www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

Hoe ‘Het verraad van Anne Frank’ tot stand kwam, een explosieve conclusie trok en uit de handel werd gehaald

Kort na verschijnen werd Het verraad van Anne Frank begin dit jaar op initiatief van de uitgever uit de handel genomen – een unicum in Nederland. Hoe is het boek tot stand gekomen? En wat gebeurde er daarna? Een reconstructie.

Op 18 januari van dit jaar verscheen wereldwijd Het verraad van Anne Frank, geschreven door de Canadese bestsellerauteur Rosemary Sullivan. Het boek was de weerslag van een onderzoek door een internationaal coldcaseteam naar de vraag wie in de Tweede Wereldoorlog Anne Frank en haar zeven mede-onderduikers heeft verraden. De Joodse notaris Arnold van den Bergh werd als meest waarschijnlijke dader aangewezen.

De aandacht voor het boek was groot. Het gerenommeerde Amerikaanse tv-programma 60 Minutes wijdde er op 16 januari een aflevering aan. Een dag later ruimden zowel de Volkskrant als NRC en Het Parool er een deel van hun voorpagina’s voor in. The New York Times schreef een juichende recensie. Initiatiefnemer Thijs Bayens en onderzoeker Pieter van Twisk schoven ’s avonds op televisie aan bij respectievelijk de talkshows M en Op1.

Daarna kwam vernietigende kritiek. Het bewijs waarop de beschuldiging steunde, was flinterdun, aldus historici. Nog geen drie maanden na verschijnen werd het boek in Nederland door uitgeverij Ambo Anthos op eigen initiatief – een unicum – uit de handel gehaald, was het door een historicus ‘een antisemitisch pamflet’ genoemd en waren de makers ervan beschuldigd van het ‘voor de tweede keer vermoorden van Anne Frank’. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Najaar 2015

Documentairemaker Thijs Bayens fietst over de Amsterdamse Prinsengracht. Hij passeert het Achterhuis, de plek waar Anne Frank tussen 1942 en 1944 met haar ouders, zusje en vier anderen zat ondergedoken. Bayens heeft net zijn medewerking aan Sweetie 2.0 afgerond, een project waarmee hulporganisatie Terre des Hommes kunstmatige intelligentie inzet om pedofielen op te sporen.

Op de fiets vraagt hij zich af of moderne opsporingsmethoden ook zouden kunnen bijdragen aan het oplossen van een van de grote mysteries van de Tweede Wereldoorlog: het verraad van Anne Frank. Op 4 augustus 1944 werd het toen 15-jarige meisje met andere onderduikers opgepakt door de Sicherheitsdienst. In februari 1945 overleed ze in Bergen-Belsen. Wie heeft haar verraden, en hoe is dat gebeurd?

Tijdens een herfstavond in oktober wandelt Bayens met journalist en goede vriend Pieter van Twisk door Amsterdam-Noord. Ze brainstormen al langer over een gezamenlijk project. Bayens vertelt Van Twisk over zijn nieuwste idee. Hij suggereert samen een coldcaseteam op te zetten om na te gaan wie de verrader van Anne Frank is geweest en daar een documentaire over te maken.

Van Twisk kan zich niet voorstellen dat deze zaak niet allang tot de bodem is uitgezocht. Pogingen daartoe zijn inderdaad eerder ondernomen. In 1947 en 1963 deed de politie onderzoek. Vanaf de jaren negentig verschenen er theorieën in boeken van onder anderen de Oostenrijkse Melissa Müller, de Britse Carol Ann Lee en de Nederlanders Sytze van der Zee en Gertjan Broek. In 2003 publiceerden Gerrold van der Stroom en David Barnouw Wie verraadde Anne Frank?. Gertjan Broek schreef dat Anne Frank mogelijk per toeval werd ontdekt. In de andere publicaties werden onder meer NSB’er Tonny Ahlers en de Joodse verrader Ans van Dijk als verdachten genoemd. Een definitief antwoord op de vraag kwam er niet.

Maar een grootschalig en modern onderzoek is nooit gedaan, merkt Van Twisk als hij zich in het onderwerp verdiept. Hij besluit mee te doen. Na een gesprek met Teresien da Silva, hoofd collecties van het Anne Frank Huis, groeit zijn enthousiasme. ‘Wie verraadde Anne Frank?’ is de meestgestelde vraag onder bezoekers, vertelt ze. Een poging om die met behulp van politieagenten te beantwoorden, lijkt haar een goed idee.

Voorjaar 2016

In het voorjaar van 2016 zoeken Van Twisk en Bayens contact met de Nederlandse politie. De bij de FBI opgeleide oud-rechercheur Hans Smit reageert welwillend en trommelt een groepje gepensioneerde agenten op. Bayens en Van Twisk ontmoeten hen op 2 mei aan de Zoetermeerse Plas, bij het restaurant Happy Moose.

Een buitenstaander moet het onderzoek gaan leiden, concluderen ze bij een latere bijeenkomst. Nederlandse agenten hebben immers de familie Frank opgepakt. Hans Smit draagt FBI-man Vince Pankoke voor. De in 1984 tot policeman of the year uitgeroepen Amerikaan joeg in het verleden op drugsbaronnen als Pablo Escobar en is nu met pensioen. Hij zegt eind mei zijn medewerking toe. Pankoke wil een multidisciplinair coldcaseteam samenstellen met onder meer historici, criminologen en documentalisten, dat moet gaan werken met kunstmatige intelligentie. Daar is geld voor nodig. Dus richten Bayens en Van Twisk op 3 februari 2017 de bv Proditione Media op – proditione is Latijn voor verraad. Doel van het bedrijf is het produceren van tv-programma’s en films. Bayens zal de documentaire produceren en onder meer interviews met experts en betrokkenen filmen; Van Twisk bemoeit zich met het onderzoek. Ze spreken af dat Van Twisk daarbij geheel onafhankelijk van Bayens te werk gaat.

29 september 2017

Het team treedt met het plan naar buiten via een interview met Vince Pankoke in de Volkskrant. De combinatie ‘FBI-agent’, ‘cold case’ en ‘Anne Frank’ wekt de belangstelling van media als 60 Minutes, The New Yorker en The Guardian. Drie dagen na het Volkskrant-interview zit Bayens bij talkshow De Wereld Draait Door. ‘We zijn niet aan het vervolgen’, zegt hij tegen presentator Matthijs van Nieuwkerk. ‘We willen laten zien wat er precies is gebeurd. Dan kun je je afvragen of je echt naar een dader wil zoeken. Dat kan – het is gegaan zoals het is gegaan – maar de waarheid moet naar boven komen.’

Aan het eind van het gesprek wijst Van Nieuwkerk erop dat er misschien kleinkinderen zijn die te horen zullen krijgen dat hun grootouder Anne Frank heeft verraden. Bayens antwoordt dat het onderzoek prudent zal zijn. ‘Je gaat niet zomaar roepen: we hangen er even een naam aan. Dat kun je alleen maar doen als je het honderd procent zeker weet.’

