www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

Direct naar artikelinhoud
De liefde van nu

‘Het verschil tussen elkaar niet zien en elkaar nooit meer kunnen zien is groter dan ik had kunnen vermoeden’

Tien jaar lang had Zwaan een minnaar, die ook toen ze elkaar niet meer zagen, nooit uit haar bewustzijn verdween. Decennia later schrijft ze hem een brief in de hoop de draad weer op te pakken.

‘Het verschil tussen elkaar niet zien en elkaar nooit meer kunnen zien is groter dan ik had kunnen vermoeden’
Beeld Max Kisman

Zwaan (75):

‘Ik begon de liefde te ontdekken in de vrije jaren zeventig. Zonder dat iemand er een groot probleem van maakte, had ik tien jaar lang een minnaar die twee van mijn vaste relaties overlapte. De eerste relatie was met een man, de tweede met een vrouw. Wanneer je iemand zo lang laat meelopen in je leven, nu eens wat meer op de achtergrond, dan weer wat meer op de voorgrond, lijkt het of dat nooit zal stoppen. Deze man was er wel en ook weer niet, hij maakte geen deel uit van alle aspecten van mijn werkelijkheid, maar dreef als het ware op een luchtbedje altijd door mijn hoofd. Je zou kunnen zeggen dat híj jarenlang de constante in mijn liefdesleven was, en niet die twee relaties.

De liefde van nu is een rubriek in Volkskrant Magazine over seks en relaties.

‘Ook toen ik later trouwde en in een huwelijk stapte dat dertig jaar zou duren, een gelukkig huwelijk met een man van wie ik altijd veel heb gehouden, bleef hij in mijn bewustzijn op een manier die bijna etherisch was. Ik dacht vaak aan hem, maar zonder begeerte. Ik zocht hem niet op, of hij getrouwd was interesseerde me niet zo veel. Maar op een of andere manier heb ik al die dertig jaar wel gedacht: mocht ik ooit weer alleen komen te staan, dan ga ik weer verder met deze man. Bijna alsof ik hem in reserve hield, als dat niet zo harteloos klonk. Misschien moet ik het anders zeggen: hij was de fantasie die de scherpe randjes van mijn leven haalde, die mij milder maakte op momenten dat ik het moeilijk had. Een fantasie ook waarvan ik wist dat die op een dag – en prima als die dag nog lang op zich zou laten wachten – zomaar ineens wel weer concreet zou kunnen worden. We hadden elkaar immers al tien jaar liefgehad.

Extra waakzaam

‘Hij woonde in dezelfde stad als ik. En al die tijd dat ik getrouwd was, werd ik extra waakzaam wanneer ik een openbare ruimte binnenkwam, zoals een bioscoop, want hij zou daar ook zomaar ineens kunnen zijn. Niet dat ik teleurgesteld was als dat niet zo was, zo scherp was mijn verlangen niet. Het was mistiger en bestond uit flarden die zich clusterden en ook weer zomaar optrokken zonder een spoor achter te laten. Een keer kwamen mijn man en ik hem tegen op de Noordermarkt in Amsterdam. We maakten opmerkingen over hoe grijs we waren geworden, praatten kort en liepen weer door. Zonder bonkend hart, zonder nog even achterom te kijken, maar ik wel in het besef dat hij wezenlijk niet was veranderd en dat, stel dat de omstandigheden anders werden, we de draad zo weer konden oppakken.

‘Jaren later, in 2017, overleed mijn man. Zes dagen voor zijn verjaardag lag hij dood naast me in bed. Hij had ertegen opgezien 80 te worden en net voor het zover was, was hij ertussenuit geglipt. Precies zoals hij had gewild. De gasten die ik stiekem had uitgenodigd voor het feest, liet ik weten dat de bijeenkomst gewoon zou doorgaan, maar dat de aanleiding een andere zou zijn. Ik was verdrietig, maar ik ben geen harde huiler en gek genoeg werd zelfs dat moment van rouw verzacht door de veronderstelde aanwezigheid van die andere man ergens in de stad of waar dan ook.

Een brief

‘Er volgden anderhalf jaar waarin ik het leven zonder mijn echtgenoot weer trachtte op te pakken. Tegen het einde van die periode zei mijn dochter: mam, je moet weer eens om je heen gaan kijken. En ik dacht: goed, dan is dit kennelijk het moment. Als er iemand is naar wie ik uitkijk, dan is het naar hem, laat ik eens een poging wagen. Ik schreef een brief waarin ik zei dat hij nooit uit mijn gedachten was verdwenen, en dat ik in stilte nog weleens tegen hem sprak, dat ik al een leven lang mooie herinneringen aan hem had. Ik lette erop dat mijn brief licht van toon was, liefdevol maar niet dramatisch of hartstochtelijk, want het was goed mogelijk dat hij een geweldige vrouw had en een leuk gezin en dat ik in zijn herinnering was verworden tot zomaar een scharrel.

‘Een paar maanden lang hoorde ik niks van hem, wat natuurlijk ook een soort antwoord was, maar tijdens een vakantie met een vriendin kreeg ik ineens een mail van zijn zus. Twee maanden eerder, waarschijnlijk net voor ik de brief in zijn bus deed, was hij overleden. 71 is hij geworden. Op het moment dat ik het bericht kreeg, zat ik op een cruiseschip op de Donau. Ik kan me niet herinneren dat mijn stemming na zijn doodstijding meteen omsloeg. Ik schrok natuurlijk, maar het verlies was niet lijfelijk, zoals toen mijn man overleed. Met mijn man deelde ik een leven, vrienden, kinderen. Met die andere man deelde ik tien jaar in een ver verleden.

Voor het eerst eenzaam

‘Het besef kwam geleidelijk maar liet een veel diepere krater achter. Want na de schrik kwam de rouw, een rouw intenser dan de rouw om mijn man. Het cadeau dat ik al die jaren had bewaard voor later, waarop ik me stilletjes had verheugd zonder daarmee overigens het plezier over de liefde voor mijn echtgenoot te vergallen of op een andere manier aan te tasten, was ineens in rook opgegaan. Beroofd van mijn illusies was ik nu pas echt alleen. Had ik maar niet zo lang gewacht met contact zoeken, dacht ik even, al wist ik hoe zinloos dat zelfverwijt was. En de dood kon ik moeilijk iets kwalijk nemen.

‘Ik ben nu een paar jaar verder, en nog steeds verbaas ik me erover hoe hevig ik iemand mis met wie ik al veertig jaar geen contact had. Het verschil tussen elkaar niet zien en elkaar nooit meer kunnen zien is groter dan ik had kunnen vermoeden. Voor het eerst maakte ik kennis met eenzaamheid. En niet dat ik hem nog van alles had willen vragen of zeggen, ik had gewoon verder willen gaan waar we waren gestopt. Ik had willen reizen, wandelingen met hem willen maken, samen zijn zus opzoeken die onze geschiedenis kent en met wie ik het altijd zo goed kon vinden. Ik had onszelf een toekomst toegedacht.’

Op verzoek van de geïnterviewde is de naam Zwaan ­gefingeerd. Wil je meer van deze verhalen horen? Luister dan ook naar onze podcast De liefde van nu.

OPROEP

Van eenmalige avonturen tot langlopende relaties: Corine Koole is voor deze rubriek en de gelijknamige podcast op zoek naar verhalen over álle soorten liefde en bijzondere ervaringen die (ook bij jongere lezers) tot nieuwe inzichten hebben geleid.

Meedoen? Mail een korte ­toelichting naar: deliefdevannu@volkskrant.nl.