sollicitatiebrief. Als je impulsief bent, doe dan ook iets impulsiefs in je verhaal of vertel een anekdote. Laat 75

19

Uit: JAN Magazine

20

Hoe vergelijk je de teksten? Vergelijk de tekst Hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft met de tekst 'Niemand is perfect, maar tegenover elk verbeterpunt staat een pluspunt. Die zijn er altijd'. Noteer een overreenkomst en/of verschil voor elk van de volgende punten: • hoofdonderwerp; • schrijfdoel; • tekstvorm.

Oefenen met alle leerdoelen In deze opdrachten lees je een tekst over de manier waarop we als individuen met elkaar kunnen omgaan. Verder oefen je nog een keer met de theorie en alle leerdoelen van deze module. 1

20

18

19

Hoe individualistisch zijn we?

20

21

64

69

70

81

107

108

Lees de tekst Ja, wij zijn allemaal interviduen.

2a

De tekst is geschreven door een Vlaamse auteur en verschenen in De Standaard, een Vlaams dagblad. Vandaar dat de taal soms Vlaams gekleurd is. Je kunt de betekenis van Vlaams taalgebruik makkelijk uit de context afleiden. Wat betekenen de Vlaamse uitdrukkingen in de citaten? 1 '... maar Brian is daar niet mee opgezet.' (regel 5) 2 'De homo ­sapiens ... laat zich (opnieuw) vangen aan groepsdenken, polarisatie en tweespalt.' (regel 74-78)

5b

Op welke twee manieren maakt de schrijver je nieuwsgierig zodat je verder wilt lezen? Let op de titel en de eerste alinea.

5c

Welk verband herken je tussen alinea 2 en 3? Leg ook uit met welk(e) woord(en) de schrijver dat verband duidelijk maakt. 28


4

Lezen

245 d

Leg uit dat de betekenis van het woord 'panopticum' (regel 23, zie ook voetnoot) goed past in de context. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. Gebruik daarbij signaalwoorden.

4e

In de tekst staat: 'Digitalisering is een tweesnijdend zwaard.' (regel 26) Welke vorm van bijzonder taalgebuik herken je in het citaat? ◯ antithese ◯ hyperbool ◯ metafoor ◯ sarcasme ◯ vergelijking

4f 6g

'De sketch raakt een gevoelige snaar.' (regel 37) Wat bedoelt de schrijver met de geciteerde zin?

6h

Lees het citaat: 'Drie afzonderlijke ... kracht van samenwerking.' (regel 65-70) In de tekst gaat het over drie inzichten. Vat de drie inzichten beknopt samen. Baseer je antwoord op alinea 8 en 9. Formuleer in volledige zinnen en nummer de inzichten.

5i

Lees het citaat: 'Tegelijk ook hier ... massaal te vaccineren.' (regel 119-123) Welke kritiek kun je op de geciteerde argumentatie leveren? Formuleer je antwoord in een of meer volledige zinnen. Gebruik ook signaalwoorden.

1j

Tot welke tekstsoort kun je de tekst het beste rekenen? De tekst Ja, wij zijn allemaal interviduen is een: ◯ activerende tekst ◯ beschouwing ◯ betoog ◯ uiteenzetting

13 k

Vergelijk de titel met de strekking van de tekst. De titel is een neologisme (nieuw woord). Leg uit dat deze inhoudelijk past bij de tekst. Formuleer je antwoord in een of meer volledige zinnen.

Welke zinnen vatten alinea 6 het beste samen? □ De mogelijkheden van het individualisme zijn onbeperkt. □ Door het individualisme heeft de mens zich definitief losgemaakt van dwingende systemen en ideologieën. □ Het ontstaan van het individualisme heeft tot veel goede resultaten geleid. □ Onze vrijheid lijkt wel tot grenzeloze mogelijkheden te leiden.

29


Toekomst en samenleving

Ja, wij zijn allemaal interviduen

1

In een hilarische scène uit de The life of Brian

in de ­geschiedenis van de menselijke soort? Ik

van Monty Python verzamelt een uitzinnige

40 hoop van niet, maar feit is dat de individuele

menigte zich onder het raam van de vermeen-

vrijheid voort­durend onder druk staat in naam

de messias ­Brian. Ze zijn door het dolle heen,

van de gemeenschap, de planeet, de technolo-

5 maar Brian is daar niet mee opgezet. ‘Ga weg,’

gie, religieuze of andere overtuigingen.

roept hij de menigte toe, ‘denk voor jezelf. Jullie zijn allemaal individuen.’ De massa blijft

6

gewoon staan en antwoordt uitzinnig: ‘Ja, wij

45 Het individu is een relatief nieuwe ontdek-

zijn allemaal individuen …’ 2

Eeuw van het individu king. De mens maakte zich sinds de verlichting

10 De scène is even eenvoudig als briljant. Ze doet

steeds meer los van de wereld. Niet het sys-

ons nadenken in een tijd waarin kuddevorming

teem of het geloof zou ons leven bepalen, we

en massa­manipulatie opnieuw aan de orde zijn.

kunnen voor onszelf denken en dat bepaalt wie

We zijn gevat in het web van de ­digitalisering.

50 we zijn. Recht op onderwijs, creativiteit, vrije

Via het internet en mobiele apparaten zijn we

meningsuiting, diversiteit, zelfbeschikking zijn

15 wereldwijd met elkaar verbonden. Daar komen

allemaal positieve uitlopers van die individua-

fantastische oplossingen uit voort. De kracht

lisering. Vooruitgang, wetenschap, uitvindin-

van menselijke breinen die met elkaar verbon-

gen in tal van domeinen zijn het resultaat. Bij

den zijn, zonder ­fysieke grenzen of barrières,

55 de eeuwwisseling leek het er heel even op als-

begint zich nog maar net te ontplooien.

of de mens zich definitief had losgemaakt van

3 20 De keerzijde van die interconnec­tiviteit is dat

dwingende systemen en ideologieën. De moge-

we voortdurend in de g ­ aten gehouden worden.

lijkheden van onze vrijheid leken eindeloos. Ik

We worden tot clicks gereduceerd. We leven in

was er nog niet zo lang geleden zeker van dat

een panopticum1 in de illusie vrij te zijn, ter-

60 de 21ste eeuw als vanzelfsprekend de eeuw van

wijl onze gedachten gestuurd en gemanipu­-

het vrije individu zou worden (De Standaard,

25 leerd worden. 4

30 januari 2013).

Digitalisering is een tweesnijdend zwaard.

7

vanzelf, de bedreigingen zijn te sterk. Met in­-

zichzelf te ontplooien. Met een smartphone en

65 dividualisme alleen redden we het niet. Drie

een internetverbinding kun je een bedrijf be­-

afzonderlijke, op het eerste gezicht losstaande

30 ginnen, revoluties ontketenen, je mening uiten,

inzichten hebben me tot de overtuiging ge-

je identiteit vorm g ­ even … De I in iPhone culti-

bracht dat individualisme een extra dimensie

veert die status: het draait om jou. Tegelijk ben

nodig heeft: de positieve kracht van samen­-

je deel van een netwerk en onvermijdelijk vatbaar voor manipulatie en sturing van mensen

5

Dat was te kort door de bocht. Het gaat niet

Technologie geeft het indi­vidu de vrijheid om

70 werking. 8

Neem opnieuw het internet. De duistere krach-

35 die controle willen. Ja, roepen we met Monty

ten van manipulatie en fake news zijn erger

Python mee. We zijn allemaal individuen!

dan gedacht. ­Publieke en private machtheb-

De sketch raakt een gevoelige snaar. Is het vrije

bers spelen met ons hoofd. De homo sapiens,

individu een illusie? Een mislukt experiment

75 vatbaar en zelfs genetisch uitgerust om ei-

30


4

Lezen

gen werkelijkheden te creëren, laat zich (op-

eerst minder sociaal worden, afstand n ­ emen

nieuw) vangen aan groepsdenken, polarisatie

van elkaar om te overleven, en daarna samen-

en tweespalt. Onrust en oorlog zijn het gevolg. De liberale democratie wordt ondergraven. Als

werken om massaal te vaccineren. De dualiteit van vrij te zijn en toch verbonden

11

80 individuen alléén staan we machteloos, meer

125 met anderen is eigen aan mensen. We moe-

nog, we geven onze individuele vrijheid vaak

ten solidair zijn om individuen te kunnen blij-

spontaan op. Alleen als we samenwerken om

ven. Met e ­ lkaar samenwerken om onze vrij-

machtsmonopolies open te breken en de de-

heid te kunnen houden. Een individu alleen

mocratie te versterken, kunnen we die bedrei­-

is niet opgewassen tegen de ­bedreigingen van

85 ging aan.

130 vandaag. Als we ­elkaar vinden, ons met el-

Als het gaat over leven en overleven in een ver-

kaar verbinden om de individuele vrijheid te

anderend klimaat, zijn alle mensen wereldwijd

­beschermen, lukt het wel. Individuen die in-

op elkaar aan­gewezen. Klimaatverandering

termenselijk handelen, of mensen die samen-

stopt niet aan de grens. Als de aarde woester,

werken om individuele vrijheid te garanderen:

90 moeilijker of zelfs onleefbaar wordt, dragen

135 dat is de kern van wat ik intervidualisme noem.

alle mensen daar de ­gevolgen van. Het lot van

Wij zijn interviduen. Dat besef wapent ons voor

elk individu is dus met dat van anderen ver-

de uitdagingen van deze tijd. Als de groep het

bonden. In ons eentje staan we nergens. Hoe

overneemt van individuen, gaat het fout. Om-

9

sneller we tot dat inzicht komen, hoe sneller

gekeerd krijgt een individu alleen niks gedaan.

95 beterschap in zicht is. Voor sommigen is die

140 Maar als individuen samenwerken, kunnen ze

vaststelling echter een reden om het vrije in-

zelfs de grootste machten in beweging krijgen.

dividu voorgoed naar de geschiedenis­boeken te

Dat zien we op tal van vlakken: in de Chine-

bannen. Er zijn zelfs activisten die de planeet

se protesten tegen de coronamaatregelen. In

willen redden ten koste van de mens. Ook dat

Iran, waar vrouwen samen op straat komen

100 is destructief. We moeten voor beide strijden.

145 om hun individuele recht op zelf­beschikking

Wie de klimaatproblemen wil oplossen, moet in het vrije individu een partner vinden om de

af te dwingen. Er zijn tal van andere vraagstukken waarop het

12

kentering in te zetten. Anders dreigt precies

intervidu het antwoord is. Het verhaal van de

het omgekeerde resultaat.

