www.fgks.org   »   [go: up one dir, main page]

sluit X

Stuur door naar:

* Naam van de geadresseerde
*, (xx@domain.nl) E-mail adres van de geadresseerde.
Stuur eventueel een opmerking of toelichting mee.

Is er geen efficiencywinst te halen wanneer Nederlandse universiteiten meer gaan samenwerken en zich verder specialiseren?


Het Nederlandse wetenschapssysteem is scherp en divers. Waar mogelijk zoeken universiteiten door samenwerking en schaalvergroting verdere versteviging van dit systeem. Nederland telt veertien universiteiten. Hiervan is er één open universiteit, zijn er zes algemene universiteiten en zijn de overige zeven gespecialiseerde universiteiten. Er is relatief weinig overlap tussen deze instellingen. Ze horen bijna allemaal tot de top 200 van de wereld.

In het wetenschappelijk onderwijs komt de instroom in de bacheloropleidingen voor zo’n 50% uit de regio. Het is daarom van belang dat binnen een bepaalde afstand een breed aanbod aan opleidingen kan worden gevolgd. Het aantal studenten groeit tot 2020 met 38%. Door deze bril bekeken zou dat betekenen dat er ca. 5 universiteiten extra nodig zullen zijn.

De wetenschappelijke opleidingen worden gegeven op basis van onderzoek dat aan de universiteit plaatsvindt. Daarom dient niet al het natuurkundeonderzoek aan één universiteit plaats te vinden. Toch zoeken de universiteiten wel naar verdere specialisatie en samenwerking. In dat proces zijn al flinke slagen geslagen. Er zijn er drie technische universiteiten; één Open Universiteit, zes algemene universiteiten en vier andere gespecialiseerde universiteiten. Onderzoekers die op min of meer dezelfde onderzoeksgebieden werken, werken vaak met elkaar samen. Nederland heeft hierin een bijzondere reputatie: door veel samenwerking vullen onderzoekers elkaar aan en bereiken betere resultaten. In de nanotechnologie werken bijvoorbeeld zeven universiteiten samen. De één specifiek met het oog op technische mogelijkheden, de andere met het oog op toepassingen in de geneeskunde en anderen weer vanuit een biologische invalshoek. Samen zorgen zij ervoor dat de hiervoor benodigde (dure) faciliteiten er kunnen komen en dat de relatie met bedrijven en ondernemerschap sterk is.

Die samenwerking maakt wel dat meestal niet één universiteit duidelijk de beste is in een vakgebied. Nederland kent geen ‘Harvard aan de Rijn’. Onze universiteit loopt in het geheel: Dutch research, vergelijkbaar met wereldbekend Dutch design. De zichtbaarheid zou navenant moeten zijn.

Voor Nederlandse studenten is het goed dat ze in de buurt de bacheloropleiding kunnen volgen die ze willen. De verschillen tussen universiteiten in het onderzoek komen in de masterstudie vervolgens duidelijker naar voren. De verwachting is dat studenten tussen de bachelor en master vaker tussen universiteiten zullen switchen en nauwgezet hun interesses volgen.

Universiteiten kiezen in toenemende mate voor een beperkt aantal onderzoeksspeerpunten. Deze speerpunten zijn interdisciplinair van opzet en vaak geïnspireerd op maatschappelijke uitdagingen. Ze vormen de basis voor het toekomstig aanbod van masteropleidingen. De toenemende specialisatie betekent dat het extra belangrijk wordt ontwikkelingen in andere disciplines in de gaten te houden. Specialisatie leidt daarom niet tot isolatie, maar juist tot meer samenwerking. De verdergaande samenwerking en specialisatie leiden ook tot andere schaalgrootte. Dit vergroot weer de internationale zichtbaarheid en de aantrekkelijkheid voor internationale fondsen. Met name de fondsen van de Europese Unie zijn belangrijke financieringsbronnen voor het onderzoek.

BRONNEN

  • J.Dawson, J. van Steen en B. van der Meulen, ‘Science systems compared: a first description of governance innovations in six science systems’. (Rathenau Instituut 2010)
  • Vereniging van Universiteiten, ‘Land met schoone kleuren geschakeerd. Staalkaart van het Nederlands universitair onderzoek’. (2009)

Download pdf

 

Informatie voor pers en politiek

Meike Verhagen, woordvoerder VSNU 06-43 26 97 55

 

De film van 1,5 miljard
Investering in kennis essentieel voor internationale positie Nederland