Dezelfde week is Van Twisk voor een subsidieaanvraag in het Amsterdamse stadhuis bij toenmalig wethouder Simone Kukenheim. In de aanvraag schrijft hij dat het coldcaseteam (CCT) zal bestaan uit allerlei soorten specialisten, die gaan samenwerken met onder meer het Anne Frank Huis, het Niod, het Amsterdamse Stadsarchief, het Nationaal Archief, het Joods Historisch Museum en het United States Holocaust Memorial Museum. De kosten worden begroot op 2 miljoen euro. Bayens en Van Twisk rekenen op crowdfunding, de opbrengst van mediarechten (een tiendelige documentaire, boek, podcast, tentoonstelling), sponsoring en projectdonaties. De gemeente draagt uiteindelijk 100 duizend euro bij.

Door alle media-aandacht zijn internationale productiehuizen geïnteresseerd geraakt in het maken van een eventuele documentaire(reeks). Bayens wordt door tientallen bedrijven benaderd, waaronder Discovery en National Geographic. In het najaar van 2017 gaat hij naar Los Angeles, waar hij zich bij onderhandelingen laat vertegenwoordigen door het grote media-agentschap William Morris Endeavor. In Nederland zal de documentaire worden uitgezonden door de NOS.

Bayens en Van Twisk vrezen dat inhoudelijke bemoeienis van producenten het onderzoek zou kunnen belemmeren. Van Twisk oppert te beginnen met een boek. Hij gaat op zoek naar een uitgever en schrijft een wervende, Engelse aanbiedingstekst. Anne Frank – A Cold Case Diary, zoals het boek zal heten, zal volgens Van Twisk ‘niet alleen nieuw licht werpen op de omstandigheden die leidden tot de arrestatie van de familie Frank, maar ook een fascinerend en aangrijpend inzicht bieden in het gedrag en de moraal van de mens in tijden van oorlog’. Als auteur van het boek wordt Vince Pankoke genoemd. Op 18 november 2017 heeft de officiële ‘kick-off’ plaats in het Amsterdamse kantoor van Xomnia, het bedrijf dat het CCT helpt met kunstmatige intelligentie. Op een groot scherm is een gelikt filmpje te zien waarop onder meer verhoren uit 1963 door acteurs worden nagespeeld. Het valt de uitgenodigde historicus David Barnouw op dat de focus vooral op het onderzoek ligt, en niet op het vinden van een dader.

Februari 2018

In februari 2018 leest Vince Pankoke – wiens coldcaseteam uiteindelijk uit 27 mensen zal bestaan, onder wie meerdere historici – in een politierapport uit 1963-1964 over het verraad van de familie Frank over een verwijzing naar een anoniem briefje dat Annes vader Otto Frank na de oorlog heeft ontvangen. Daarop staat dat Franks schuilplaats in de oorlog aan de nazi’s is doorgegeven door ‘A. van den Bergh’, een Joodse notaris. De vondst is niet nieuw, voorgaande onderzoeken hadden aan het anonieme briefje weinig waarde gehecht, maar Pankoke besluit het nader tegen het licht te houden.

Op 2 maart 2018 zoekt Thijs Bayens per mail contact met de kleindochter van Van den Bergh, Mirjam de Gorter. Hij meldt dat hij betrokken is bij een onderzoek naar het verraad van Anne Frank en in het kader daarvan onderduiknetwerken in het Gooi in kaart brengt – zijn grootouders waren gelieerd aan een verzetsgroep die was verbonden met die regio. Op 15 maart 2018 spreekt De Gorter urenlang met Bayens over haar moeder en grootvader. Het anonieme briefje brengt Bayens, volgens instructies van Pankoke, niet ter sprake.

Intussen is er nog geen schrijver of uitgever gevonden. Weliswaar zal de naam van Vince Pankoke op het omslag van het boek staan, maar aangezien zijn schrijfervaring beperkt blijft tot onderzoeksverslagen voor de FBI, moet er een ghostwriter komen. Van Twisk benadert Marianne Schönbach, een gerenommeerd literair agent, en spreekt haar op haar kantoor aan het Amsterdamse Rokin. Als Duitse voelt Schönbach een speciale verantwoordelijkheid voor dit onderwerp. Met een collega neemt ze de mediaberichtgeving over het project door, die doorgaans positief is – ook in Duitse kwaliteitsmedia als de Süddeutsche Zeitung en Der Spiegel. Enkele weken later tekent ze: zij zal de rechten verkopen aan uitgeverijen en het schrijf- en uitgeefproces coördineren.

Op 7 april 2018 verstuurt Schönbach informatie over het project naar haar internationale netwerk. Diezelfde dag doen meerdere Nederlandse uitgevers een bod. Na overleg met Bayens en Van Twisk kiest Schönbach voor Ambo Anthos. Twee dagen later gaat Schönbach naar de London Book Fair. Na ondertekening van een geheimhoudingsovereenkomst mogen daar meer dan driehonderd uitgevers een trailer van het project zien. De Engelsman Jonathan Burnham, uitgever van HarperCollins, de op een na grootste uitgeverij ter wereld, belt Schönbach op de beurs. De zestien landenvertegenwoordigers van HarperCollins – de firma zit onder meer in Brazilië, India en Nieuw-Zeeland – zijn enthousiast, vertelt hij haar.

Schönbach stelt Tanja Hendriks, directeur-uitgever van Ambo Anthos, op de hoogte. De combinatie HarperCollins en Ambo Anthos lijkt ideaal, omdat Hendriks en Burnham elkaar kennen en vertrouwen. In juli worden de contracten gesloten. Naar verluidt betaalt HarperCollins 400 duizend euro en Ambo Anthos 150 duizend euro. Enorme bedragen, maar Bayens en Van Twisk hebben, gezien hun ambitieuze plannen, meer nodig. Als publicatiedatum voor het boek wordt gemikt op 4 augustus 2019, precies 75 jaar na de inval in het Achterhuis.

Mei 2018

In mei 2018 komt de vraag op tafel wie de auteur/ghostwriter wordt. Sara Nelson, de Amerikaanse redacteur die voor HarperCollins het boek gaat begeleiden, oppert haar landgenoot Howard Blum, schrijver van spannende boeken over de Tweede Wereldoorlog. Hij zou een truecrime-achtig boek kunnen schrijven met detective Pankoke als verteller. Het CCT en Ambo Anthos vinden dat een slecht idee. De vraag wie Anne Frank verraadde, is een ‘heel belangrijk element’, schrijft Tanja Hendriks in een mail, ‘maar dat is de serieuze reconstructie van Anne Franks onderduiktijd ook. Het boek is een zoektocht naar de waarheid maar ook een historisch document, een schets van een belangrijke, moeilijke, gruwelijke tijd. (…) We zijn bang dat de serieuze laag niet in het boek aanwezig zal zijn.’

Burnham en Schönbach opperen Rosemary Sullivan, de Canadese auteur van onder meer de bekroonde biografie De dochter van Stalin en van Villa Air-Bel – De Tweede Wereldoorlog: hoe Marc Chagall, Marcel Duchamp en anderen uit de handen van de nazi’s werden gered. Voor dat laatste boek ontving ze de Canadian Society for Yad Vashem Award in de categorie Holocaust-geschiedenis. Als iedereen enthousiast blijkt, valt de keuze op haar.