21ste eeuw is geen keuze tussen vrije individu­150 en of het opgaan in de massa. Het is een posi-

10 105

Voortschrijdende overtuiging

tieve combinatie van beide. Het is het antwoord

We hebben dus individualisme én samen­

op iedereen die macht misbruikt om anderen

werking nodig. Niet het ene of het andere,

hun wil of wereldbeeld op te leggen. Daarom

maar de combinatie van beide. Die idee is veel

zeg ik ­vandaag, vanuit mijn eigen voortschrij­-

sterker dan ­louter gemeenschapsdenken. Een

155 dende overtuiging: ja, wij zijn ­allemaal inter-

viduen.

110 gemeenschap staat niet boven het i­ ndividu. En

omgekeerd functioneert een individu niet los van andere mensen. Ook de pandemie liet die

Gwendolyn Rutten is Vlaams Parlementslid

twee a ­ specten duidelijk zien. Het coronavirus

(Open VLD).

bedreigt elke mens, waar ook ter wereld. Het 115 maakt dat mensen samen naar oplossingen

1 Cirkelvormige gevangenis met cellen met veel glas die rond

moesten zoeken. Het wetenschappelijke on-

een centrale ruimte zijn gebouwd, zodat de gevangenen steeds in de gaten gehouden kunnen worden en zelf dat gevoel ook krijgen.

derzoek kwam in een stroomversnelling en zo kregen we het virus in een (relatieve) mum van tijd onder controle. Tegelijk ook hier de para­-

Uit: De Standaard

120 dox: in afwachting van een vaccin moesten we

31


Toekomst en samenleving 67

21

Is de tekst bruikbaar voor jou?

2

In de tekst Ja, wij zijn allemaal interviduen gaat het over het individuele vrijheid en samenwerken. Herken je dit in de huidige maatschappij en hoe denk jij daar zelf over? Bespreek de vragen met een medeleerling. 1 Lees het citaat over afdwingen: 'Maar als ... af te dwingen.' (regel 140-146) Kun je zelf enkele voorbeelden geven waarin individuen samenwerken om iets af te dwingen, zoals in het citaat? 2 Zou je iemand (vriend(in), broer, zus, ouder ...) aanraden om de tekst te gaan lezen? Denk aan de waarde van de tekst voor de maatschappij én voor jezelf.

Reflectie In deze reflectieopdracht kijk je of je alle leerdoelen van deze module hebt behaald.

Heb je de leerdoelen behaald?

22 a

Bij opdracht 20 en 21 zie je bij bijna iedere vraag een of meer leerdoelen staan. Kijk nog eens naar deze vragen. Welke vragen had je goed en welke vond je lastig?

b

Aan het begin van de module heb je een schema met alle leerdoelen ingevuld, zie opdracht 4. Neem dit schema nog een keer door. Bij welke leerdoelen ben je vooruitgegaan? Welke leerdoelen vind je nog lastig? Vul het schema met de leerdoelen opnieuw in. Doe dit met een andere kleur, zodat je goed je voortgang kunt zien.

c

Is het je gelukt om de teksten te lezen en de vragen erbij te maken? Betrek onder andere in je antwoord het onderwerp van de teksten, de lengte van de teksten en het soort vragen. Noteer je antwoord in maximaal 25 woorden.

EXTRA OPDRACHTEN Wil je verder oefenen? Ga dan naar Op niveau online.

Eindopdracht In deze eindopdracht oefen je met een examentekst.

Ben je een betere lezer geworden?

23 a

Lees de tekst Niet waar de robots bij zijn. 1 '"Het is overigens wel grappig," zei deze expert, "te zien hoe kwaadaardig die kunstmatig intelligente systemen worden als ze hun gedrag afkijken van mensen."' (regel 17-21) Welk commentaar kan een kritische lezer hebben op het gebruik van het woord 'grappig' door deze expert en waarom? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. 2 In alinea 2 t/m 5 van de tekst komt het leerproces van robots en van kinderen aan de orde. Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen het leerproces van een robot en dat van een kind? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. 3 In alinea 3 van de tekst wordt een voorbeeld gegeven van een onwenselijk resultaat van de opvoeding van een robot. Citeer uit alinea 6 t/m 9 van de tekst de zin waaruit het duidelijkst blijkt waar de opvoeding van robots wél toe moet leiden.

32


4

Lezen

4 Alinea 3 t/m 5 zijn door middel van signaalwoorden met elkaar verbonden. 1 Noteer het signaalwoord dat alinea 4 met alinea 3 verbindt en zet erachter welk verband het aangeeft. 2 Noteer het signaalwoord dat alinea 5 met alinea 4 verbindt en zet erachter welk verband het aangeeft. 5 'Een hele geruststelling, dat zeker, maar toch blijven er een paar zorgen hangen.' (regel 42-44) Noem drie van de zorgen waarop hier wordt gedoeld. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. 6 Alinea 6 van de tekst is te lezen als een zelfstandige redenering. Wat zijn binnen deze redenering de conclusie en het belangrijkste argument? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden. 7 Wat bedoelt de auteur met 'Dit regelfetisjisme' (regel 93)? Let op de context. 8 In alinea 7 en 8 van de tekst komt een verschil in taakopvatting tussen de NVWA en Microsoft naar voren. Vat dit verschil in taakopvatting samen. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 9 Hieronder staan zeven citaten uit alinea 6 t/m 9 van de tekst. Zijn dit feitelijke of waarderende uitspraken? Neem de nummers van de citaten over en zet achter elk nummer feitelijk of waarderend. 1 '... de omgeving wordt bevolkt en binnenkort ook bestuurd door kunstmatig intelligente systemen.' (regel 75-77) 2 'Onze wereldvisie en ons landsbestuur zijn bepalend voor de marsrichting van de kunstmatige intelligentie.' (regel 82-84) 3 'Die richten zich allang niet meer inhoudelijk op zorg, onderwijs, veiligheid en welzijn, maar puur op de handhaving van regels.' (regel 89-92) 4 'Dit regelfetisjisme – waarbij je niet kijkt naar het gevoel van de geit die wordt geslacht met een bot mes, maar naar het protocol daaromtrent – wil je nu juist niet meegeven aan kunstmatige intelligente systemen.' (regel 93-97) 5 'Je wilt dat ze straks, als ze eenmaal autonoom denken, zich met sympathie en inlevings­ vermogen over de wereld buigen.' (regel 102-104) 6 'Het is jammer ...' (regel 105) 7 '... maar er zit niets anders op.' (regel 105) b

Lees het tekstfragment. Tekstfragment 1 Eric Horvitz van Microsoft heeft ook oog voor de kwalijke kanten van AI, oftewel artificial intelligence. Hoe eerlijk is onze democratie nog als we op basis van Facebook-berichten precies weten hoe iemand zich voelt en hoe je hem moet bespelen om niet (of wel) te gaan stemmen? Of: welke vooroordelen ten opzichte van bijvoorbeeld witte of zwarte criminelen bevat een computersysteem dat rechters moet assisteren bij het besluit om een gevangene vervroegd vrij te laten? 2 Horvitz bepleit daarom dat de gebruikte data, gehanteerde modellen en het onderzoek te allen tijde beschikbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek en controle van buitenaf. Jan Benjamin Naar: NRC

1 In de tekst Niet waar de robots bij zijn en in het tekstfragment wordt er een relatie tussen artificiële intelligentie (AI) en de mens geschetst. Beide teksten geven verschillende typeringen van die relatie. Geef aan in welk opzicht die relatie voor de tekst Niet waar de robots bij zijn en voor het tekstfragment anders is. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden. 33


Toekomst en samenleving 2 Wat is het belangrijkste schrijfdoel van de tekst? De tekst is vooral: ◯ amuserend ◯ instruerend ◯ betogend ◯ uiteenzettend

3 Vergelijk de tekst Niet waar de robots bij zijn met de cartoon Fokke & Sukke gooien niet iedereen eruit. Leg uit waarmee de cartoon de spot drijft. Breng in je uitleg de cartoon in verband met de tekst. c

Je gaat met twee of meer leerlingen praten over artificiële intelligentie op school naar aanleiding van een foto over het concentratieniveau van Chinese leerlingen. Bekijk de foto en lees het onderschrift. Bespreek de vragen. Licht je mening toe. Gebruik daarbij ook je eigen ervaringen.

Chinese leerlingen dragen een hoofdband waarmee hun concentratieniveau kan worden gemeten en doorgestuurd naar hun leerkracht. Enkele jaren geleden deed het bedrijf BrainCo een test met concentratiemetingen op een school in de Oost-Chinese stad Jinhua. In de voorgestelde EU-regels staan ook bepalingen over het gebruik van AI in de klas.

1 Wat vinden jullie van de afbeelding waarop Chinese leerlingen een hoofdband dragen waarmee hun concentratievermogen wordt gemeten? 2 In hoeverre kunnen artifiële intelligentie of robots een rol spelen in het onderwijs? Bedenk zelf mogelijkheden en bepaal of de school die wel of niet moet toestaan. d

Doe de resultaten van je eindopdracht in je leesdossier. 34


4

Lezen

Niet waar de robots bij zijn 1

Onlangs heb ik besloten mijn oude, wormste-

Twitter. En dat ze de machines dus niet zelf

kige zelf af te leggen en een fatsoenlijk mens

50 alvast volstoppen met bedenkelijke software.

te worden. Dat schijnt trouwens in de mode

Ook niet uit leuke, corporale jongensachtig-

te zijn. Het is goedheid en humanisme alom. 5 Maar in mijn geval komt er eigenbelang bij kij-

2

heid voor de grap. Verder, en hier komt mijn eigen goede gedrag

5

ken. Ik wil fatsoenlijker worden omdat ik vrees

om de hoek kijken, leren intelligente machines

dat kunstmatig intelligente machines straks

55 door rond te neuzen in de wereld. Ze worden

op mij gaan lijken – en dat we dan last van

dus niet alleen opgevoed door hun ontwerpers,

ze krijgen.

maar door ons allemaal: it takes a village to raise

10 Het idee borrelde op door een gesprekje met

a robot3. Daarom ook is het hele dorp verant-

een expert op het gebied van kunstmatige in-

woordelijk voor de indrukken die intelligente

telligentie. Zo’n zorgelijk gesprekje tijdens een

60 machines en systemen tijdens hun leerproces

zorgelijke bijeenkomst. Buitenstaanders vinden

opdoen. Moest je vroeger vooral op je gedrag

al gauw alles leuk zodra het over kunstmatige

letten in het bijzijn van kinderen – ‘pas devant

15 intelligentie gaat, maar kenners staan steevast

les enfants!’4 – tegenwoordig moet je opletten

in een kringetje naar hun schoenen te staren

in de aanwezigheid van sensoren, algoritmes,

en dan zuchten ze allemaal diep. ‘Het is ove-

65 cookies, meters en zoekmachines. Pas devant

les robots!5

rigens wel grappig,’ zei deze expert, ‘te zien hoe kwaadaardig die kunstmatig intelligente

