www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

JSW-artikel | Leerlingvolgsysteem als middel

Page 1

Dé basis voor het basisonderwijs

nr 3 November 2023

SPECIAL: EVIDENCEINFORMED WERKEN

Weet jij wat werkt?


SPECIAL: EVIDENCEINFORMED WERKEN

Weten wat je meet

Leerling­ volgsysteem als middel Basisscholen werken verplicht met een leerlingvolgsysteem (LVS). Hoe gebruik je dit systeem als middel om je onderwijs evidence-informed te verbeteren en niet als doel op zich? TEKST MARTIN OOIJEVAAR

E

en leerlingvolgsysteem gebruiken om je onderwijs evidence-based te maken, vraagt om het stellen van doelen en inzicht in wat toetsen wel en niet meten. Voer hierover met elkaar het gesprek op school. Zeker ook bij de overstap naar een nieuw leerlingvolgsysteem en in de communicatie met ouders biedt het handvatten om informatie op de juiste manier te duiden en in te zetten.

marktaandeel hebben vergroot: Boom LVS, IEP LVS of Dia toetsen. Bij het overstappen op een nieuw leerlingvolgsysteem is het belangrijk het gesprek te voeren hoe je het systeem kan gebruiken als middel en niet als doel op zich. STEL HOGE DOELEN EN AMBITIES De doelen van het onderwijs en niet de toet­ sen zijn je vertrekpunt. In het basisonderwijs zijn dat op dit moment voor taal en rekenen, ondanks de kritiek die er soms op is, de vast­ gestelde referentieniveaus. Om alle leerlingen voldoende mogelijkheden te bieden om zich optimaal te kunnen ontwikkelen, zal elke school ernaar moeten streven dat zoveel mogelijk leerlingen aan het eind van het primair onderwijs voor taal standaardniveau 2F en voor rekenen standaardniveau 1S ­beheersen. Voor taal en rekenen zou allereerst de ambitie moeten zijn dat alle leerlingen 1F behalen. Daarnaast zou je voor de

NIEUW LEERLINGVOLGSYSTEEM Op veel scholen wordt sinds schooljaar 2023/2024 met een nieuw leerlingvolgsysteem gewerkt. De belangrijkste reden is voor veel scholen een praktische: het stoppen van CITO 3.0 zorgt ervoor dat alle scholen over moeten stappen. Sommige scholen blijven bij CITO en stappen over naar Leerling in Beeld, maar ook velen maken de overstap naar een van de andere aanbieders die de afgelopen jaren hun

26


standaardniveaus 2F en 1S de volgende ambitie kunnen hebben: lezen 91 procent, taalverzorging 75 procent, rekenen 66 procent. Deze ambities komen overeen met de ­gemiddelde percentages voor scholen met de laagste schoolweging (PO-Raad, 2023). Dit lijken hoge ambities, maar als we ervan uitgaan dat alle leerlingen die naar de ­gemengde, theoretische leerweg, havo of vwo gaan, deze niveaus moeten beheersen (in 2022 75,6 procent van de leerlingen in het reguliere basisonderwijs), zijn deze niet uit de lucht gegrepen.

KEN DE BEPERKINGEN VAN DE TOETSEN Elke toets kent zijn beperkingen. Dat geldt voor alle toetsen en dus ook voor de verschil­ lende toetsen uit de leerlingvolgsyemen. Er is veel kritiek geweest (Bootsma, 2023) op de nieuwe toetsen door de kortere teksten, beperkte taligheid en eenzijdige manier van toetsen. Zo wordt er met de nieuwe toetsen veelal digitaal getoetst en wordt er vanwege deze opzet veelvuldig gekozen voor meer­ keuzevragen. Als je onderwijs zelfs nauwelijks digitaal is, zijn er grote verschillen tussen het onderwijs en de toets. Kinderen die opeens veertig woorden moeten typen die dat nor­ maal nooit doen, zullen hier erg aan moeten Beter inzicht in wat je precies meet en met welk doel, maakt dat je de verkregen informatie beter kunt interpreteren en delen