10 juli 2018

Vince Pankoke geeft een powerpointpresentatie in het kantoor van Ambo Anthos aan de Weesperstraat in Amsterdam. Rosemary Sullivan is daar niet bij. Wel aanwezig zijn onder anderen de uit New York overgekomen Jonathan Burnham, Pieter van Twisk, Thijs Bayens, Marianne Schönbach, Tanja Hendriks en Laurens Ubbink, uitgever non-fictie bij Ambo Anthos. Pankoke maakt indruk met een ordner vol kopieën van kopgeldkwitanties. Collaborateurs kregen dergelijke briefjes als ze een ondergedoken Jood hadden verraden. Na inlevering ervan bij de nazi’s ontvingen ze een bedrag, variërend van 2,50 tot enkele tientallen guldens. In een archief in Maryland heeft Pankoke honderden exemplaren gevonden; tot dat moment waren er nog geen tien bekend. Later die dag krijgt het gezelschap een rondleiding door het Anne Frank Huis. ’s Avonds eten ze Italiaans bij restaurant Incanto aan de Amstel.

Minder gezellig is de sfeer een paar maanden later, in september, als Bayens, Pankoke en Van Twisk in Basel op bezoek gaan bij het Anne Frank Fonds (AFF). Dit fonds bewaakt de nalatenschap van Anne Frank en spant geregeld rechtszaken aan tegen de Anne Frank Stichting (AFS) in Amsterdam. Beide instellingen zijn opgezet door Otto Frank. Globaal gezegd gaat de AFS over het Anne Frank Huis en het AFF over het dagboek.

Al snel blijkt dat AFF-secretaris Yves Kugelmann en andere bestuursleden sceptisch staan tegenover het volgens hen commerciële project. Volgens hem riekt het naar effectbejag dat de naam ‘Anne Frank’ in het project voorkomt. Tot een samenwerking komt het niet, waardoor Rosemary Sullivan niet vrijuit kan citeren uit Het Achterhuis, het dagboek van Anne Frank.

Rond Anne Frank, schrijver van een van de bestverkochte boeken ter wereld en icoon van de Shoah, ligt alles gevoelig, merkt het coldcaseteam nog maar eens.

Mede om die reden roepen Bayens en Van Twisk een raad van advies in het leven die het CCT zal adviseren over de maatschappelijke implicaties van het onderzoek. In november 2018 organiseert Bayens een bijeenkomst in het Hilton Hotel in Amsterdam. Een van de genodigden is oud-minister Roger van Boxtel, dan president-directeur van de NS, aan wie Bayens ter plekke vraagt zitting te nemen in de raad. Oud-burgemeester van Amsterdam Job Cohen en ondernemer Michiel Westermann, eveneens aanwezig, zitten daar al in. Ook Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, is lid van de raad, maar hij laat bij de Hilton-bijeenkomst verstek gaan.

De volgende vergadering van de raad van advies is bij het coldcaseteam in Amsterdam-Noord, op 3 december 2018. Aan de muren hangen foto’s die met pijlen naar elkaar verwijzen, wat leden van de raad doet denken aan de tv-serie CSI. Tijdens de bijeenkomst komt ter sprake wat er moet gebeuren als de verrader Joods blijkt te zijn. De raad adviseert: wees zeker van je zaak en breng de onderzoeksresultaten zorgvuldig naar buiten. De impact in Joodse kring, zegt Van Boxtel, zal enorm zijn. Maar, zegt Emile Schrijver ook: als dit de conclusie wordt, dan is dat zo.

Pankoke besluit dat het tijd is de kleindochter van Van den Bergh, Mirjam de Gorter, te interviewen en nodigt haar op 23 februari 2019 uit in de studio in Amsterdam-Noord. Terwijl een filmploeg het interview, net als alle andere, opneemt, vraagt Pankoke of haar grootvader onder druk is gezet. De Gorter heeft daar geen weet van. Dan confronteert Pankoke haar met het anonieme briefje dat haar grootvader beschuldigt. De Gorter reageert geschrokken.

4 mei 2019

Rosemary Sullivan vliegt naar Nederland om verder te schrijven aan het boek over het verraad van Anne Frank. Ze zal verblijven in de Amsterdamse Schrijversresidentie aan het Spui in Amsterdam. Informatie verzamelt ze via een programma dat met behulp van kunstmatige intelligentie verbanden legt tussen duizenden documenten. Door het CCT wordt het de ‘boekenkast’ genoemd, naar het meubelstuk dat de toegang tot het Achterhuis aan het zicht onttrok. Als Sullivan bijvoorbeeld ‘Tonny Ahlers’ intypt, verschijnt alle informatie die het CCT heeft verzameld over deze NSB’er, die in verband wordt gebracht met het verraad. Na vijf weken vertrekt Sullivan weer. Het voornemen is dat ze in 2020 voor langere tijd weer in Nederland zal zijn. De deadline van 4 augustus 2019 is dan al losgelaten.

In juni 2019 laat het Anne Frank Fonds uit Basel Emile Schrijver weten dat het niet blij is met diens betrokkenheid bij het project. Schrijver concludeert dat zijn band met het AFF – een sponsor van het Joods Cultureel Kwartier, waarvan hij directeur is – hem dierbaarder is dan die met het CCT en trekt zich op 24 juni terug uit de raad van advies.

Aan het einde van 2019 rondt Pankoke zijn onderzoek af. Zijn team heeft dertig scenario’s onderzocht. ‘De eindconclusie is dat het Van den Bergh-scenario het meest waarschijnlijke is’, aldus de notulen van de directie van Proditione Media. De notaris zou een lijst onderduikadressen, die hij mogelijk tot zijn beschikking had doordat hij lid was van de Joodse Raad, aan de Duitsers hebben doorgespeeld om zijn eigen familie te redden.

De uitkomst geeft Bayens, die contact is blijven houden met diens kleindochter, een naar gevoel. Hij vraagt zich af of ze de identiteit van De Gorters grootvader wel naar buiten moeten brengen. Een Jood die een Jood verraadt: dat zou koren op de molen zijn van antisemieten. Bayens bedenkt een alternatief: de uitkomst van het onderzoek niet vermelden in het boek en de documentaire, maar daarin alleen de vijf waarschijnlijkste scenario’s schetsen, zodat duidelijk wordt met welke dilemma’s burgers kampen in oorlogstijd.

Het idee vindt bij Pankoke en Van Twisk geen gewillig oor. Zij voeren aan dat mogelijk kan uitlekken dat Van den Bergh de hoofdverdachte is, en dat dat vanwege zijn Joodse achtergrond is verzwegen. Dat zou óók koren op de molen zijn van antisemieten. Bayens beklaagt zich, maar hij heeft zijn invloed uit handen gegeven: het onderzoek wordt gedaan door Pankoke en Van Twisk, en hoe het wordt beschreven bepalen Rosemary Sullivan en HarperCollins in overleg met hen.