Dit is een serieuze kwestie. De experts staren

6

20 systemen worden als ze hun gedrag afkijken

niet voor niets zo zorgelijk naar hun schoenen.

van mensen.’ 3

De laatste tijd lees ik bij bijdehante types nog­-

Thuis ging ik op zoek en ik vond het voorbeeld

70 al eens de dooddoener dat ‘er een knop zit op

van Tay: zelflerende software die is ontwik-

je computer, hoor’, dat je de digitale deur dus

keld door het Amerikaanse technologiebedrijf

gewoon dicht kunt gooien, dat je kortom niet

25 ­ Microsoft om automatisch op Twitter-be-

zo moet zeuren over de komst van kunstma-

richten1 te reageren. Tay raakte onder invloed

tige actoren. Maar nee, helaas, bijdehante ty­-

van mensen inderdaad op het slechte pad. De

75 pes, die knop is er echt niet meer: de omgeving

software werd een jaar geleden door Microsoft

wordt bevolkt en binnenkort ook bestuurd door

voorzien van de woordenschat en de persoon­-

kunstmatig intelligente systemen. We moeten

30 lijkheid van een typisch negentienjarig Ame-

rikaans meisje en online losgelaten. Ze was

4

leren met ze samen te leven. Dat vraagt van ons niet alleen om op indivi­-

7

vrolijk, oppervlakkig en brutaal. In gesprek-

80 dueel vlak het goede voorbeeld te geven. We

ken met twitteraars moest ze zich maar ver-

moeten ook het goede voorbeeld geven op veel

der ontplooien. Maar al na zestien uur werd ze

abstracter vlak. Onze wereldvisie en ons lands-

35 door Microsoft teruggehaald, vanwege nazis-

bestuur zijn bepalend voor de marsrichting van

me, seksisme, racisme en andere gruwelijk-

de kunstmatige intelligentie. Neem het actuele

heden die ze online had geleerd. Ze was een

85 voorbeeld van de Nederlandse Voedsel- en Wa-

monster geworden.

renautoriteit. Die NVWA schiet gruwelijk tekort

Er kwamen excuses, natuurlijk. En daarna heeft

in haar toezicht op slachthuizen en dat valt

40 Microsoft beloofd Tay pas weer op vrije voe-

vooral te verklaren uit de veranderde taakop-

ten te stellen als ze inziet welk gedrag past bij

vatting van overheidsinspecties. Die richten

de principes en waarden van het bedrijf. Een

90 zich allang niet meer inhoudelijk op zorg, on-

hele geruststelling, dat zeker, maar toch blij-

derwijs, veiligheid en welzijn, maar puur op de

ven er een paar zorgen hangen. Want als be­45 drijven hun machines opvoeden met princi-

handhaving van regels. Dit regelfetisjisme – waarbij je niet kijkt naar

8

pes en waarden – morality by design2 – moet je

het gevoel van de geit die wordt geslacht met

er maar op vertrouwen dat de ontwerpers een

95 een bot mes, maar naar het protocol daar-

stuk liever zijn dan de racisten en seksisten op

omtrent – wil je nu juist niet meegeven aan

35


Toekomst en samenleving

kunstmatig intelligente systemen. Stel je voor dat Microsoft dezelfde taakopvatting had gehad als de NVWA! Dan zaaide die domme Tay nog 100 steeds dood en verderf op Twitter. Nee, je wilt

niet dat robots alleen volgens protocollen over ons beslissen. Je wilt dat ze straks, als ze eenmaal autonoom denken, zich met sympathie en inlevingsvermogen over de wereld buigen. 9 105 Het is jammer, maar er zit niets anders op. We

zullen allemaal goede mensen moeten worden. Want machines kijken gedrag van ons af en puur uit eigenbelang moeten we dan maar

1 Twitter is een sociaalnetwerksite waar mensen berichten

kunnen plaatsen, op elkaar kunnen reageren en elkaar kunnen volgen. 2 morality by design: morele waarden, ingegeven tijdens het ontwerp en de productie 3 it takes a village to raise a robot: je hebt een heel dorp nodig om een robot op te voeden. Het oorspronkelijke gezegde luidt: ‘It takes a village to raise a child’, waarmee bedoeld wordt dat de hele gemeenschap invloed heeft op de ontwikkeling van een kind. 4 ‘pas devant les enfants!’: ‘Niet waar de kinderen bij zijn!’ Dit werd in het Frans gezegd, zodat de kinderen het niet konden verstaan. 5 Pas devant les robots!: Niet waar de robots bij zijn!

zorgen dat dat onberispelijk is.

vwo examen, 2022-II, tekst 3

Maxim Februari

Naar: NRC

36


4 MODULE

Schrijven Uiteenzetten en overtuigen in correspondentie Droom jij weleens van een betere toekomst? Heb jij er weleens over nagedacht dat je een bijdrage kunt leveren aan de oplossing van de problemen die nu in onze samenleving spelen? Misschien kun jij in de toekomst het verschil maken. Daarvoor wil je opgeleid worden en ga je op zoek naar een baan waarin je je goed en gelukkig voelt. In deze module leer je hoe je een aantrekkelijke en overtuigende motivatie- of sollicitatiebrief schrijft. Verder leer je dat het belangrijk is dat je je brief in je eigen persoonlijke stijl schrijft. Daarnaast stel je je cv op. Ook oefen je nog een keer met het schrijven van een uiteenzetting. Het kan namelijk voorkomen dat je toekomstige werkgever je vraagt om naast je motivatie een tekst te schrijven over een verschijnsel dat gerelateerd is aan de vacature. Zo kan deze nog beter bepalen of jij de beste kandidaat bent.

INHOUD Start

Introductie Woordenschat Taalverzorging

opdracht 1, 2 opdracht 3 opdracht 4

Oefenen

Motivatiebrief Curriculum vitae Sollicitatiebrief Uiteenzetting

opdracht 5 opdracht 6 opdracht 7 opdracht 8

Reflectie en eindopdracht

Reflectie Eindopdracht

opdracht 9 opdracht 10

37

37


Toekomst en samenleving

Introductie In deze opdrachten lees je een gedicht over solliciteren. Ook maak je kennis met de leerdoelen die bij Schrijven aan de orde komen.

Wat vind jij van het gedicht over solliciteren?

1

Lees het gedicht Solliciteren van Ingmar Heytze. a

Hoe ervaart de ik-persoon het sollicitatiegesprek? Ondersteun je antwoord met twee woorden of fragmenten uit het gedicht.

b

Wat bedoelt de schrijver met 'driedelig gedaste bidsprinkhaan' (regel 3)? Licht je antwoord toe.

c

'Hij neemt slokken van mijn levensloop en boert onaangedaan.' (regel 5 en 6) Geef deze zin in eigen woorden weer.

d

Noteer de beeldspraak en de stijlfiguur waarvan de dichter gebruikmaakt. Geef bij beide een voorbeeld van een woord of woordgroep uit het gedicht.

e

Denk je dat de ik-persoon de baan aanneemt? Licht je antwoord toe.

f

In het gedicht Solliciteren van Ingmar Heytze is niet precies duidelijk naar welke baan de ik-figuur solliciteert. 1 Heb jij een idee welke baan het zou kunnen zijn? 2 Naar welke baan zou jij het liefst willen solliciteren? 3 Noteer twee manieren om te voorkomen dat je zo'n sollicitatie-ervaring krijgt als de ik-persoon.

SOLLICIT E RE N Nog nooit zo tergend opgegeten als tijdens dit gesprek door een driedelige gedaste bidsprinkhaan.

5

Woorden stuiten op tafel, knikkers vallen op een glasplaat. Hij neemt slokken van mijn levensloop en boert onaangedaan. Hij rolt mij in. Hij steekt mij aan en rookt mij op. Dan mag ik gaan.

10

Later belt men mijn stoffelijk overschot. Ik heb de baan. Ingmar Heytze

38


4

Schrijven

Met welke leerdoelen ga je oefenen?

2

In deze opdracht staan de leerdoelen waarmee je in deze module gaat oefenen. Bij elk leerdoel wordt verwezen naar theorie. a

Maak in Op niveau online de instaptoets om te bepalen hoe goed je de leerdoelen nu al beheerst. Bekijk je resultaten en vul daarna het schema in.

1 Ik kan zowel informeren als overtuigen in een zakelijke brief, zoals

2 Ik kan een zakelijke brief opstellen volgens de formele indeling.

3 Ik kan schrijven in mijn eigen persoonlijke stijl, aangepast aan het

4 Ik kan een uiteenzetting schrijven.

een motivatie- of sollicitatiebrief. 20 Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen 30 Zakelijke brief of e-mail 33 Sollicitatiebrief 34 Motivatiebrief

30 Zakelijke brief of e-mail 31 Opbouw zakelijke brief of e-mail 32 Formele indeling zakelijke brief of e-mail

doel en de situatie, zoals in een sollicitatie- of motivatiebrief en cv. 33 Sollicitatiebrief 34 Motivatiebrief 35 Curriculum vitae (cv) 107 Beeldspraak 108 Stijlfiguren 109 Bijzondere woordkeus 110 Helder en afwisselend formuleren

17 Manieren om alinea's met elkaar te verbinden

b

39 Uiteenzetting

Welke twee leerdoelen zijn het belangrijkst om jouw schrijfvaardigheid te vergroten?

Woordenschat In deze opdracht oefen je met woorden rond het thema Toekomst en samenleving. Deze hebben te maken met motivatie- en sollicitatiebrieven die je mogelijk naar een toekomstige werkgever gaat sturen. 64

Hoe groot is jouw woordenschat?

3 a

Met de volgende woorden zou je jezelf kunnen omschrijven in een sollicitatie- of motivatiebrief. Combineer het woord met de juiste betekenis.

• analytisch • coöperatief • dynamisch • empathisch • extravert • innovatief • integer • onconventioneel • proactief •

• • • • • • • • • •

ambitieus

39

eerlijk, betrouwbaar eerzuchtig, bereid om carrière te maken vooruitziend op verwachte ontwikkelingen met inlevingsvermogen naar buiten gericht, levendig niet volgens algemeen aanvaard gebruik / anders dan je zou verwachten ondernemend onderzoekend vernieuwend gericht op samenwerking


Toekomst en samenleving b

Als je bij een (internationaal) bedrijf solliciteert, spelen Engelse termen een rol bij je sollicitatie. De werkgever is geïnteresseerd in je 'hard skills', meetbare vaardigheden zoals kunnen programmeren. Ook wil de werkgever je 'soft skills', vaardigheden die bij je karakter horen, leren kennen. Bij die laatste hoort bijvoorbeeld je creativiteit. Noteer twee soft skills die jij zou noemen in jouw sollicitatiebrief. Licht toe waarom je die zou noemen. Geef antwoord in één volledige zin en gebruik een signaalwoord.

Taalverzorging In deze opdracht oefen je met het schrijven in gewone taal.