FOTO’S: VINCENT VAN DEN HOOGEN

De nieuwe leerlingvolgsystemen werken allemaal met de referentieniveaus. Gebruik je eigen gestelde ambities om vanaf groep 6 in je leerlingvolgsteem te bekijken of de leerlingen op koers liggen voor de beoogde referentieniveaus. Maar ga vooral ook eerder na of de leerlingen de doelen bereiken. In elk leerlingvolgsysteem wordt dit op een andere wijze in beeld gebracht (zie figuur 1 voor een voorbeeld van IEP, waarin de oranje balk bij elk leerjaar aangeeft hoeveel procent van de leerlingen op weg is om leesniveau 2F te behalen).

Figuur 1 — Voorbeeld van IEP; de oranje balk bij elk leerjaar geeft aan hoeveel procent van de leerlingen op weg is om leesniveau 2F te behalen

27

JSW 3 2023


ontwikkeling van je leerlingen. Bepaal met elkaar welke instrumenten je op welk moment wilt inzetten om iets over de ontwikkeling van de leerlingen te zeggen. Gebruik de toets­ resultaten van het leerlingvolgsyeem alleen als eerste signaal om daarna dieper op de materie in te gaan.

Figuur 2 — Voorbeeld van het dashboad van Leerling in Beeld, waarin verschillende analyses gemaakt kunnen worden op school-, groeps- en leerlingniveau

wennen. Daarnaast kunnen complexere vaar­ digheden nauwelijks worden getoetst via meerkeuzevragen. Ook bij rekenen (in een toets is alleen waardering voor het antwoord en niet voor de oplossingswijze, zoals in het voortgezet onderwijs) wordt een beperkt beeld gegeven van rekenen-wiskunde. Er is door de toetsaanbieders regelmatig gekozen een deelvaardigheid te toetsen of de vaardig­ heid (zoals dieper tekstbegrip en het opzoe­ ken in naslagwerken) niet in de toetsen op te nemen. Ook zie je dat bepaalde belangrijke vaardigheden (zoals het schrijven van teksten) in zijn geheel niet worden getoetst (Expert­ groep toetsen PO, 2020). Er zijn nadelen bij het te veel gericht zijn op toetsscores uit een leerlingvolgsysteem (Ooijevaar, 2022). Weet wat elke toets wel en niet toetst en gebruik de toetsen van welk leerlingvolgsysteem dan ook niet als enige bron om iets te zeggen over de Om alle leerlingen zich optimaal te laten ontwikkelen, moeten zoveel mogelijk leerlingen voor taal het standaardniveau 2F beheersen, en voor rekenen 1S

ANALYSEREN Elk leerlingvolgsysteem heeft een dashboard waarin verschillende analyses gemaakt kunnen worden op school-, groeps- en leerlingniveau (zie figuur 2 voor een voorbeeld van Leerling in Beeld). Elk systeem maakt daarin eigen keuzes; het is daarom goed je als school te verdiepen in de verschillende analysemoge­ lijkheden van je leerlingvolgsysteem en wat deze nu wel en niet zeggen. Om te voorkomen dat je analyseert om het analyseren, is het handig dit te doen aan de hand van een aantal basisvragen. Per leerling­ volgsysteem zijn er per vraag andere over­ zichten die daarbij behulpzaam kunnen zijn. Op schoolniveau zijn dat deze vragen: • Worden de ambities (referentieniveaus) van de school op de verschillende ­vak­gebieden behaald? • Laten alle vak- en vormingsgebieden ­ongeveer hetzelfde beeld zien of zijn er vak- en vormingsgebieden die afwijken? • Laten alle jaargroepen ongeveer hetzelfde beeld zien, of zijn er jaargroepen die afwijken? Op leerjaar en groepsniveau zijn dat deze vragen: • Worden de doelen op de verschillende vakgebieden gehaald (specifiek voor tech­ nisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde: past de gemiddelde score en de spreiding bij de ambities van de school?)? • Hoe zit het met de spreiding van de resul­ taten? Zijn de verschillen tussen leerlingen klein, gemiddeld, groot? • Welke leerlingen vallen positief of negatief op wanneer je kijkt naar hun leerontwikkeling? • Specifiek voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde: hoe zijn de leerlingen gegroeid ten opzichte van het vorige toetsmoment? Wat is het patroon