In januari 2020 komt de raad van advies weer bijeen, dit keer op het hoofdkantoor van de NS in Utrecht, de werkplek van Roger van Boxtel. Hoewel Emile Schrijver geen lid meer is van de raad, is hij er wel bij. Als Bayens vraagt of de aanwezigen het geheimhoudingsdocument nog gaan ondertekenen dat hij hun een paar weken eerder heeft toegestuurd, wordt de sfeer ongemakkelijk. Van Boxtel weigert. De jurist heeft het gevoel met het document in een fuik te zwemmen, waardoor hij het boek niet meer vrijuit bij experts zou kunnen toetsen. Bovendien voelt hij zich steeds minder senang bij het boek. Hij krijgt het idee dat er, mede vanwege geldgebrek, vaart achter moet. Bayens stelt hem gerust, maar Van Boxtel besluit toch niet te tekenen. Ook Cohen doet dat niet. Westermann wil dat in eerste instantie wel, maar volgt uiteindelijk de twee anderen.

Van de geldzorgen wordt het CCT verlost door Jaap Rosen Jacobson, een ondernemer die Thijs Bayens via via kent en die het team een bedrag leent.

Rosemary Sullivan, die van plan was in het voorjaar van 2020 weer voor drie maanden naar Nederland te komen, is door de coronamaatregelen aangewezen op de digitale ‘boekenkast’ en op Zoomgesprekken met Van Twisk en Pankoke. Intussen heeft HarperCollins besloten Sullivan, die bekender is dan Pankoke, te promoveren van ghostwriter tot hoofdauteur. Het leidt tot een ingewikkelde rolverdeling: Sullivan schrijft het boek, maar heeft geen onderzoek gedaan. Daarvoor is ze afhankelijk van Pankoke, Van Twisk en haar onderzoeksassistent, die uit een enorme berg materiaal documentatie voor haar uitzoekt die Proditione-medewerkers in het Engels vertalen. HarperCollins is de eindverantwoordelijke uitgever, maar ook Ambo Anthos leest met kritische blik mee. Aan literair agent Marianne Schönbach de taak alles te coördineren.

4 mei 2019

Eind maart 2020 rondt Sullivan haar eerste volledige manuscript af. Via Sara Nelson, de redacteur van HarperCollins, komt het terecht bij Marianne Schönbach, die het op 7 april naar Tanja Hendriks en Laurens Ubbink van Ambo Anthos stuurt.

‘Tanja en ik hebben de eerste versie van het manuscript gelezen en zijn daar nogal van geschrokken’, mailt Ubbink op 1 mei aan Schönbach. Hij ziet ‘grofweg drie problemen’. Ten eerste blijkt nergens ‘het unieke en urgente van dit boek’ uit, schrijft Ubbink. ‘Wat doet het Cold Case Team anders dan al die eerdere onderzoeken die er naar het verraad zijn gedaan?’ Daarnaast noemt Ubbink het vertelperspectief, met drie verschillende stemmen, ‘zeer onevenwichtig’. En het zou Sullivan aan feitenkennis ontbreken. ‘Rosemary geeft zich geen rekenschap van de enorme hoeveelheid literatuur die er over de oorlog [is] in Nederland.’

Schönbach verzamelt de aanmerkingen en correcties en stuurt ze door naar Sara Nelson. Ze laat Hendriks en Ubbink diezelfde dag – 1 mei – weten dat de volgende versie waarschijnlijk over drie weken volgt.

19 juli 2020

Op 19 juli schrijven Hendriks en Ubbink een boze mail aan Schönbach, Bayens en Van Twisk. De nieuwe versie laat langer op zich wachten dan afgesproken, waardoor ze te weinig tijd krijgen om er commentaar op te leveren. ‘We zijn zeer onaangenaam getroffen over de slordige en onprofessionele werkwijze’, schrijven ze. ‘Voor deze grote acquisitie is een zorgvuldig proces, een goede, actieve samenwerking en een belangrijke rol voor de Nederlandse uitgever onontbeerlijk.’

Van Twisk en Bayens verbazen zich. Ambo Anthos dat zich beklaagt over een gebrek aan samenwerking? Ondanks de gevoeligheid van het project en het geld dat erin is gestoken, heeft Ambo Anthos sinds 2018 nauwelijks betrokkenheid getoond, vinden ze. In de vijf weken die Rosemary Sullivan in Amsterdam was, spraken Ubbink en Hendriks niet één keer apart met haar af, mailen ze. En ook met Van Twisk en Bayens, met wie Ambo Anthos een contract heeft getekend, is er nooit direct contact over het manuscript.

23 juli 2020

Op 23 juli reageren Hendriks en Ubbink op de nieuwe versie van het eerste deel van het manuscript die ze net hebben ontvangen en waarin de voorgeschiedenis van het Achterhuis wordt beschreven. Ook die heeft ze niet overtuigd. ‘Het is echt nog niet goed.’

Twee dagen later krijgen ze weer een nieuwe versie, met daarin een grotere rol voor het onderzoek van het CCT, maar ook die vinden Hendriks en Ubbink ondermaats. Ubbink noteert zes bezwaren. Het manuscript mist een heldere structuur en spanningsboog. Verder ontbreekt het aan elementaire kennis over de Tweede Wereldoorlog in Nederland, worden samenwerkingen met gerenommeerde onderzoekers en instituten nauwelijks beschreven, is onvoldoende gebruikgemaakt van moderne onderzoekstechnieken, gaat het te weinig over FBI-man Pankoke en getuigt het van een gebrekkige kennis van Amsterdam. Het boek moet worden herschreven, concluderen zij. ‘Daarvoor is tijd nodig en daarom zijn we van mening dat wereldwijde publicatie (dan gepland op 15 april 2021, de dag van de bevrijding van Bergen-Belsen en ruim twee weken voor 4 mei, red.) moet worden uitgesteld.’

3 augustus 2020

Op 3 augustus pareert het CCT in een mail de kritiekpunten. ‘De publicatie kan helaas niet worden uitgesteld’, schrijft het aan het einde, na overleg met HarperCollins dat daarover het laatste woord heeft.

Rosemary Sullivan werkt dag en nacht aan een nieuwe versie, die Schönbach op 20 oktober 2020 doorstuurt naar Ambo Anthos. Ook die stemt niet tot tevredenheid. Niet bij Ambo Anthos, maar ook niet bij HarperCollins, dat besluit de publicatie nog eens uit te stellen.

11 februari 2021

Op 11 februari 2021 verstuurt Schönbach het ‘final manuscript’ aan Ambo Anthos. ‘We kunnen zien dat het manuscript is verbeterd ten opzichte van de vorige versie die we in de zomer lazen’, reageert Ubbink op 1 maart. ‘Het is strakker geschreven, er zit meer vaart in. (…) Toch zien we, tot onze spijt, nog steeds geen mogelijkheden voor een succesvolle publicatie van dit manuscript op de Nederlandse markt.’ Het coldcaseteam is verbijsterd. Vooral Pankoke en Van Twisk waren het lange tijd eens met de kritiek van Ambo Anthos: ook zij vonden dat de eerste versies van het manuscript rommelig waren, te veel achtergrondinformatie bevatten en te weinig over het onderzoek gingen. Maar dat manco is verholpen, menen zij.