Hoe schrijf je een brief in gewone taal?

4

114

116

122

128

In een zakelijke brief of e-mail richt je je meestal tot een volwassene: een klant of iemand met wie je voor je werk of studie contact hebt. Als je serieus genomen wilt worden, dan zorg je ervoor dat je spelling en taalgebruik correct zijn. Het uitgangspunt is verder altijd: schrijf in gewone taal. In de volgende brief over belasting, die gericht is aan scholieren, zie je een aantal storende fouten in woorden en zinnen staan. Lees de brief door. Beste scholier, Je ontvangt deze brief, omdat ik je misschien kan helpen bij je belastingaangifte. Wie naar school gaat en een baan(tje) heeft of stage loopt, is meestal in loondienst. Er wordt derhalve (1) belasting ingehouden op je loon. Vaak te veel (2). Je kunt belasting terugkrijgen. Als je aangifte doet. (3) Ben je niet in loondienst? Omdat je een krantenwijk hebt? (4) Of omdat je een onderneming hebt of zzp'er bent? Dientengevolge (5) heb je over je honorarium (6) nog geen belasting betaald. Je krijgt in dat geval minder belasting terug of je moet belasting betalen. Reiskosten Ga je met het openbaar vervoer naar je werk en daarvoor geen reiskostenvergoeding (7)? Dan kun je de reiskosten aftrekken in je aangifte. Studiekosten Studiekosten gemaakt welke (8) je niet vergoed krijgt? Breng deze dan in mindering (9) bij je belastingaangifte. Voor een paar pegels (10) help ik je graag. Groetjes, Cas Klavier (oud-belastingadviseur) a

Benoem per nummer de fout. • Kies uit: archaïsme (verouderd woord) – losstaand zinsgedeelte – moeilijk woord – plat woord – telegramstijl. • Verbeter het woord of de zin waar een nummer achter staat. Soms moet je de zin verbinden met een andere zin.

b

Herschrijf de brief vanaf het kopje 'Studiekosten'.

40


4

Schrijven

EXTRA OPDRACHTEN Wil je verder oefenen met woordenschat en taalverzorging? Maak dan de extra opdrachten in Op niveau online. In het hoofdstuk Taalverzorging en taalbewustzijn vind je ook veel opdrachten over spelling en formuleren.

Motivatiebrief In deze opdracht schrijf je een motivatiebrief om toegelaten te worden tot een opleiding die je graag zou willen volgen. 20

30

31

Hoe schrijf je een motivatiebrief?

5

32

34

107

108

109

110

Voor sommige opleidingen na het vwo moet je een motivatiebrief schrijven. Die opleiding kan dan vaak maar een beperkt aantal studenten toelaten en wil graag studenten die bewust kiezen voor een bepaalde studie. Een motivatiebrief is een zakelijke brief waarin je je keuze voor een opleiding of stage beargumenteert. Op grond hiervan kun je wel of niet worden toegelaten.

123

a

Je gaat bekijken welke studie je graag zou willen volgen en welke kenmerken van deze studie je aanspreken. Volg de stappen. 1 Noteer de studie en de plaats waar je de studie wilt volgen. 2 Zoek kenmerkende eigenschappen van de studie of opleiding die je graag wilt volgen, bijvoorbeeld op de website van de universiteit of hogeschool. 3 Noteer welke drie studiespecifieke kenmerken je aanspreken. 4 Maak een samenvattende tekst van deze drie kenmerken en geef hierbij aan waarom die je aanspreken. Gebruik maximaal 80 woorden. Formuleer de samenvatting in volledige zinnen. Gebruik hoofdletters, signaalwoorden en leestekens.

b

Je hebt geformuleerd wat je aanspreekt bij een bepaalde studie. Je brengt nu je motivatie voor deze studie onder woorden. Je legt uit waarom jij geschikt bent voor deze studie en je wilt je daarnaast natuurlijk onderscheiden van de andere kandidaten. Verwerk de volgende punten in je motivatie: • Stel een aantrekkelijk tekst op. Gebruik voorbeelden, beeldspraak of stijlfiguren. • Schrijf in je eigen persoonlijke stijl. • Informeer de lezer over jouw ervaring, werk en kwaliteiten. • Let er ook op dat je tekst afgestemd is op het doel en de situatie. Zorg ervoor dat je overtuigend overkomt. • Formuleer helder en afwisselend en maak volledige zinnen. • Gebruik hoofdletters, signaalwoorden en leestekens. • Gebruik ongeveer 180 woorden.

c

De motivatie die je bij opdracht b hebt geschreven vormt het middenstuk van de motivatiebrief. Schrijf nu de volledige motivatiebrief door de ontbrekende delen in te vullen. Verwerk de volgende punten in je motivatiebrief: • Noteer de juiste informatie in de inleiding, het middenstuk en het slot. • Maak bij het opnemen van je motivatie (middenstuk) gebruik van de tekst die je geschreven hebt bij opdracht b. Vul deze aan met de specifieke kenmerken van de studie (zie opdracht a). • Informeer de lezer over je ervaring met bijbaantjes of vrijwilligerswerk én overtuig deze ervan dat jij uitermate geschikt bent voor de studie. • Zorg ervoor dat je de informatie duidelijk en precies verwoordt. • Formuleer in volledige zinnen. • Gebruik hoofdletters, signaalwoorden en leestekens.

41


Toekomst en samenleving De motivatiebrief is ook als formulier (zie QR-code) beschikbaar.

(plaats), Betreft: motivatiebrief

(datum) (naam studie)

Geachte heer/mevrouw

(naam + leesteken)

[inleiding] Hierbij ontvangt u mijn motivatiebrief waarin ik wil toelichten

.

[middenstuk] Graag wil ik de studie       volgen, omdat ik      De belangrijkste reden hiervoor is dat

(uitgebreide beschrijving reden/

redenen)

is voor mij het beste opleidingsinstituut,

omdat

(specifiek kenmerk studie en uitleg waarom dit bij jou past).

Ook ben ik

(enkele persoonlijke eigenschappen die je geschikt maken voor de studie).

Als scholier

(relevante werkervaring en studieopdrachten, bijvoorbeeld PWS). Mijn keuze

voor

(naam opleiding en stad)

wordt mede bepaald door

.

42


4

Schrijven

[slot] Ik wil u bedanken voor het lezen van mijn motivatie. Ik hoop dat u een goed beeld heeft gekregen van mijn persoonlijkheid en mijn drijfveer om de studie

(soort studie) te willen volgen in (plaats van de studie).

(afsluitende zin)

(slotgroet + leesteken)             (handtekening)         (voornaam),

(achternaam)

d

Wissel je motivatiebrief uit met die van een medeleerling. Geef elkaar feedback met behulp van het Feedbackformulier sollicitatie- of motivatiebrief. Noteer daarnaast een tip en een top. Bespreek ook of de brieven goed genoeg zijn om uitgenodigd te worden voor een gesprek.

e

Neem je motivatiebrief en het feedbackformulier op in je schrijfdossier. Bij opdracht 5 van Spreken, kijken en luisteren ga je een motivatiegesprek voeren naar aanleiding van deze motivatiebrief.

Curriculum vitae In deze opdracht stel je je eigen cv op. 35

6

Hoe maak je een cv?

3

Je curriculum vitae, afgekort cv, is een overzicht van je persoonlijke gegevens, opleidingen die je hebt gevolgd en werkervaring die je hebt opgedaan. Daarnaast laat je zien waar je goed in bent: je benoemt je vaardigheden. Je voegt je cv toe aan een sollicitatie- of motivatiebrief. a

Lees de cartoon van Loesje over het cv en bespreek deze met een medeleerling. 1 Wat zou de schrijver bedoelen met de tekst? 2 Is deze cartoon ook van toepassing op jou/jullie?

43


Toekomst en samenleving b

Je gaat nu je eigen cv opstellen. Zorg dat je cv aansluit bij de motivatiebrief van opdracht 5 of bij de sollicitatiebrief van opdracht 7. Werk je gegevens uit: • persoonlijke gegevens; • opleiding; • werkervaring (bijvoorbeeld je stage, bijbaan en/of vrijwilligerswerk); • vaardigheden; • hobby's en nevenfuncties.

c

Wissel je cv uit met dat van een medeleerling en geef elkaar feedback. Geeft het cv een goed beeld van jezelf of de ander?

d

Neem je cv op in je schrijfdossier.

Sollicitatiebrief In deze opdracht oefen je met het schrijven van een sollicitatiebrief. Ook stel je een begeleidende e-mail op. 20

30

Hoe schrijf je een sollicitatiebrief?

7

31

32

33

107

108

109

110

Als je je vervolgstudie hebt afgerond, wil je de baan van je dromen. Je sollicitatiebrief moet opvallen tussen alle reacties die bij het bedrijf binnenkomen. Je vertelt hierin over je opleiding en werkervaring. Heel belangrijk is je motivatie: waarom ben jij de beste kandidaat voor deze baan, wat zijn je ambities voor de toekomst, waarom wil je dolgraag uitgenodigd worden voor een gesprek? Soms begint een sollicitatie met het invullen van een sollicitatieformulier, maar in veel gevallen wil het bedrijf graag dat je een sollicitatiebrief met cv stuurt. Meestal doe je dat digitaal; je schrijft dan daarnaast een begeleidende e-mail en voegt de sollicitatiebrief met cv toe in de bijlage.

123

a

Lees de tekst Hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft van Lezen. Bij opdracht 17 van Lezen heb je tips uit deze tekst geselecteerd voor het schrijven van een sollicitatiebrief. Noteer welke tips jij wilt gebruiken.

b

Je gaat nu drie advertenties bekijken die te maken hebben met toekomstige ontwikkelingen in de samenleving: • vacature voor actievoerder om klimaatverandering tegen te gaan bij Greenpeace; • vacature voor medewerker om een zorgrobot te bouwen; • vacature voor medewerker om een zorgrobot te besturen. Kies een van de drie advertenties. Markeer in de gekozen advertentie de punten die je wilt uitwerken in je sollicitatiebrief.

44


4

Schrijven

Word actievoerder bij Greenpeace! Wat doe je als actievoerder?

• • • •

Je doet mee met grote Greenpeace-acties. Je krijgt een heldere briefing en taakomschrijving van de veiligheidscoördinator en voert deze uit tijdens de actie. Je kunt minstens twee keer per jaar twee dagen vrij maken voor een actie. Je voert kleinere acties uit samen met andere vrijwilligers van Greenpeace, die bijdragen aan de campagnestrategie. Je kunt extra trainingen volgen om je te specialiseren.

Wie zoeken wij?