28


over meerdere jaren? Welke (subgroepen) leerlingen vallen positief of negatief op? • Specifiek voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde: beves­ tigen de scores het beeld dat je hebt van de groep? Hoe scoort de groep in vergelijking met methodegebonden toetsen? • Zijn er specifieke domeinen/leerdoelen waarop je groep hoger of lager scoort dan verwacht? HOE ZIT HET MET DE DOORGAANDE LIJN? Op de meeste scholen worden voor analyses en de rapporten grafieken uitgedraaid waarin de scores van voorgaande momenten verge­ leken worden met de laatste toets. Als je overstapt naar een nieuwe toetsaanbieder kun je deze doorgaande lijn niet meer zien en begin je als het ware opnieuw. De toetsen van de aanbieders verschillen te veel van elkaar in opzet om een zinvolle vergelijking te maken. Je kunt een D-score op een CITO 3.0-toets niet zomaar vergelijken met een D-score op de Dia-toetsen. Hoe zorg je nu wel voor een doorgaande lijn? Zorg dat je voor de overstap weet welke leerlingen welke belangrijkste doelen van een bepaald vakgebied zelfstandig beheersen en in welke acties dit vertaald kan worden. Gebruik de nieuwe toetsen bij een nieuw moment om de eerste signalering te doen. NEEM OUDERS ERIN MEE Voortgangsgrafieken, groeimeters, kleuren­ linalen (zie figuur 3 voor een voorbeeld van DIA), referentieniveaus, functioneringsniveaus, spindiagrammen, halve en hele rondjes, ­rennende mannetjes en bloemetjes.

De nieuwe leerlingrapportages zijn voor ouders niet altijd makkelijk te lezen. De infor­ matiedichtheid is hoog (ook in de leeswijzers) en bevat termen (zoals referentieniveaus) die voor de meeste ouders moeilijk te begrijpen zijn. Rapporteren in leergroei is mooi, maar heeft als nadeel dat het voor ouders soms niet goed te zien is wat realistisch of wenselijk is voor hun kind (­ Expertgroep Toetsen PO, 2020). Ga op school op tijd met elkaar het gesprek aan over de analyses en overzichten en zorg er allereerst voor dat elke leerkracht deze kan duiden. Ga vervolgens met elkaar na welke overzichten echt bijdragen om ouders inzicht te geven in de voortgang van hun kind en beslis met elkaar welke overzichten je wel of niet gaat gebruiken; je mag dit als school zelf bepalen. Ga tenslotte na welke informatie ouders extra nodig hebben om de gekozen overzichten goed te begrijpen en plan in hoe dit gebeurt (bijvoorbeeld op een informatieavond, een extra leeswijzer of een duiding door de leerkracht tijdens een rapportgesprek). VAN INZICHT NAAR UITZICHT Als school bepaal je zelf met welk leerling­ volgsysteem je werkt, welke LVS-toetsen je gebruikt, bij welke groepen en welke ­informatie je opslaat. Beter inzicht in wat je precies meet en met welk doel, maakt dat je de verkregen informatie beter kunt inter­ preteren en delen.

De literatuurlijst is te vinden op: www.jsw.nl/artikelen

Figuur 3 — Voorbeeld leerlingrapportage DIA

29

JSW 3 2023

MARTIN OOIJEVAAR is directeur onderwijs bij SKO West-Friesland

Dankwoord Met dank aan Debbie Dussel voor het meedenken en de feedback.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.