Ambo Anthos blijkt onvermurwbaar. De uitgeverij trekt de stekker eruit, neemt media-advocaat Hans Bousie in de arm en eist het voorschot – waarvan al een groot deel is betaald – terug.

Bayens en Van Twisk zijn niet van plan aan die eis te voldoen. Behalve dat ze werken aan een weerlegging van de inhoudelijke bezwaren van Ambo Anthos, wijzen ze er in hun schriftelijke reactie op dat HarperCollins ‘in the lead’ was en Ambo Anthos slechts een vertaalcontract heeft getekend. Over de kwaliteit van het werk heeft de Nederlandse uitgeverij volgens hen derhalve niets te zeggen. Bayens en Van Twisk eindigen hun brief van 4 april 2021 met: ‘Zou het kunnen dat de uitkomst van ons onderzoek, die mogelijk veel negatieve reacties gaat oproepen, een reden is om tot dit besluit te komen?’

Na een aantal boze mails over en weer sleutelen Pankoke, Van Twisk en Sullivan aan het manuscript, waarna ze op 21 april een licht veranderde versie sturen. Tot verbazing – en opluchting – van het coldcaseteam slaat de houding van Ambo Anthos nu om. De vijf meelezers van Ambo Anthos zijn positief en spreken van een spannend en interessant manuscript. Een eventuele rechtszaak is van tafel, Ambo Anthos gaat door met publicatie.

Herfst 2021

In de herfst van 2021 is het hoog tijd voor een precair onderwerp: de publiciteit. Hoe breng je een boek aan de man dat nieuws bevat waarvan media wereldwijd verslag zullen doen? De raad van advies, die zich onder meer met dit vraagstuk zou bezighouden, is nadat de leden ervan hadden geweigerd de geheimhoudingsverklaring te ondertekenen, nog maar één keer bijeengekomen, in juli 2020.

Op 31 augustus 2021 spreken Van Twisk, Bayens en Pankoke met het marketingteam van HarperCollins. Van Twisk herinnert de Amerikanen aan het interviewverzoek dat 60 Minutes, een van de best bekeken Amerikaanse tv-programma’s, vier jaar eerder bij hem heeft neergelegd. HarperCollins neemt contact op met het programma, dat in november voor opnamen naar Amsterdam komt.

December 2021

Van Twisk stuurt op 16 december een mail aan Ambo Anthos: ‘Dit boek en de uitslag van het onderzoek liggen heel gevoelig in Nederland en moeten zeer zorgvuldig in de markt worden gezet’, schrijft hij.

Vijf dagen later, minder dan een maand voor publicatie, organiseert Ambo Anthos een eerste marketingbijeenkomst via Zoom. Het hoofd pr van de uitgeverij maakt er kennis met Bayens en Van Twisk. Ter sprake komt de vraag wanneer de kleindochter van Van den Bergh geïnformeerd moet worden. HarperCollins had eerder al laten weten daar zo lang mogelijk mee te willen wachten, vanwege de kans op uitlekken. Bayens wil het ‘zo snel als mogelijk’ doen, desnoods met een geheimhoudingsdocument. ‘Ik zou het later doen’, zegt Van Twisk, die het eens is met HarperCollins. Hij pleit voor 14 januari, drie dagen voor publicatie van het boek.

Over hoe in de pers te reageren op kritische vragen, of hoe uitgesproken de initiatiefnemers moeten zijn over de verdenkingen ten opzichte van Van den Bergh, wordt niet gesproken. Het droomscenario, geeft het hoofd pr wel aan, is ’s ochtends een primeur voor de NOS en de Volkskrant en ’s avonds een talkshowoptreden bij Op1.

Een van de betrokken redacteuren van de Volkskrant heeft dan al contact opgenomen met Ambo Anthos en een geheimhoudingscontract ondertekend, dat stevig is: bij schending van de overeenkomst zal de redacteur ‘alle schade’ vergoeden die daar het gevolg van is. In Nederland zullen de Volkskrant en de NOS het nieuws als eerste brengen, is de afspraak.

Daar komt weinig van terecht als ook NRC na Kerst bij Ambo Anthos aanklopt. In eerste instantie krijgt de journalist van de uitgever toestemming om op dinsdag 18 januari te publiceren, maar als hem ter ore komt dat de Volkskrant dat al op maandag mag, dringt hij erop aan het nieuws óók die dag te kunnen brengen. De marketingmedewerker zwicht en geeft later ook Het Parool toestemming.

12 januari 2022

De betrokkenen komen bijeen op de redactie van Ambo Anthos, waar ze Het verraad van Anne Frank – Het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland voor het eerst in handen nemen. Een schrijfproject dat een jaar had moeten duren, is na drie jaar afgerond. Maar in plaats van champagne en blijdschap is er koffie en angst. De sfeer is ongemakkelijk: tussen de oude vrienden Bayens en Van Twisk botert het niet meer door hun onderlinge meningsverschillen. En tussen het CCT en Ambo Anthos is de sfeer door het juridische getouwtrek evenmin harmonieus. Bovendien vrezen de aanwezigen de reacties op de explosieve inhoud van Het verraad van Anne Frank.

Waar het boek in sommige alinea’s een slag om de arm houdt als het gaat om het beschuldigen van Van den Bergh – de theorie over hem is ‘de meest plausibele verklaring’, hij had ‘waarschijnlijk’ adressen doorgegeven aan de Sicherheitsdienst – is die terughoudendheid op andere bladzijden verdwenen. Van den Bergh ‘redde zijn gezin door adressen door te geven aan de SD, waaronder de Prinsengracht 263’, schrijft Sullivan bijvoorbeeld. In zijn nawoord schrijft Vince Pankoke: ‘We hebben helder gekregen wat er precies is gebeurd op de Prinsengracht 263.’ Drie alinea’s verder schrijft hij dat hij verwacht dat mensen met relevante informatie ‘contact met ons zullen opnemen om ons de ontbrekende stukjes van de puzzel van wat er gebeurde op 4 augustus 1944 aan te reiken’.

14 januari 2022

Op vrijdag 14 januari 2022 mailt Laurens Ubbink van Ambo Anthos aan Vince Pankoke dat het tijd is om Mirjam de Gorter te informeren. Via een marketingmedewerker van Ambo Anthos die in nauw contact staat met de NOS, schrijft Ubbink, is duidelijk geworden dat de NOS achter haar echte naam en woonplaats is gekomen – in het boek heeft ze een andere naam gekregen – en gaat proberen De Gorter te interviewen. ‘We vinden het belangrijk om haar zo snel mogelijk te informeren over het boek en over de publiciteit die maandagochtend zal losbarsten.’ Pankoke belt vrijdagavond met De Gorter, die verbijsterd reageert.