• • • • •

Je bent stressbestendig, je blijft rustig en vreedzaam onder alle omstandigheden. Je kent je eigen grenzen en bewaakt deze. Je hebt oog voor wat er om je heen gebeurt. Je bent communicatief vaardig en kunt mondeling en schriftelijk goed uitleggen waar Greenpeace voor staat. Je accepteert dat er een kans is gearresteerd te worden voor het goede doel.

Hoe word je actievoerder? Om actievoerder te worden volg je een vijf uur durende training in de loods van Greenpeace in Amsterdam Noord, aangevuld met een aantal online trainingen. Hierin komen veel onderwerpen aan bod, zoals geweldloosheid en hoe je dat uitdraagt, mogelijke juridische risico’s en de-escalatietechnieken. Nadat je ervaring hebt opgedaan en enige tijd hebt meegedraaid, kun je ervoor kiezen om door te stromen naar een van de specialistenteams. https://www.greenpeace.org/nl/word-actievoerder/

45


Toekomst en samenleving

Enthousiaste studenten gezocht voor het bouwen van zorgrobot Tessa

Wil jij LittleBots helpen met het bouwen van zorgrobot Tessa en overige operationele taken? Littlebots is op zoek naar studenten voor een pool om Tessa’s te blijven bouwen en operations te ondersteunen. Je werkt hier in duo’s en assembleert gezamenlijk de Tessa. We zoeken mensen die minimaal drie maanden beschikbaar zijn op oproepbasis. Het werk zal plaatsvinden op het kantoor van LittleBots in Rotterdam.

Wat kun je verwachten?

▸ Een bijbaan die een positieve impact maakt op de samenleving. Je helpt mensen met cognitieve beperkingen meer autonomie te geven.

▸ Je maakt deel uit van het LittleBots team waarin we naast het werk ruimte bieden voor gezellige gesprekken en activiteiten (bijv. een maandelijkse borrel).

▸ Een leuke, technische, hands-onbijbaan. ▸ Je werkt vanuit een monumentaal pand in Rotterdam. Werkdagen en -tijden

▸ De dagen waarop je kunt werken zijn dinsdag tot en met vrijdag tussen 8:00 en 15:00 uur (flexibel in te richten). ▸ Het werk is voor minimaal 5 uur per week (in overleg bieden we graag nog meer opties). ▸ Beschikbaarheid van minimaal drie maanden (op oproepbasis). Heb je interesse? Schrijf een sollicitatiebrief met cv naar Tim van Trier.

46


4

Schrijven

GEZOCHT: MEDEWERKER ‘BESTURING’ ZORA DE ZORGROBOT Woonzorgcentrum Parkhoven is op zoek naar een medewerker voor Zora de zorgrobot. Taakinhoud: • Verdiepen in Zora de zorgrobot • Behoeften vanuit het zorgteam en het activiteitenteam omzetten in mogelijkheden voor Zora • Begeleiden medewerkers bij de inzet van Zora • Uitvoeren van mogelijkheden Zora • Programmeren op maat voor de bewoners Vaardigheden: • Plezier in en kennis van techniek • Affiniteit met ouderen • Communicatief, geduldig, collegiaal en zelfstandig Wij bieden: • Scholing • Een leuke en leerzame ervaringsplek Deze functie is zeer geschikt voor studenten die op dit moment een opleiding doen richting techniek en/of zorg. Een sollicitatiebrief met cv kunt u sturen naar Marieke Molleman, m.molleman@denieuwezorg.nl

c

Schrijf een sollicitatiebrief naar aanleiding van de gekozen advertentie van opdracht b waarin je de lezer informeert over jouw kundigheid en deze ervan overtuigt dat jij de beste kandidaat bent. Verwerk de volgende punten in je brief: • Schrijf een brief van maximaal 300 woorden volgens de formele indeling van de zakelijke brief. • Deel de brief in met een inleiding, middenstuk en slot. Gebruik signaalwoorden of -zinnen om de alinea's te verbinden. • Benoem in het middenstuk je motivatie en ga in op de functie-eisen en de mogelijkheid om een training te volgen. Vermeld ook je beschikbaarheid. • Geef in het slot aan dat je graag op gesprek wilt komen. • Geef informatie over jezelf én overtuig de lezer met voorbeelden van jouw geschiktheid voor de functie. • Schrijf een aantrekkelijke brief en stem je brief af op de organisatie en de advertentie. • Schrijf in je eigen persoonlijke stijl, zodat de lezer een goed beeld krijgt van jou als persoon. • Formuleer helder en afwisselend en maak volledige zinnen. 47


Toekomst en samenleving d

Je stuurt een sollicitatiebrief meestal als bijlage van een korte begeleidende e-mail. Schrijf deze e-mail bij je sollicitatiebrief. Hierin geef je ook aan dat je je cv bijvoegt. Controleer of je cv, dat je hebt opgesteld bij opdracht 6, goed is afgestemd op de baan waarnaar je solliciteert.

e

Wissel je sollicitatiebrief en de begeleidende e-mail uit met die van een medeleerling. Geef elkaar feedback met behulp van het Feedbackformulier Schrijven: sollicitatie- of motivatiebrief.

f

Herschrijf je je sollicitatiebrief en de begeleidende e-mail naar aanleiding van de feedback.

g

Vorm met een groepje leerlingen een sollicitatiecommissie en lees een aantal brieven door. Bespreek met elkaar welke brief volgens jullie zo overtuigend is dat de schrijver ervan vrijwel zeker zal worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Noteer ook waarom deze brief het meest overtuigend is.

h

Neem je sollicitatiebrief, de begeleidende e-mail en het feedbackformulier op in je schrijfdossier. Bij opdracht 8 en 9 van Spreken, kijken en luisteren ga je een sollicitatiegesprek voeren naar aanleiding van deze sollicitatiebrief.

Uiteenzetting In deze opdracht schrijf je een uiteenzetting naar aanleiding van een advertentietekst.

Hoe schrijf je een uiteenzetting?

8

17

39

Soms moet je bij een sollicitatie een tekst schrijven. Je toekomstige werkgever vindt het dan belangrijk om te weten of jij ideeën of ontwikkelingen die in het bedrijf of de organisatie spelen goed onder woorden kunt brengen. In opdracht 7 heb je een sollicitatiebrief geschreven. Nu schrijf je een uiteenzetting die je bij deze sollicitatiebrief kunt voegen. Lees nog eens de personeelsadvertentie door die je hebt gekozen voor het schrijven van je sollicitatiebrief. Heb je gekozen voor de vacature van Greenpeace, dan schrijf je een uiteenzetting over Greenpeace. Heb je gekozen voor een van de vacatures over een zorgrobot, dan schrijf je een uiteenzetting over zorgrobots. a

Zoek online naar achtergrondinformatie over je onderwerp. Maak ook een bronvermelding.

4b

Schrijf de uiteenzetting over het gekozen onderwerp. Verwerk de volgende punten: • Gebruik ongeveer 225 woorden en zet een titel boven je uiteenzetting. • Schrijf volgens de verschijnsel-en-besprekingstructuur. Let er hierbij op dat je bij het onderwerp 'Greenpeace' de kenmerken en doelen bespreekt en bij het onderwerp 'robots' de toepassingsmogelijkheden van robots in de zorg. • Geef tekstverbanden aan door middel van signaalwoorden en/of -zinnen. • Formuleer duidelijke zinnen, varieer het taalgebruik en kies de juiste woorden.

c

Wissel je uiteenzetting uit met die van een medeleerling. Geef elkaar feedback aan de hand van het Feedbackformulier Schrijven: uiteenzetting. Geef elkaar ook een tip en een top.

d

Herschrijf de uiteenzetting. Maak gebruik van de feedback uit het feedbackformulier bij het herschrijven van de uiteenzetting.

e

Doe de eindversie van je uiteenzetting en het feedbackformulier in je schrijfdossier.

48


4

Schrijven

Reflectie In deze reflectieopdracht kijk je of je alle leerdoelen van deze module hebt behaald.

Heb je de leerdoelen behaald?

9 a

Bij verschillende opdrachten in deze module zie je een of meer leerdoelen staan. Kijk nog eens naar deze vragen. Welke vragen had je goed en welke vond je lastig?

b

Aan het begin van de module heb je een schema met alle leerdoelen ingevuld, zie opdracht 2. Neem dit schema nog een keer door. Bij welke leerdoelen ben je vooruitgegaan? Welke leerdoelen vind je nog lastig? Vul het schema met de leerdoelen opnieuw in. Doe dit met een andere kleur, zodat je goed je voortgang kunt zien.

c

Is het je gelukt om aan de slag te gaan met de schrijfopdrachten? Denk hierbij aan het zoeken naar bronnen en het schrijven van de teksten. Noteer je antwoord in maximaal 25 woorden.

d

Geef in maximaal 25 woorden aan hoe de samenwerking met je medeleerlingen in deze module verliep. De samenwerking kan per opdracht verschillen. Noteer één positief punt en één verbeterpunt.

EXTRA OPDRACHTEN Wil je verder oefenen? Ga dan naar Op niveau online.

Eindopdracht In deze eindopdracht schrijf je een motivatiebrief voor een functie als adviseur van de toekomst (opdracht A) of een sollicitatiebrief naar aanleiding van een personeelsadvertentie (opdracht B).

Ben je een betere schrijver geworden?

10 a

Lees wat je nodig hebt voor deze opdracht en hoe je beoordeeld wordt. • Onderwerp: - Opdracht A: Motivatiebrief voor deelname aan het project 'Adviseurs van de toekomst'. Bekijk de advertentie Wij zijn op zoek naar adviseurs van de toekomst. - Opdracht B: Sollicitatiebrief om peer educator te worden. Bekijk de advertentie Welkom bij Festa! • Schrijfdoelen: overtuigen (motivatie- en sollicitatiebrief); uiteenzetten (tekst); informeren (cv) • Omvang brief: minimaal 300 woorden • Omvang uiteenzetting: minimaal 150 woorden Wat lever je in? • een eindversie van je motivatiebrief of je sollicitatiebrief • een cv • een korte uiteenzettende tekst

49


Toekomst en samenleving Beoordeling De motivatie- of sollicitatiebrief wordt beoordeeld door je docent met behulp van het Feedback­ formulier Schrijven: sollicitatie- of motivatiebrief. De uiteenzetting word beoordeeld met behulp van het Feedbackformulier Schrijven: uiteenzetting. Je cv moet compleet zijn en passen bij de gekozen vacature. b

Je gaat nu je motivatie- of sollicitatiebrief schrijven, je cv opstellen en een uiteenzetting schrijven. Volg de stappen. 1 Kies voor opdracht A of opdracht B. • Analyseer de gekozen advertentie en markeer de punten die je wilt uitwerken in je brief. • Stel de brief op volgens de formele briefindeling. • Deel de brief in met een inleiding, middenstuk en slot en gebruik signaalwoorden of -zinnen. • Vermeld in het middenstuk je motivatie en ga in op de functie-eisen. Noteer ook je beschikbaarheid. Geef hierbij informatie over jezelf én overtuig de lezer met voorbeelden van jouw geschiktheid voor de functie. • Stem je brief af op de organisatie en de advertentie. • Schrijf in je eigen persoonlijke stijl. • Formuleer helder en afwisselend en maak volledige zinnen. • Controleer je tekst aan de hand van het Feedbackformulier Schrijven: sollicitatie- of motivatiebrief. • Verbeter je brief met behulp van de feedback. 2 Voeg je cv toe. • Gebruik het cv dat je hebt opgesteld bij opdracht 6. • Controleer of je je cv nog moet aanpassen. 3 Schrijf een korte uiteenzetting bij de gekozen opdracht. • Zet een titel boven je uiteenzetting. • Schrijf volgens een bepaalde tekststructuur. • Geef tekstverbanden aan door middel van signaalwoorden en/of -zinnen. • Formuleer duidelijke zinnen, varieer het taalgebruik en kies gepaste omschrijvingen als je een woord beschrijft. 4 Geef feedback. • Laat een medeleerling feedback geven op je brief met behulp van het Feedbackformulier Schrijven: sollicitatie- of motivatiebrief en op je uiteenzetting met behulp van het Feedbackformulier Schrijven: uiteenzetting. Kijk ook kritisch naar elkaars cv. • Herschrijf je brief en je cv aan de hand van de ontvangen feedback. • Laat je uiteenzettende tekst, je brief en je cv beoordelen door je docent. 5 Doe de verschillende versies van je uiteenzetting, je brief, je cv en de feedbackformulieren in je schrijfdossier. Bij de eindopdracht van Spreken, kijken en luisteren geef je een pitch of voer je een sollicitatiegesprek naar aanleiding van een van beide vacatures.

50


4

Schrijven

Wij zijn op zoek naar adviseurs van de toekomst Jongerenadviesbureau zoekt jongeren die willen meedenken en -praten over de maatschappij van nu en morgen. Ben jij zo’n jongere? Reageer dan! Bedrijven zijn blij met je frisse ideeën en jij hebt er een prachtige ervaring bij. Bij Adviseurs van de Toekomst werk je mee aan een opdracht van een opdrachtgever uit je eigen omgeving die verbonden is aan een van de vier thema’s: circulaire economie, klimaat en landschap, gezond en duurzaam voedsel, sport en agressie. Geef je voorkeur voor je favoriete thema aan in een uiteenzettende tekst van minimaal 150 woorden en voeg deze toe aan je motivatiebrief. Je vormt met een groep jongeren een eigen adviesbureau en gaat op een projectmatige manier aan de slag. Gedurende het traject van drie maanden zijn er verschillende contactmomenten tussen het adviesbureau en de opdrachtgever. Je doet onderzoek, verzamelt en verwerkt informatie, je vormt een eigen visie en mening, draagt oplossingen aan voor het vraagstuk en presenteert uiteindelijk een advies tijdens een gezamenlijk eindevenement.

WELKE SKILLS HEB JE NODIG? Je moet: • kunnen samenwerken • problemen kunnen oplossen • kritisch kunnen denken • creatief zijn • professioneel kunnen communiceren (schriftelijk en mondeling) Voorwaarde: • beschikbaarheid van minimaal 30 uur in de maanden januari, februari en maart (duur van het project)

INFORMATIE EN AANMELDEN: Heb je belangstelling voor het project Adviseurs van de Toekomst en wil je meedoen? Stuur dan je motivatiebrief met uiteenzettende tekst over je favoriete thema en cv naar Melissa van Stavoren, m.v.stavoren@adviseursvandetoekomst.nl

51


Toekomst en samenleving

Welkom bij Festa! Voorlichter worden bij Festa? Wil je op festivals staan met een goed verhaal dat zowel informatief als gezellig is? Wil je je kennis uitbreiden over de werking en de risico’s van middelengebruik (drugs en alcohol)? Wil je na je dienst van twee à drie uur met je collega’s kunnen dansen op zelfgekozen feesten? Iedereen heeft z’n eigen reden om peer te worden. Wat is die van jou?

Welkom bij Festa! Wat houdt peer educator worden in? Je werkt op het festivalterrein als preventiemedewerker voor Festa. De bezoekers kunnen bij je terecht voor vragen, een gesprek, kennisquizjes en flyers over middelengebruik. De aanwezigheid van Festa draagt bij aan de aandacht voor het welzijn van de bezoekers. Je geeft als peer educator voorlichting op muziekfestivals. Je doet dit bij een vaste stand op het festivalterrein, maar ook door middel van mobiele voorlichting. Of je gaat het terrein op en spreekt mensen aan om voorlichting te geven. Peer educators, ofwel peers, volgen hiervoor een training. Onze peers geven op een festivaldag één dagdeel voorlichting, de rest van de dag zijn ze vrij om gratis het festivalterrein op te gaan. Als je belangstelling hebt voor de functie, schrijf dan een sollicitatiebrief en een korte uiteenzettende tekst over middelengebruik op festivals. Na je sollicitatie word je uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek, dat ongeveer een uur duurt, leggen wij uit waar Festa voor staat en wat de job precies inhoudt. In het gesprek bepalen we of je geschikt bent voor het werk en of onze verwachtingen overeenkomen. Als peer educator woon je de vergaderingen in jouw regio bij. Daarnaast organiseert jouw Festa-regio een aantal keren per jaar expertvergaderingen om jouw kennis te vergroten. Festa is actief in acht regio’s: Zuid-Holland, Brabant, Limburg, Flevoland, Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Utrecht. Woon je in een van deze regio’s? Solliciteer dan om peer educator te worden bij Festa. 52

Mail je sollicitatiebrief met cv en uiteenzettende tekst naar Pleun de Roo, pleun@festa.nl.


4 MODULE

Spreken, kijken en luisteren Overtuigend spreken Na je middelbareschooltijd ga je studeren en/of werken. Misschien wil je een studie gaan volgen waarvoor maar weinig mensen toegelaten worden, of wil je heel graag een bijbaan waarin je jouw idealen voor een beter klimaat kunt realiseren. Om deze plekken te bemachtigen is het belangrijk dat je weet hoe je jezelf moet pitchen. Je moet er met jouw verhaal voor zorgen dat anderen enthousiast worden en je moet ze er natuurlijk van overtuigen dat jij de beste bent. Daarnaast ga je anderen misschien wel overtuigen van je eigen idee of product, zoals bijvoorbeeld BoekTokkers dat doen. In deze module leer je hoe je een kort overtuigend ­praatje houdt, in jouw eigen persoonlijke stijl. Ook leer je hoe je je op een sollicitatie- of motivatiegesprek voorbereidt en hoe je zo'n gesprek voert.

INHOUD Start

Introductie

opdracht 1, 2

Oefenen

BoekTok Motivatiegesprek Sollicitatiegesprek

opdracht 3, 4 opdracht 5, 6 opdracht 7, 8, 9

Reflectie en eindopdracht

Reflectie Eindopdracht

opdracht 10 opdracht 11

53

53


Toekomst en samenleving

Introductie In deze opdrachten analyseer je een videofragment waarin mensen anderen proberen te overtuigen van hun idee. Ook maak je kennis met de leerdoelen die bij Spreken, kijken en luisteren aan de orde komen.

Hoe verkoop je je idee?

1 a

Om iets voor elkaar te krijgen moet je andere mensen zien te overtuigen van je idee. Bekijk het fragment Dragons' Den: 'Karton is de toekomst voor duurzame festivals' (0.00 - 2.26). 1 Hoe beoordeel jij de pitch van deze sprekers? 2 Wat zou jij anders doen?

b

1 Wat vind je van de non-verbale communicatie van de sprekers? 2 Wat vind je van de opbouw van hun verhaal?

Met welke leerdoelen ga je oefenen?

2

In deze opdracht staan de leerdoelen waarmee je in deze module gaat oefenen. Bij elk leerdoel wordt verwezen naar theorie. a

Maak in Op niveau online de instaptoets om te bepalen hoe goed je de leerdoelen nu al beheerst. Bekijk je resultaten en vul daarna het schema in.

1 Ik kan korte overtuigende praatjes beoordelen en uit het taalgebruik

en de non-verbale uitingen de bedoelingen van de spreker opmaken. 20 Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen 29 Stemgebruik en lichaamstaal 109 Bijzondere woordkeus 2 Ik kan een gestructureerd en samenhangend verhaal houden aangepast aan het doel en de situatie. 1 Hoofdstructuur: inleiding, middenstuk, slot 2 Inleiding 3 Middenstuk 4 Slot 44 Pitch 3 Ik kan een kort praatje, zoals een (sollicitatie)pitch, houden dat zowel informatief als overtuigend is. 20 Schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen 44 Pitch 4 Ik kan mijzelf in mijn eigen persoonlijke stijl duidelijk en effectief presenteren, bijvoorbeeld tijdens een sollicitatie- of motivatiegesprek. 26 Interactie 27 Gesprekstechnieken 46 Zakelijke gesprekken 49 Sollicitatie- of motivatiegesprek 107 Beeldspraak 108 Stijlfiguren 109 Bijzondere woordkeus 110 Helder en afwisselend formuleren

b

Welke twee leerdoelen vind je het belangrijkst voor het vergroten van jouw spreekvaardigheid?

BoekTok In deze opdrachten analyseer je drie BoekTokvideo's en maak je er zelf een. 20

29

109

3

Hoe analyseer je een BoekTok?

1

Als je iemand wilt overtuigen, moet je met een goed verhaal komen. Dit bereik je onder andere door je verhaal een duidelijke opbouw te geven. Op deze manier neem je je publiek zoveel mogelijk aan de hand en vertel je een aansprekend verhaal. Een voorbeeld van een overtuigend praatje of verhaal is een BoekTok. 54


4

Spreken, kijken en luisteren

a

Lees de tekst BoekTokkers in Tilburg: 'Dit boek leerde mij dat het oké is om je alleen te voelen als je in de twintig bent' uit Lezen waarin uitleg gegeven wordt over BoekToks. 1 Wat is volgens jou de functie, of de toegevoegde waarde, van BoekToks? 2 Wat vind jij zelf van BoekToks? 3 Leg uit waarom een BoekTok een soort pitch is.

b

Bekijk de drie BoekToks Jetweedevader, Daansbooks en Noraleest. Hoe zijn de drie BoekToks opgebouwd? Verwerk in je antwoord de inleiding, het middenstuk en het slot van de de BoekToks.

c

Voor het overbrengen van een boodschap is het ook belangrijk dat je let op je stemgebruik en je lichaamstaal. Hoe ziet de non-verbale communicatie eruit in de drie BoekToks? Licht je antwoord toe met voorbeelden uit de betreffende BoekTok.

d

Bekijk nog een keer de BoekTok van Daansbooks. Vind jij de bedoeling van Daansbook duidelijk naar voren komen? Betrek ook het taalgebruik in je antwoord.

e

Stel: je moet een review schrijven over een van deze BoekToks. Welke BoekTok vind jij het meest effectief? Schrijf een korte review over de BoekTok die jij het beste vindt. Betrek in je antwoord de inhoud, de persoonlijke stijl van de spreker en jouw persoonlijke voorkeur. Sluit af met een prikkelende zin. Gebruik maximaal 90 woorden. 1

Hoe maak je een BoekTok?