16 januari 2022

Op zondag 16 januari wordt 60 Minutes uitgezonden – met 11 miljoen kijkers de op een na best bekeken aflevering in twee jaar – en op maandag 17 januari openen de kranten met het boek. ‘‘Waarschijnlijk’ was het een Joodse notaris die Anne Frank verraadde’, kopt NRC. ‘Coldcaseteam denkt verrader Anne Frank te hebben gevonden’, schrijft de Volkskrant op de voorpagina. Emile Schrijver, de enige externe expert die een exemplaar in handen heeft gekregen, zegt in dat stuk dat de voornaamste verdienste van het onderzoek is dat het aantal verdachten flink is uitgedund. Maar het daderschap van Van den Bergh staat niet onomstotelijk vast, zegt hij. ‘Je zou kunnen zeggen dat deze theorie van alle theorieën de meest waarschijnlijke is, maar hierover is het laatste woord nog niet gezegd.’

Die nuances gaan in het vroege NOS Journaal verloren. ‘Verrader Anne Frank was Joodse notaris’, zo opent het Journaal van 7 uur. Vier uur later is de tekst iets minder stellig. ‘Notaris zou Anne Frank hebben verraden’, is het dan. De Britse tabloid Daily Mail houdt het op: ‘Anne Frank verraden door JOODSE notaris.’ In The New York Times verschijnt een lovende recensie. ‘Hoewel geschreven als whodunit, bruist Het verraad van Anne Frank van de levende geschiedenis, menselijke warmte en verontwaardiging. Het verandert het idee van ‘collaboratie’ in acht decennia en bijna vierhonderd pagina’s van duistere en verraderlijke misdaad naar een nobele queeste met algoritmische transparantie.’

Met het tekenen van de geheimhoudingsverklaring hebben de media die als eerste over het boek berichten het zichzelf onmogelijk gemaakt de bevindingen vrijuit te toetsen bij externe experts. In de loop van de dag komen deskundigen alsnog aan het woord. ‘De conclusie van dit boek is zwak’, zegt historicus David Barnouw tegen de Joodse site Jonet. ‘Ik vind dat er bij grote beschuldigingen grote bewijzen horen’, zegt Johannes Houwink ten Cate, hoogleraar Holocaust- en genocidestudies, tegen de NOS. ‘En die zijn er niet.’

18 januari 2022

Op dinsdag 18 januari plaatst Ambo Anthos een advertentie van het boek op de voorpagina’s van alle grote landelijke kranten. Ruben Vis, algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, schrijft op Jonet dat Arnold van den Bergh met zijn gezin zat ondergedoken en dus geen motief had om het hachje van zijn gezin te redden. In The New York Times verschijnt een kritisch stuk waarin Laurien Vastenhout, onderzoeker van het Niod, zegt dat het boek vol aannamen staat. Bovendien, zegt zij, is er geen bewijs voor de bewering dat de Joodse Raad beschikte over lijsten met adressen van Joodse onderduikers. Ook Emile Schrijver komt in de Amerikaanse krant aan het woord. Hij is kritischer dan een dag eerder in de Volkskrant. ‘Het bewijs is veel te dun om iemand te beschuldigen’, zegt hij. ‘Dit is een enorme beschuldiging die ze op basis van aannamen hebben gedaan, maar de uiteindelijke bron is niets meer dan een snipper informatie.’

27 januari 2022

Yves Kugelmann, secretaris van het Anne Frank Fonds, spreekt met het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW). ‘Ze hebben Anne Frank voor een tweede keer vermoord’, zegt hij. ‘Als ze het boek anders hadden genoemd, de naam van Anne niet hadden vermeld, was het geen wereldnieuws geweest. (…) De verkeerde mensen zijn nu blij met het resultaat.’ In het stuk schrijft Esther Voet, hoofdredacteur van het NIW, dat het CCT bij de subsidieaanvraag bij de gemeente Amsterdam zonder toestemming namen van experts heeft gebruikt. Zo zegt David Barnouw van niets te hebben geweten. Bovendien wordt hij teamlid genoemd, terwijl hij slechts consultant was. Ditzelfde geldt voor Gertjan Broek van de Anne Frank Stichting.

Diezelfde dag komt het coldcaseteam bijeen bij Ambo Anthos. Thijs Bayens en Vince Pankoke gaan in op de kritiek, waarop Hendriks zegt dat de uitgeverij nog steeds achter het boek staat. Wel wil ze haar schrijvers mailen over de situatie. ‘Overweegt er dan iemand op te stappen?’, vraagt Van Twisk. Dat blijkt niet het geval.

‘Op dit moment worden de conclusies van het onderzoek door verschillende onderzoekers in twijfel getrokken’, schrijft Hendriks vier dagen later aan haar auteurs. Ze schrijft dat HarperCollins, als houder van de wereldrechten, de inhoud bepaalde. ‘We wachten op antwoorden van het onderzoeksteam op de vragen die zijn gerezen en stellen de beslissing om eventueel bij te drukken voorlopig uit’, aldus de directeur-uitgever. ‘We bieden onze oprechte verontschuldigingen aan, aan eenieder die zich door het boek gegriefd acht.’

Bayens en Van Twisk zijn verbaasd en boos. Een dag eerder zei Hendriks nog achter het boek te staan, nu biedt ze haar excuses aan. Ook haar opmerking dat HarperCollins de inhoud bepaalde wekt verbazing, gezien de stevige kritiek die Ambo Anthos op de versies van het manuscript heeft gehad en die ertoe leidde dat Rosemary Sullivan de tekst meerdere keren herschreef.

Nationale en internationale media schrijven over het excuus, dat vrijwel direct uitlekt. In The New York Times komt Emile Schrijver opnieuw aan het woord. ‘Het is cruciaal dat internationale uitgevers ook hun positie heroverwegen’, zegt hij. Een week daarvoor heeft hij dan al gereflecteerd op zijn eigen commentaar in een opiniestuk in Het Parool. Over zijn eerste reactie schrijft hij: ‘Hoe gewogen is je oordeel werkelijk, als je een boek met een dergelijk onderwerp, met zo’n enorme media-aandacht en met zo’n complexe conclusie, een paar uur nadat je het gelezen hebt in de openbare ruimte moet beoordelen? En hoe lastig is het om als eerste scherpe kritiek te uiten, zonder dat je, door het embargo waarmee je akkoord bent gegaan, daarover hebt kunnen overleggen met ter zake kundige collega’s?’

1 februari 2022

De druk op de uitgeverijen neemt toe. Op 1 februari, een dag na het excuus van Hendriks, roept Moshe Kantor, voorzitter van het European Jewish Congress (EJC), HarperCollins op het boek uit de handel te nemen.

‘Wij zijn erg geschrokken van de manier waarop ons onderzoeksproject en het boek van schrijfster Rosemary Sullivan dat hierover is gepubliceerd, ontvangen is’, melden Pankoke en Van Twisk op de eigen site ColdCaseDiary. Ze schrijven dat er wel degelijk indirect bewijs is dat leden van de Joodse Raad beschikten over lijsten met onderduikers. Daarnaast zouden Jodenjagers Van den Bergh ook op zijn onderduikadres onder druk kunnen hebben gezet. Ook Bayens zegt geraakt te zijn. ‘Ik ben nog nooit in mijn leven zo onthutst geweest’, zegt hij op 4 februari 2022 tegen NRC.