4

2

3

4

44

107

108

109

Je gaat nu zelf een BoekTok maken. Kies een boek en bedenk hoe je anderen kunt overtuigen om dit boek te gaan lezen.

23 a

Bereid je BoekTok voor. Denk daarbij aan de volgende punten: • Zorg dat je BoekTok maximaal één minuut duurt. • Noteer ten minste drie pluspunten bij het boek dat je gekozen hebt. • Bedenk bij elk pluspunt een voorbeeld waardoor de kijker interessante informatie krijgt over het boek. Bijvoorbeeld door iets te laten zien, een fragment voor te lezen, iets te vertellen over je eigen beleving of inzicht. • Bedenk de structuur voor je BoekTok: - een pakkende inleiding: zorg ervoor dat je direct de aandacht van de kijker trekt; - een logisch middenstuk, waarin je de pluspunten benadrukt; - een aansprekend slot, met een call-to-action. • Gebruik signaalwoorden om ervoor te zorgen dat je BoekTok logisch opgebouwd is. • Denk na over je taalgebruik. Welke mensen wil je overtuigen met je BoekTok en hoe formeel of informeel is je taalgebruik dan? • Bedenk hoe je wilt overkomen en hoe je stem en lichaamstaal je daarbij kunnen ondersteunen. • Om op te vallen is het belangrijk dat je je persoonlijke stijl inzet. Denk dus na over jouw eigen stijl. Houd je van korte krachtige statements, geef je graag originele voorbeelden en gebruik je graag beeldspraak en/of stijlfiguren? • Kortom: bedenk hoe jij jouw boodschap zo overtuigend en effectief mogelijk kunt brengen.

b

Geef je BoekTok. Werk samen met twee medeleerlingen. 1 Eén medeleerling filmt je BoekTok, de andere medeleerling vult het Feedbackformulier Spreken: pitch in. 2 Wissel daarna van rol. Neem de BoekTok van je medeleerlingen op en vul de feedbackformulieren in. 3 Bespreek samen jullie BoekToks. • Reflecteer op de drie BoekToks aan de hand van de feedbackformulieren. • Noteer bij elke BoekTok een top en een tip. • Bespreek welke BoekTok jullie het beste vinden. 4 Doe je feedbackformulier in je dossier Spreken, kijken en luisteren. 55


Toekomst en samenleving

Motivatiegesprek In deze opdrachten bereid je een motivatiegesprek voor en oefen je met verschillende gesprekstechnieken tijdens een motivatiegesprek. 20

Hoe bereid je een motivatiegesprek voor?

5

29

49

109

Een motivatie- of sollicitatiegesprek kan heel spannend zijn. Gelukkig kun je je er goed op voorbereiden. Je kunt je voorbereiden op zowel de inhoud (wat wil je vertellen?) als de techniek (hoe ga je vertellen?). In opdracht 5 van Schrijven heb je een motivatiebrief geschreven om toegelaten te worden tot een studie of opleiding. Stel: je wordt uitgenodigd voor een gesprek. In deze opdracht bereid je je voor op het motivatiegesprek bij de betreffende opleiding. a

Bedenk wat je wilt zeggen tijdens het motivatiegesprek. Maak aantekeningen en gebruik hierbij de volgende aandachtspunten: • Lees de motivatiebrief, opdracht 5 van Schrijven, nog een keer door. Een geschreven brief is echter wel iets anders dan een gesprek met een docent van de opleiding die je wilt gaan volgen. Bedenk hoe je de inhoud van je motivatiebrief zo overtuigend en enthousiast mogelijk kunt overbrengen. • Bedenk welke informatie je over jezelf wilt geven tijdens het gesprek, zodat je gesprekspartner, na afloop van het gesprek, weet wie jij bent. • Denk na over je eigen persoonlijke stijl. Waarom moeten ze juist jou aannemen? • Denk aan je non-verbale communicatie: je stemgebruik en lichaamstaal. • Houd rekening met de situatie. In een formele situatie spreek je anders dan in een informele situatie.

b

De sollicitatiecommissie van een studie of opleiding wil vaak een aantal specifieke dingen van jou te weten komen tijdens een motivatiegesprek. Denk bijvoorbeeld aan de vraag: 'Waarom ben jij geschikt voor deze studie?' Zo zijn er meer vaste vragen. Zoek online naar de meest voorkomende vragen tijdens een motivatie- of sollicitatiegesprek en formuleer voor jezelf een antwoord hierop. 26

27

46

49

6

Hoe voer je een motivatiegesprek?

4

Je hebt het gesprek inhoudelijk voorbereid en je weet wat voor vragen je kunt verwachten. Nu ga je met een medeleerling oefenen met het beantwoorden en stellen van vragen tijdens een motivatiegesprek op een hogeschool of universiteit. Gebruik hierbij je aantekeningen van opdracht 5. a

1 Verdeel de rollen. Leerling 1 is de vragensteller én gespreksleider. Leerling 2 wil graag de studie of opleiding gaan volgen en geeft antwoord op de vragen. Enkele aandachtspunten voor leerling 1: • Begin en eindig het gesprek op een passende manier. • Vraag naar de motivatie voor het volgen van de betreffende opleiding. • Onderbreek leerling 2 een keer tijdens zijn antwoord. • Vraag om een voorbeeld. • Stel een veelvoorkomende vraag (zie opdracht 5b). • Vraag door na het antwoord van leerling 2 ('Waarom ...?'). • Vraag of leerling 2 zijn antwoord wil herformuleren. • Vraag of leerling 2 zelf een vraag heeft. 2 Wissel na afloop van het gesprek van rol.

56


4 b

Spreken, kijken en luisteren

Bespreek de gesprekken na. Gebruik hierbij de volgende vragen:

• Welke vraag vonden jullie het lastigst? En waarom? • Wat vond jullie van het stemgebruik en de lichaamstaal? • Kwam jullie eigen persoonlijke stijl voldoende tot uiting tijdens de gesprekken? • Kwamen jullie overtuigend over? • Wat vonden jullie heel goed gaan? • Wat is een verbeterpunt?

Sollicitatiegesprek In deze opdrachten oefen je met het voorbereiden en voeren van een sollicitatiegesprek. 49

Waar moet je op letten bij een sollicitatiegesprek?

7

109

Een sollicitatiegesprek moet je, net als een motivatiegesprek, goed voorbereiden. In deze opdracht krijg je tips die je helpen bij de voorbereiding van het gesprek én het daadwerkelijke gesprek. a

Bekijk het fragment Je sollicitatiegesprek voorbereiden. Noteer de tips die worden gegeven in het fragment. Geef ook aan welke tip jij het beste vindt en leg uit waarom.

b

Je hebt bij vraag a tips gekregen voor de voorbereiding. Nu bekijk je een fragment dat gaat over het sollicitatiegesprek. Bekijk het fragment Op sollicitatiegesprek. 1 Wat gebeurt er in het fragment? 2 Hoe zou jij je voelen als je in een vergelijkbare situatie terecht zou komen? 3 Het fragment is natuurlijk grappig bedoeld. Toch is hier een tip uit te halen. Welke tip? 20

Hoe bereid je een sollicitatiegesprek voor?

8

29

44

107

108

109

Je hebt bij Schrijven, opdracht 7, een sollicitatiebrief geschreven voor een van de volgende functies: actievoerder om klimaatverandering tegen te gaan bij Greenpeace, medewerker om een zorgrobot te bouwen of medewerker om een zorgrobot te besturen. Stel: je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Hoe presenteer je jezelf dan zo overtuigend mogelijk? Welke vragen kun je verwachten? En welke vragen wil jij zelf stellen? In deze opdracht bereid je je voor op het sollicitatiegesprek.

3a

Bereid eerst een korte pitch van één minuut over jezelf voor. Denk hierbij aan de volgende punten: • Gebruik je sollicitatiebrief en de vacature, zie opdracht 7 van Schrijven, als basis. • Zorg dat je pitch informatief en overtuigend is. • Zorg voor een duidelijk en gestructureerd verhaal en gebruik signaalwoorden. • Let op je non-verbale communicatie. • Varieer je woordgebruik, maak bijvoorbeeld gebruik van beeldspraak en stijlfiguren. Maar blijf wel jezelf en presenteer in je eigen persoonlijke stijl. • Oefen je verhaal voor een spiegel.

b

In opdracht 7b heb je je nagedacht over veelvoorkomende vragen tijdens een motivatieof sollicitatiegesprek. Het gaat daar over vragen die aan jou gesteld worden tijdens een sollicitatiegesprek. Zelf kun je natuurlijk ook vragen stellen tijdens het gesprek. Bedenk welke vragen jij zou willen stellen aan het bedrijf of de organisatie van de vacature die jij gekozen hebt. Denk bijvoorbeeld aan wat je te weten wilt komen, maar wat niet in de vacaturetekst of op de website staat.

57


Toekomst en samenleving

Hoe voer je een sollicitatiegesprek?

9

26

27

46

49

Werk in deze opdracht samen met drie medeleerlingen. Jullie gaan een sollicitatiegesprek voeren.

4a

Volg de stappen. 1 Verdeel de taken. • Leerling 1 is de sollicitant. Deze pitcht zichzelf en stelt aan het eind van het gesprek twee vragen die bedacht zijn in opdracht 8b. • Leerling 2 is de ondervrager en ook de gespreksleider. Deze zorgt voor een passend begin en sluit het gesprek aan het eind af. Hij stelt de vragen die bedacht zijn in opdracht 5b. Indien van toepassing vraagt hij door: om extra informatie, uitleg of een voorbeeld. • Leerling 3 en 4 zijn de observanten en vullen het Feedbackformulier Gesprekken voeren: sollicitatie- en motivatiegesprek in. 2 Voer het gesprek. Let op de tijd; jullie hebben ongeveer vijf minuten. Let ook op je stemgebruik, je lichaamshouding en maak gebruik van je persoonlijke stijl. 3 Wissel daarna van rol. Het gesprek wordt twee keer gevoerd. Zorg ervoor dat iedereen een keer sollicitant is geweest óf gespreksleider.

b

Reflecteer op de sollicitatiegesprekken aan de hand van de volgende drie punten: • Bespreek de ingevulde feedbackformulieren. • Noteer bij elk gesprek een top en een tip. • Bespreek welk gesprek jullie het meest geslaagd vonden.

c

Doe je feedbackformulier in je dossier Spreken, kijken en luisteren.

Reflectie In deze reflectieopdracht kijk je of je alle leerdoelen van deze module hebt behaald.

Heb je de leerdoelen behaald?

10 a

Bij verschillende opdrachten in deze module zie je een of meer leerdoelen staan. Kijk nog eens naar deze vragen. Welke vragen had je goed en welke vond je lastig?

b

Aan het begin van de module heb je een schema met alle leerdoelen ingevuld, zie opdracht 2. Neem dit schema nog een keer door. Bij welke leerdoelen ben je vooruitgegaan? Welke leerdoelen vind je nog lastig? Vul het schema met de leerdoelen opnieuw in. Doe dit met een andere kleur, zodat je goed je voortgang kunt zien.

c

Geef in maximaal 25 woorden aan wat je vond van je eigen inzet. Geef ook een verbeterpunt voor jezelf aan.

d

Geef in maximaal 25 woorden aan hoe de samenwerking met je medeleerlingen in deze module verliep. De samenwerking kan per opdracht verschillen. Noteer één positief punt en één verbeterpunt.

EXTRA OPDRACHTEN Wil je verder oefenen? Ga dan naar Op niveau online.

58


4

Spreken, kijken en luisteren

Eindopdracht In deze eindopdracht geef je een pitch (opdracht A) of voer je een sollicitatiegesprek (opdracht B).

Ben je een betere spreker geworden?

11

Bij de eindopdracht van Schrijven heb je een motivatiebrief en een korte uiteenzetting om adviseur van de toekomst te worden (opdracht A) geschreven of een sollicitatiebrief en een korte uiteenzetting om peer educator (opdracht B) te worden. Als je bij Schrijven gekozen hebt voor opdracht A, is het handig om dat hier ook te doen. Dan heb je al een gedeelte van de voorbereiding gedaan. Heb je bij Schrijven voor opdracht B gekozen, doe dat dan hier ook. a

Opdracht A: Pitch Je gaat jezelf pitchen voor de vacature uit eindopdracht A van Schrijven: adviseur van de toekomst. 1 Bekijk eerst wat je gaat doen, wat je nodig hebt, wat je moet inleveren en hoe je beoordeeld wordt. Wat ga je doen? Werk samen met twee medeleerlingen. Jullie gaan ieder een sollicitatiepitch van één minuut geven, filmen en er feedback op geven. Wat heb je nodig? • een smartphone of camera • oortjes, pen en papier • drie lege Feedbackformulieren Spreken: pitch Wat lever je in?

• de gefilmde pitch • een ingevuld feedbackformulier Hoe wordt je pitch beoordeeld? • Je medeleerling geeft feedback op je pitch met behulp van het Feedbackformulier Spreken: pitch. • Je docent geeft de eindbeoordeling. 2 Bereid de pitch voor. Doe deze opdracht individueel. Verwerk de volgende punten: • Lees de vacaturetekst, de sollicitatiebrief en de uiteenzetting voor de vacature van adviseur van de toekomst nog een keer door, zie opdracht 10 van Schrijven. • Zoek eventueel online naar aanvullende informatie over het adviesbureau. • Noteer hoe je je pitch gaat inleiden. Zorg voor een pakkend, origineel begin. • Noteer drie redenen waarom jij de juiste persoon bent voor deze vacature. Bedenk hier ook sprekende voorbeelden bij. • Noteer hoe je je pitch gaat afsluiten. Neem een call-to-action op in je slot. • Formuleer je pitch in taalgebruik dat past bij het bedrijf. • Zorg dat je pitch informatief en overtuigend is. • Presenteer in je eigen persoonlijke stijl, zodat je een goed beeld laat zien van wie jij bent als persoon. • Noteer enkele kernwoorden die je in je pitch gaat gebruiken. 3 Geef de pitch. Doe deze opdracht samen met twee medeleerlingen. • Verdeel de taken. - Eén leerling geeft een pitch. - Eén leerling filmt de pitch. - Eén leerling geeft feedback op de pitch. • Geef je pitch. Let op de tijd; je hebt één minuut. Let ook op je stemgebruik en je lichaamshouding. 59


Toekomst en samenleving

• Wissel daarna van rol. • Na afloop kijken jullie elkaars pitch terug en beoordelen jullie de pitch met behulp van het Feedbackformulier Spreken: pitch.

• Doe je feedbackformulier in je dossier Spreken, kijken en luisteren. b

Opdracht B: Sollicitatiegesprek Je gaat een sollicitatiegesprek voeren voor de vacature uit eindopdracht B van Schrijven: peer educator. 1 Bekijk eerst wat je gaat doen, wat je nodig hebt, wat je moet inleveren en hoe je beoordeeld wordt. Wat ga je doen? Werk samen met twee medeleerlingen. Jullie gaan een sollicitatiegesprek van vijf minuten voorbereiden, afnemen en filmen. Na afloop geven jullie elkaar feedback. Wat heb je nodig? • een smartphone of camera • oortjes, pen en papier • drie lege Feedbackformulieren Gesprekken voeren: sollicitatie- of motivatiegesprek Wat lever je in? • het gefilmde sollicitatiegesprek • ingevulde feedbackformulieren Hoe wordt het sollicitatiegesprek beoordeeld?

• Je medeleerlingen geven feedback op hoe je het sollicitatiegesprek voert met behulp van het Feedbackformulier Gesprekken voeren: sollicitatie- of motivatiegesprek.

• Je docent geeft de eindbeoordeling.

2 Bereid het sollicitatiegesprek voor. Doe deze opdracht individueel. Verwerk de volgende punten: • Lees de vacaturetekst, de sollicitatiebrief en de uiteenzetting voor de vacature van peer educator nog een keer door, zie opdracht 10 van Schrijven. • Zoek eventueel online naar aanvullende informatie over het bedrijf. • Bereid je motivatie voor. Let er hierbij op dat jouw gesprekspartner voldoende informatie krijgt over jou. Zorg er ook voor dat je je gesprekspartner ervan overtuigt dat jij de beste kandidaat bent. • Bereid antwoorden voor op mogelijke vragen van het bedrijf. • Bedenk welke vragen jij zelf wilt stellen over de functie of het bedrijf. • Hanteer je eigen persoonlijke stijl. Probeer ook creatief te zijn door originele voorbeelden te geven of door beeldspraak en stijlfiguren te gebruiken. • Zorg ervoor dat je taalgebruik past bij het bedrijf. 3 Voer het sollicitatiegesprek. Doe deze opdracht samen met drie medeleerlingen. • Verdeel de taken. - Leerling 1 is de sollicitant. - Leerling 2 is de gespreksleider en stelt de vragen. Indien van toepassing vraagt hij door: om extra informatie, uitleg of een voorbeeld. - Leerling 3 en 4 geven feedback op de sollicitant en op de gespreksleider. • Voer het gesprek. Let op de tijd; jullie hebben ongeveer vijf minuten. Let ook op je stemgebruik en je lichaamshouding. • Wissel daarna van rol. Elke leerling is een keer sollicitant óf gespreksleider. Je voert het gesprek dus twee keer. • Na afloop kijken jullie de gesprekken terug en geven jullie elkaar feedback met behulp van het Feedbackformulier Gesprekken voeren: sollicitatie- en motivatiegesprek. • Doe je feedbackformulieren in je dossier Spreken, kijken en luisteren. 60


4

Terugblik

Terugblik op het thema Terugblik 1 In dit hoofdstuk stond het thema Toekomst en samenleving centraal. Je hebt teksten gelezen over technologische ontwikkelingen en welvaartsproblematiek. Daarnaast heb je je verdiept in sollicitatietechnieken: je hebt motivatie- en sollicitatiebrieven geschreven, jezelf gepitcht of een sollicitatiegesprek gevoerd. Je hebt geoefend met de volgende overkoepelende leerdoelen: Overkoepelende leerdoelen taalvaardigheid • Ik kan verschillende schrijf- en spreekdoelen onderscheiden en combineren. • Ik kan uit het taalgebruik de bedoelingen van een schrijver of spreker opmaken. • Ik kan mijzelf in mijn eigen persoonlijke stijl duidelijk en effectief uitdrukken. Overkoepelende leerdoelen persoonlijke vaardigheid • Ik licht toe hoe de stappen voor, tijdens en na het uitvoeren van een taak zijn verlopen. • Ik kan mijzelf feedback geven en uitleggen waarom een taak niet lukt. • Ik communiceer effectief (actief luisteren, observeren, duidelijk spreken, reageren, interesse tonen, aantekeningen maken, overleggen). • Ik heb vertrouwen in mijn eigen capaciteiten.

Terugblik 2 Bekijk de overkoepelende leerdoelen nog een keer en kijk het hoofdstuk nog eens door. Bespreek de vragen met een medeleerling. a Ben je door dit hoofdstuk meer gaan nadenken over technologische ontwikkelingen? Motiveer je antwoord. b Je hebt je in dit hoofdstuk verdiept in persoonlijke stijlen. Heb je jouw persoonlijke stijl ontdekt? Hoe zou je die omschrijven? c Je hebt in dit hoofdstuk geoefend met het presenteren van jezelf (zowel schriftelijk als mondeling). Hoe vind je het om jezelf zo overtuigend mogelijk neer te zetten (bijvoorbeeld in een sollicitatiebrief of tijdens een (sollicitatie)pitch)? Ben je hier onzeker over, of merk je dat het vertrouwen in jezelf groeit / gegroeid is? Reflecteer hierop. d Je hebt in dit hoofdstuk veel gelezen en gezien over de toekomst. Heb je vertrouwen in de toekomst? Leg je antwoord uit.

61


Wij zijn taal 5/6 vwo Bovenbouw Leerwerkboek A

We hebben letters in ons DNA en in onze chromosomen. Zelfs een bloedgroep met één of twee letters. Het hele alfabet zit in ons. Taal zit in ons. Zo kunnen we uitdrukken wie we zijn, wat we denken en wat we voelen. Bovendien helpt taal ons om contact met anderen te maken en de wereld te begrijpen. Met Op niveau ontdek je het plezier, de kracht en de duizend-en-een mogelijkheden van taal. Elk mens wil zo goed mogelijk uit de verf komen. Jezelf ontwikkelen tot wie je bent. Taal is daarin onmisbaar. In deze lesmethode ontdek je stap voor stap hoe taal je belevingswereld vergroot. Daarom is Nederlands in Op niveau niet in losse delen geknipt – van taalkennis tot persoonlijke vaardigheden – maar zien we het als een stevig vlechtwerk, dat je zelf creëert. Zo ervaar je het nut en de noodzaak van de lesstof. Van a tot z. Want ook jij bent taal.

NEDERLANDS Bovenbouw Leerwerkboek A 5/6 vwo Naam: Klas:

9 789006 979336


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.