Rond die tijd melden zich zeventien familieleden van Van den Bergh bij Ambo Anthos. Zij dreigen met een aangifte vanwege smaad, maar zijn bereid daarvan af te zien als er een inlegvel in de nog te verkopen boeken wordt gestopt met daarop de volgende tekst: ‘In dit boek (…) wordt de indruk gewekt dat de joodse notaris Arnold van den Bergh de verrader is (…). Op grond van deskundige reacties zijn wij tot het inzicht gekomen dat de conclusie van het onderzoeksteam, als zou Arnold van den Bergh zeer waarschijnlijk de verrader zijn, onvoldoende steun vindt in het huidige beschikbare feitenmateriaal. Aan eenieder die zich door dit boek gegriefd voelt bieden wij onze verontschuldigingen aan. Dit geldt speciaal voor de nabestaanden en verdere familie van Arnold van den Bergh.’

Als Ambo Anthos de tekst voorlegt aan het CCT, komt Vince Pankoke met een alternatief. Hij vervangt ‘wordt de indruk gewekt’ door ‘wordt een theorie gepresenteerd’. Hij schrijft dat er geen sprake van is dat de conclusie onvoldoende steun vindt in het bewijsmateriaal, maar dat het boek de conclusie niet met zekerheid heeft getrokken. Ten slotte vervangt hij verontschuldigingen door medeleven.

De advocaat van de nabestaanden van Van den Bergh gaat akkoord, waarop die wordt ontslagen: de familieleden houden vast aan de oorspronkelijke tekst.

Als Pankoke ter ore komt dat Ambo Anthos onder druk van een kort geding van plan is aan de eis van de familie van Van den Bergh te voldoen, mailt hij op 10 februari 2022 aan directeur-uitgever Tanja Hendriks. Hij noemt de tekst ‘lasterlijk’ voor zijn reputatie als onderzoeker. ‘De vraag is wie je meer vertrouwt, iemand met slechts een mening of iemand die zes jaar lang de oorzaak van de inval heeft onderzocht.’ Hij realiseert zich dat Hendriks in een lastig parket zit, maar raadt haar aan te wachten op de verdere weerlegging van de kritiek die hij die dag online zal publiceren.

‘Dank voor je mail’, reageert Hendriks dezelfde dag. ‘Je weerlegging is fair en het blijft een waardevolle studie en een goed geschreven boek. Dus we zullen ons daar niet van distantiëren.’ Tegelijkertijd, schrijft ze, concluderen historici, experts en journalisten dat het CCT geen overtuigende antwoorden heeft gegeven op de cruciale vragen. ‘De familie is heel laat geïnformeerd over de uitkomst. Dit heeft ertoe geleid dat we zijn achtervolgd door zeventien nabestaanden van Van den Bergh.’ Als Ambo Anthos binnen 24 uur niet instemt met een inlegvel, zullen de nabestaanden juridische stappen zetten. ‘Dit betekent dat een rechter ons mogelijk zal dwingen het boek van de markt te halen. (…) Dat zal waarschijnlijk ook serieuze gevolgen hebben voor de internationale verkoopcijfers. (…) Na alle commotie denk ik niet dat je het ons kunt verwijten dat we ervoor kiezen met een inlegvel te benadrukken dat het een theorie is, en dat er niet voldoende bewijs is gevonden om een dader aan te wijzen, terwijl de indruk dat dat is gebeurd, is gecreëerd door de media en het boek.’

‘In het licht van bovenstaande’, zo besluit Hendriks, ‘heb ik besloten een inlegvel toe te voegen aan het boek.’

De volgende dag reageert Pankoke. ‘Dank voor je snelle reactie op mijn mail.’ Even verderop: ‘Als het statement mijn reputatie als onderzoeker aantast, zal je met mij in dezelfde situatie terechtkomen als met de familie Van den Bergh.’

Vier dagen later maakt Ambo Anthos bekend dat het inlegvel er komt, met de originele tekst. De gemeente Amsterdam heeft op dat moment bekendgemaakt dat het de 100 duizend euro subsidie mogelijk gaat terugvorderen. Volgens wethouder Touria Meliani was het onderzoek ‘onzorgvuldig en nalatig’.

14 maart 2022

Laurens Ubbink, Tanja Hendriks, Marianne Schönbach, Thijs Bayens en Pieter van Twisk komen bijeen in de vergaderruimte van Ambo Anthos. Van Twisk zegt dat hij zich verraden voelt. ‘Jullie hebben ons voor de bus gegooid’, zegt hij geëmotioneerd tegen Hendriks.

Inmiddels is bekend dat een groep historici bezig is met een weerlegging van Het verraad van Anne Frank. Op 22 maart presenteren zij hun 72 pagina’s tellende rapport aan het Spui in Amsterdam. In het Engels, zodat ook HarperCollins alles kan volgen. Het coldcaseteam is niet uitgenodigd aan het Spui.

De historici noemen het onderzoek van het coldcaseteam ‘een wankel kaartenhuis’. Ook zij schrijven dat Arnold van den Bergh met zijn familie was ondergedoken in 1944. En ook zij betwisten de bewering dat er lijsten met onderduikadressen van Joden circuleerden. Tijdens een vragenronde noemt historicus Raymund Schütz het boek een antisemitisch pamflet.

Aansluitend speecht Mirjam de Gorter, de kleindochter van Van den Bergh. Ze richt zich tot het – afwezige – CCT, waardoor ze zich misleid voelt, onder meer omdat ze zo laat is geïnformeerd en omdat haar woorden uit hun verband zouden zijn gerukt. ‘Ik neem jullie deze handelswijze zeer kwalijk’, zegt ze. Ze roept HarperCollins op het boek internationaal uit de handel te nemen en krijgt een staande ovatie.

Tanja Hendriks heeft het rapport ’s middags al in handen gekregen. Ze vindt het ‘vernietigend’ en denkt dat ze maar één ding kan doen: het boek uit de handel nemen. Dat besluit maakt ze die avond bekend, terwijl de presentatie van het rapport nog bezig is. Van Twisk verneemt het via een pushbericht van de NOS. Schrijver Rosemary Sullivan wordt evenmin door Ambo Anthos geïnformeerd.

Aan het einde van de avond aan het Spui maakt Hanco Jürgens, medewerker van het Duitsland Instituut, het besluit van Ambo Anthos bekend. ‘En’, zegt hij, ‘we hopen dat HarperCollins hetzelfde zal doen.’ De zaal applaudisseert opnieuw.

In een reactie noemt Pieter van Twisk het rapport van de historici ‘heel mooi’, maar hij zegt vooralsnog niets te hebben gelezen waardoor de Van den Bergh-theorie is weerlegd.

De directie van Proditione omschrijft de actie van Ambo Anthos in een brief als een ‘schokkende en onbegrijpelijke daad omdat men als auteur van een uitgeverij loyaliteit en vertrouwen zou verwachten’. Ze vervolgt: ‘Door dit boek zonder overleg uit de handel te halen capituleert de uitgeverij naar ons idee wel heel gemakkelijk voor de publieke opinie en verloochent zij haar kernwaarden. Opmerkelijk genoeg bevestigt ze hiermee de centrale boodschap in Sullivans boek en wel dat doorgaans morele actoren onder maatschappelijke druk hun principes verloochenen.’

Ondanks alle druk blijft HarperCollins wél achter het boek staan. ‘Hoewel we erkennen dat er kritiek is geweest op de bevindingen’, schrijft de uitgeverij in een statement, ‘is het onderzoek met respect gedaan en met de grootste zorg voor een extreem gevoelig onderwerp.’ Volgens NPD Bookscan, een Amerikaanse site, zijn van het boek in de Verenigde Staten op dat moment 49 duizend hardcoverexemplaren verkocht.

29 april 2022

De nabestaanden van Van den Bergh laten het er niet bij zitten. Op 29 april 2022 richten twee van hen Stichting eerherstel Arnold van den Bergh op. Vier dagen later valt bij Van Twisk een aangetekende brief op de mat van Boekx, een advocatenkantoor gespecialiseerd in mediazaken. Na te hebben verwezen naar de weerlegging van de historici en de daaropvolgende beslissing van Ambo Anthos concludeert de advocaat dat de ‘met enorme bombarie’ geuite conclusie de nagedachtenis van de notaris heeft besmeurd ‘en daarmee de goede naam van zijn hele familie’. De familie houdt Proditione verantwoordelijk voor de daardoor ontstane – niet verder gespecificeerde – schade.

Daarnaast sommeert de advocaat Bayens, Van Twisk, Pankoke en Sullivan te stoppen met uitdragen dat Van den Bergh de meest waarschijnlijke dader is. Dat houdt ook in dat ze niet mogen meewerken aan een verfilming of andersoortige bewerking van het boek. De plannen voor een documentaire, die zou worden gemaakt door een kleine, Britse producent die uit angst voor juridische stappen van nabestaanden niet met zijn naam in de krant wil, liggen dan al ruim een jaar stil.

In hun antwoord noemt de advocaat van Proditione het spreekverbod een ‘werkelijk onzinnige eis’. Zij hebben Van den Bergh niet aangewezen als verdachte, schrijven ze, dat heeft de auteur van het anonieme briefje gedaan. Ook vragen ze zich af waarvan de familie nu schade ondervindt. Alleen in Amsterdam staan al 283 Van den Berghen in het digitale telefoonboek. Bovendien hebben zij De Gorter in het boek een pseudoniem gegeven, waarna ze zelf besloot de pers uitgebreid te woord te staan.

Ze concluderen dat ‘anders dan uw cliënten, wij inmiddels wel degelijk schade ondervinden van deze zaak en inmiddels ook een claim overwegen’.

Een dag later mailen ze Ambo Anthos. De beslissing van de uitgever om het boek uit de handel te halen vormt voor de nabestaanden het ultieme bewijs dat het boek ‘ondeugdelijk’ is, schrijven ze, en daarmee de basis voor gerechtelijke stappen. ‘Kort en bondig is er in onze ogen sprake van wanprestatie van de uitgeverij met (potentieel) grote gevolgen.’

Bayens en Van Twisk vragen onder meer of Ambo Anthos het resterende voorschot kan overmaken en schriftelijk kan bevestigen dat de rechten van de vertaling terugvallen op Proditione Media.

Zomer 2022

Het VPRO-programma Medialogica wijdt een uitzending aan Het verraad van Anne Frank. De hoofdredacteuren van NRC en de Volkskrant en de adjunct-hoofdredacteur van NOS Nieuws wordt gevraagd waarom zij besloten gehoor te geven aan het embargo van Ambo Anthos, waardoor zij over dit explosieve en prominent gebrachte nieuws geen externe experts konden raadplegen. ‘Dat buitelde natuurlijk allemaal over elkaar’, zegt hoogleraar Joodse studies Bart Wallet in de uitzending over de berichtgeving. ‘Eigenlijk waren zij een soort megafoon voor het coldcaseteam.’

Wilma Haan van de NOS zegt dat de omroep dit embargo niet had moeten ondertekenen. Pieter Klok van de Volkskrant is het daarmee eens. ‘We hadden moeten zeggen: dit [onderwerp] is te gevoelig, embargo onacceptabel. We gaan zelf [experts] bellen.’ Als die hun kritiek hadden geleverd, zegt Klok, ‘hadden we het waarschijnlijk minder groot gebracht. Of, laat ik het zo zeggen, dan hadden we het zeker minder groot gebracht.’

In de zomer van 2022 zijn Van Twisk en Bayens, wier vriendschap is beschadigd, nog steeds fulltime met het project bezig. Ze dragen onder meer archiefmateriaal over aan het Stadsarchief Amsterdam. Van Twisk werkt met Vince Pankoke aan een weerlegging van de weerlegging van de historici, die na de zomer verschijnt. Bayens voert gesprekken met mensen uit zijn directe kring die boos zijn over zijn project.

In het buitenland wordt het boek nog altijd uitgegeven. In januari verschijnt een nieuwe, Engelstalige editie met daarin correcties en aanpassingen. Behalve in de Verenigde Staten, waar het boek zes weken in de top-10 non-fictie heeft gestaan van The New York Times, is het te koop in Hongarije, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Brazilië, Spanje, Italië, Frankrijk, Zweden, Polen en Japan. In Duitsland, waar de Nederlandse discussie over het boek op de voet is gevolgd, twijfelt het filiaal van HarperCollins. Mogelijk komt er een versie inclusief weerlegging van de historici plus het commentaar van het coldcaseteam daarop. Mogelijk komt het boek er niet. In Nederland stond Het verraad van Anne Frank drie weken in de CPNB Bestseller 60. Er zijn naar schatting 14 duizend exemplaren verkocht.

Verantwoording

Voor dit verhaal is gebruikgemaakt van e-mailcorrespondentie, interne documenten, audio-opnamen, mediaberichtgeving en gesprekken met David Barnouw, Thijs Bayens, Roger van Boxtel, Gertjan Broek, Job Cohen, Jaap Rosen Jacobson, Yves Kugelmann, Vince Pankoke, Marianne Schönbach, Emile Schrijver, Pieter van Twisk, Rosemary Sullivan en Sytze van der Zee.

Reactie Ambo Anthos

‘Ambo Anthos uitgevers heeft na veel strubbelingen een boek uitgegeven dat na publicatie bleek de toets der kritiek niet te doorstaan. Wij hebben onze excuses aangeboden en na korte tijd de beslissing genomen het boek uit de handel te nemen. Wij herkennen ons niet in de weergave van gebeurtenissen in dit artikel en de rol die ons hierin wordt toegeschreven, maar wij hebben ervoor gekozen niet mee te werken aan dit artikel. We staan achter onze beslissing en voelen geen behoefte hier iets aan toe te voegen.’